59
1914, No. 43 uit te voeren plan tot den bouw van 8
beneden-, 16 bovenwoningen en 15 ééngezinswoningen, alle
voor groote gezinnen, op een terrein benoorden den Mare-
singel en den aankoop van den daarvoor benoodigden
grond, zal noodig blijken, ten behoeve van de verstrekking aam
deze vereeniging van een even groot voorschot,
een en ander tegen een overeenkomstig art. 17 van het
Woningbesluit te bepalen rente en aflossing in 75 gelijke annuï
teiten, voor zooveel betreft een bedrag van ten hoogste
28.700.bestemd voor den aankoop van den grond enz.
en in 50 gelijke annuïteiten voor zooveel betreft een bedrag
van ten hoogste ƒ139.000.bestemd voor den woningbouw;
III. ons College te machtigen bij de sub II bedoelde aan
vrage tevens het verzoek te richten dat in de exploitatiekosten
eene jaarlijksche bijdrage uit 's Rijks kas worde verleend van
ten hoogste 25.per woning en om die bijdrage te aan
vaarden, indien de daaraan eventueel verbonden voorwaar
den aannemelijk zijn;
IY. na ontvangst uit 's Rijks kas van het onder II vermelde
voorschot, dit voorschot te verstrekken aan voornoemde
vereeniging onder de in de Leeskamer ter visie liggende
voorwaarden en bepalingen;
Y. in geval het sub II bedoelde voorschot uit 's Rijks kas
niet wordt verleend, aan de genoemde vereeniging tegen een
rente van 4£ 's jaars, de volgende voorschotten uit de
gemeentekas te verleenen;
a. een bouwvoorschot, groot 139.000.bestemd voor
den woningbouw;
b. een grondvoorschot, groot 28.700.bestemd voor den
aankoop van den grond, enz.
of zooveel minder als in verband met de kosten van de sub a en
b genoemde werken zal noodig blijken, een en ander onder de in
de Leeskamer ter visie liggende voorwaarden en bepalingen.
G. I. aan de woningbouwvereniging „de Eendracht"
voor het sub II genoemde doel te verkoopen een op de situatie
in rood aangegeven terrein ter oppervlakte van 4010 M2.,
deel uitmakende van de kadastrale perceelen der gemeente
Leiden, Sectie N, Nis. 779 en 787, gelegen ten oosten van de
Sumatrastraat, tegen een prijs van ƒ2.06 per M2.
II. ons College te machtigen aan te vragen en te aan
vaarden uit 's Rijks kas een Voorschot groot 145.850.
of zooveel minder als in verband met de kosten van het door
de te Leiden gevestigde woningbouwvereniging „de Een
dracht" toegelaten als vereeniging uitsluitend werkzaam
in het belang van de volkshuisvesting bij Koninklijk besluit
van 6 October 1913, No. 70 uit te voeren, plan tot den bouw
van 4 beneden-,4 bovenwoningen en 24 ééngezinswoningen,
waarvan 16 voor groote gezinnen, op een terrein ten oosten
van de Sumatrastraat en den aankoop van den daarvoor
benoodigden grond, zal noodig blijken, ten behoeve van de ver
strekking aan deze vereeniging van een even groot voorschot,
een en ander tegen een overeenkomstig art. 17 van het
Woningbesluit te bepalen rente en aflossing in 75 gelijke
annuïteiten, voor zooveel betreft een bedrag van ten hoogste
ƒ20.600.béstemd voor den aankoop van den grond en den
straataanleg c.a., en in 50 gelijke annuïteiten voor zooveel
betreft een bedrag van ten hoogste 125.250.bestemd voor
den woningbouw;
III. ons College te machtigen bij de sub II bedoelde aan
vrage tevens het verzoek te richten dat in de exploitatiekosten
van 16 in dit plan opgenomen woningen voor groote gezinnen
eene jaarlijksche bijdrage worde verleend van ten hoogste 25.
per woning en om die bijdrage te aanvaarden, indien de daaraan
eventueel verbonden voorwaarden aannemelijk zijn;
IV. na ontvangst uit 's Rijks kas van het onder II vermelde
voorschot, dit voorschot te verstrekken aan voornoemde
vereeniging, onder de in de Leeskamer ter visie liggende
voorwaarden en bepalingen;
V. in geval het sub II bedoelde voorschot uit 's Rijks kas
niet wordt verleend, aan de genoemde vereeniging tegen een
rente van 4f 's jaars, de volgende voorschotten uit de
gemeentekas te verleenen:
a. een bouwvoorschot, groot 125.250.bestemd voor den
woningbouw
b. een grondvoorschot, groot 20.600.bestemd voor den
aankoop van den grond, voor den straataanleg, enz.
of zooveel minder als in verband met de kosten van de sub a.
en b. genoemde werken zal noodig blijken, een en ander onder de
in de Leeskamer ter visie liggende voorwaarden en bepalingen.
H. I. aan de vereeniging tot Bevordering van den Bouw
van Werkmanswoningen voor het sub II genoemde doel te
verkoopen een op de situatie in rood aangegeven terrein ter
oppervlakte van 4367 M2., deel uitmakende van de kadastrale
perceelen der gemeente Leiden, Sectie K, Nis 4053, 4055,
2522 en 2526, gelegen nabij den Lagen Rijndijk, tegen een
prijs van 4.63 per M2;
II. ons College te machtigen aan te vragen en te aan
vaarden uit 's Rijks kas een voorschot groot 242.900.
of zooveel minder als in verband met de kosten van het door
de te Leiden gevestigde Vereeniging tot Bevordering van den
bouw van Werkmanswoningen toegelaten als vereeniging
uitsluitend werkzaam in het belang van de volkshuisvesting
bij Koninklijk besluit van 9 November 1912, No. 12 uit
te voeren plan tot den bouw van 17 beneden-, 17 boven
woningen en 41 ééngezinswoningen, waarvan 24 voor groote
gezinnen, op een terrein gelegen aan den Lagen Rijndijk en
den aankoop van den daarvoor benoodigden grond, zal noodig
blijken, ten behoeve van de verstrekking aan deze vereeniging
van een even groot voorschot,
een en ander tegen een overeenkomstig art. 17 van het
Woningbesluit te bepalen rente en aflossing in 75 gelijke
annuïteiten, voor zooveel betreft een bedrag van ten hoogste
ƒ37.200.bestemd voor den aankoop van den grond enden
straataanleg c.a., en in 50 gelijke annuïteiten voor zooveel
betreft een bedrag van ten hoogste 205.700.bestemd voor
den woningbouw;
III. ons College te machtigen bij de sub II bedoelde aan
vrage tevens het verzoek te richten dat in de exploitatiekosten
eene jaarlijksche bijdrage uit 's Rijks kas worde verleend van
ten hoogste 25.'per woning, alsmede een extra-bijdrage ten
behoeve van de in het plan opgenomen 24 woningen voor groote
gezinnen, en om die bijdragen te aanvaarden, indien de daar
aan eventueel verbonden voorwaarden aannemelijk zijn;
IY. na ontvangst uit 's Rijks kas van het onder II vermelde
voorschot, dit voorschot te verstrekken aan voornoemde
vereeniging, onder de in de Leeskamer ter visie liggende
voorwaarden en bepalingen;
Y. in geval het sub II bedoelde voorschot uit 's Rijks kas
niet wordt verleend, aan de genoemde vereeniging tegen een
rente van 4f 's jaars, de volgende voorschotten uit de
gemeentekas te verleenen:
a. een bouwvoorschot, groot 205.700.bestemd voor den
woningbouw
b. een grondvoorschot, groot 37.200.bestemd voor den
aankoop van den grond, voor den straataanleg enz.
of zooveel minder als in verband met de kosten van de sub a. en
b. genoemde werken zal noodig blijken, een en ander onder de
in de Leeskamer ter visie liggende voorwaarden en bepalingen.
J. I. ons College te machtigen ten behoeve van het ver
leenen van huurtoeslagen aan huurders van de in de hiervoren
vermelde plannen opgenomen woningen voor groote gezinnen,
naar door ons te stellen regelen en tot door ons te bepalen
bedragen in verband met de behoefte van de gezinnen,
blijkende uit het gezinsinkomen, de gezinsgrootte en andere
factoren, in de door de vereenigingen aan de gemeente te betalen
annuïteiten bijdragen toe te kennen, geheel of gedeeltelijk te
voldoen uit de gewone jaarlijksche inkomsten van het hierna te
noemen „Huurtoeslagenfonds", zulks al naar gelang de aange
vraagde rijksbijdrage niet of wel wordt verkregen en aanvaard.
II. van het „Fonds voor Stadsverbetering, Werkverschaffing
en andere Sociale Doeleinden", een nader te bepalen bedrag
af te zonderen en over te boeken op Hoofdstuk V van den
Kapitaaldienst der gemeentebegrooting, ter vorming van een
„Huurtoeslagenfonds" en uit de gewone jaarlijksche inkom
sten van dat Fonds de sub I vermelde bijdragen te bestrijden,
met bepaling:
dat over de middelen van het Fonds door de gemeente een
door Burgemeester en Wethouders te bepalen rente zal worden
vergoed
dat de gewone inkomsten en uitgaven van het Fonds
jaarlijks op den gewonen dienst der gemeentebegrooting
zullen worden uitgetrokken en in de gemeenterekening ver
antwoord
dat een eventueel batig saldo aan het kapitaal van het
Fonds zal worden toegevoegd en mitsdien naar den kapitaal-
dienst der gemeentebegrooting zal worden overgebracht;
dat het verdere beheer over het Fonds door Burgemeester
en Wethouders zal worden gevoerd.
K. ten behoeve van den sub A 1. vermelden aankoop van
gedeelten sloot en van de uitvoering van de verschillende
voor en in verband met de bouwplannen vereischte grond- en
bestratings werken, waaronder begrepen de demping van de
sloot aan de Oostzijde en de demping van de sloot en ver
betering en verbreeding tot 10 M. van de Kooilaan aan de
Westzijde van het bouwterrein bestemd voor „Werkmans
woningen", vast te stellen den hierbij overgelegden be-
grootingsstaat, model D, dienst 1930.
L. de hieronder afgedrukte voorstellen van den heer Wil
brink en van wijlen den heer Spendel als afgedaan te be
schouwen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.