39
dien singel van Dabij het Prins Hendrikplein tot de Juliana-
straat een bedrag van 27.000.beschikbaar te stellen,
te putten uit het „Fonds voor Stadsverbetering, werkver
schaffing en andere sociale doeleinden"
b. ons College te machtigen voor den prijs van 10.
per M2. en overigens op de overeengekomen voorwaarden
in eigendom over te nemen het op de overgelegde kaart
groen gearceerde gedeelte van perceel Sectie K No. 1450 en
de voortuinen, behoorende tot de perceelen Sectie K, Nis
787 tot en met 792;
c. ons College te machtigen om niet, doch overigens op
de overeengekomen voorwaarden, bij de gemeente in eigen
dom over te nemen de openbare stoepen, behoorende tot
de perceelen Sectie K Nis 118 tot en met 122, 871, 124
tot en met 130 en 2686;
d. het voorstel van den heer Schriller hiermede als afge
daan te beschouwen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Voorstel van den lieer Schalier.
„Ondergeteekende stelt voor over te gaan tot bestrating
van den Maresingel, loopende vanaf de Julianastraat tot
aan het Prins Hendrikplein."
N°. 87. Leiden, 8 Mei 1930.
In Uwe Vergadering van 27 Augustus 1928 (Ingek. Stukken
No. 157) werd ons College gemachtigd, om de ingebruik-
geving aan de vereeniging „Musis Sacrum" van den grond
aan het Plantsoen, waarop het sociëteitsgebouw c.a. van die
vereeniging stond, en van het omliggend terrein tegen
1 October 1929 te beëindigen. Ingevolge een amendement
van wijlen den heer Spendel werd tevens besloten, dat omtrent
de bestemming van den grond nog een nader voorstel bij U
zou worden ingediend.
Ter voldoening aan die uitnoodiging leggen wij U hierbij
thans een plan voor den plantsoenaanleg ter plaatse over,
Aanvankelijk is ook gedacht aan den bouw van een thee
huisje met daarvóór gelegen terras; toen evenwel bij een
van onzentwege bij ter zake kuridigen ingesteld onderzoek
bleek, dat de exploitatie van zoodanig theehuisje niet
loonend beloofde te zijn, is van den bouw daarvan en van
het terras, mede met het oog op de vrij aanzienlijke stichtings-
kosten, afgezien.
Het U thans aangeboden plan A betreft in de eerste
plaats den plantsoenaanleg. Volgens dit plan zal het geheele
voormalige Musis-terrein één geheel uitmaken met het
Plantsoen; het bestaande wandelpad langs de singelgracht
is behouden en ter plaatse van de bocht eenigszins verbreed,
teneinde ruimte te hebben voor het plaatsen van eenige
zitbanken. Voorts voorziet het plan in den aanleg van
eenige flinke met bloeiende sierheesters en vaste- en zomer-
bloemplanten beplante gazons, terwijl daaromheen wandel
paden zullen worden aangelegd. De niet fraaie en wat
sombere beplanting van het eigenlijke Musis-terrein zal
grootendeels worden opgeruimd.
Voorts is in het plan, teneinde in het Plantsoen volks
concerten te kunnen doen blijven geven, begrepen het her
stel van de muziektent, welke bij Uw besluit van 6 Mei
1929 (Ingek. Stukken No. 61) van de sociëteit „Musis
Sacrum" is aangekocht.
De kosten van den eigenlijken plantsoenaanleg worden op
4500.geraamd, waaronder 2000.voor arbeidsloonen
van het vaste personeel van den plantsoendienst; die van
het herstel van de muziektent op 1000.Van de totale
kosten ad 5500.behoeft dus door Uwe Vergadering nog
slechts een bedrag van 3500.te worden beschikbaar ge
steld, hetwelk zou kunnen geschieden door afschrij ving van
den post „Onvoorziene Uitgaven".
Onder mededeeling, dat de Commissie van Fabricage zich
met een en ander geheel kan vereenigen en voor verdere
bijzonderheden naar de overgelegde teekeningen en rapporten
verwijzende, geven wij Uwe Vergadering alsnu in over
weging door vaststelling van den hierbij overgelegden begroo-
tingsstaat, model C, dienst 1930, een bedrag van 3500.
beschikbaar te stellen voor den aanleg van een plantsoen
volgens het hierbij overgelegd plan A en voor het herstel
van de muziektent op het terrein van de voormalige sociëteit
„Musis Sacrum". Op den post voor „Onvoorziene Uitgaven"
is nog 31.262.71 beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 88. Leiden, 9 Mei 1930.
Met de eigenaressen van de perceelen aan het Gangetje,
hoek Breestraat en hoek Botermarkt, is thans overeenstem
ming bereikt met betrekking tot de verbetering van den
gevelwand aan het Gangetje, die nu, als gevolg van de
afbraak van eenige huizen, zulk een onooglijk aanzien heeft.
Aangezien de beste en meest logische oplossing van het
vraagstuk van verbetering van den straatwand wordt ver
kregen, indien de bestemming van de huizen in de nieuwe
gevels tot uiting komt, dient de gevel bekleeding gepaard
te gaan met het aanbrengen van winkelpuien met schuine
hoekoplossingen; de winkels zullen dus van hoekingangen
en winkelramen aan het Gangetje moeten worden voorzien.
Een voorziening van dezen aard te prefereeren vooral
ook uit een oogpunt van verruiming van het doorzicht ten
behoeve van het rijverkeer zal een beter aanzicht aan
de gevels geven en het overheerschend afsluitend karakter
ervan gedeeltelijk opheffen.
Teneinde voorts te geraken tot een behoorlijke en leven
dige architectonische oplossing van moeilijkheden, aanwezig
in verband met den bestaanden toestand, zijn in het plan
mede opgenomen een tweetal verticale lichtreclamezuilen
op de hoeken, een horizontale lichtbak en een tweetal
vitrines voor uitstallingen. Het aanbrengen van deze objecten
biedt tevens het voordeel, dat tegenover de te maken kosten,
voor de gemeente een, zij het ook thans niet te becijferen
bron van inkomsten, komt te staan.
De eigenaresse van het pand Breestraat-Gangetje, Mevr.
J. H. E. Driessen geb. Hoogenstraten, wenscht bovendien
een inwendige verbouwing van haar perceel ook van de
winkelpui aan de Breestraat tot stand te brengen in
aansluiting aan de verandering van den gevel aan liet
Gangetje en verzoekt deze verbouwing door de gemeente
te doen plaats hebben tegelijk met de van gemeentewege
uit te voeren werken voor de gevelbekleeding.
De kosten van het geheele werk, met inbegrip van die
van bedoelde verbouwing van het perceel Breestraat-Gangetje,
worden geraamd op ƒ15.450.Hierin draagt de eigenaresse
van dat pand een som van ƒ4500.bij, en de eigenaresse
van het perceel Botermarkt-Gangetje, Mej. W. Th. M. Geyer,
een bedrag van ƒ1000.Het verschil in grootte van de
bijdragen houdt uiteraard verband met de verbouwing van
eerstgenoemd perceel en met de omstandigheid, dat, zooals
hierna zal blijken, de gevelbekleeding (en vitrines) van het
huis Botermarkt-Gangetje, in tegenstelling met die van het
pand van Mevr. Driessen, eigendom van de gemeente blijft.
Voor rekening van de gemeente blijft mitsdien een som
van ƒ9950.—. Tot dekking hiervan kan in de eerste plaats
worden aangewezen de opbrengst van de afbraak der inder
tijd voor de verbreeding van het Gangetje aangekochte huizen,
ad ƒ1535.Het restant of ƒ8415.kan, in verband met
den aard der uitgaaf, worden geput uit het „Fonds voor
Stadsverbetering, Werkverschaffing en andere Sociale doel
einden".
Het reeds vroeger met Uwe machtiging (raadsbesluit van
26 September 1927, Ingek. Stukken no. 224), uitgegeven
bedrag van 1016.86 voor bestrating enz. wenschen wij
ten laste van den gewonen dienst te brengen. In den hier-
nevensgaanden begrootingsstaat zijn de daartoe noodige
posten opgenomen.
De nieuwe gevel van het huis Breestraat-Gangetje zal
eigendom van de eigenaresse van dat perceel zijn, in ver
band waarmede aan haar de ondergrond kosteloos in eigen
dom behoort te worden overgedragen en ten behoeve van
de gemeente het recht dient te worden gevestigd van het
hebben van een lichtreclamezuil op den hoek, met verbod
aan de eigenaresse om zonder toestemming van de gemeente
zelf reclame aan te brengen.
De nieuwe gevel voor het pand van Mej. Geyer en mits
dien ook de ondergrond zullen echter met het oog o. a. op
de vitrines, eigendom van de gemeente blijven, met dien
verstande echter, dat, wanneer later eens een verbouwing
mocht plaats hebben, die aan architectonische eischen be
antwoordt, de gevel door de gemeente kosteloos zal worden
afgestaan.
Onder mededeeling, dat ook naar het oordeel van de
Commissie van Fabricage volgens het aangegeven plan
voor verdere bijzonderheden zie men de in de Leeskamer
gedeponeerde teekeningen een alleszins bevredigende
toestand ter plaatse wordt verkregen, geven wij Uwe Ver
gadering alsnu in overweging:
a. door vaststelling van den overgelegden begrootings
staat, model D, dienst 1930, een bedrag van 15.450.
te onzer beschikking te stellen voor het aanbrengen van een
nieuwen gevelwand aan de perceelen Breestraat hoek
Gangetje en Botermarkt hoek Gangetje aan de zijde van
het Gangetje, met bijkomende werken, waaronder een inwen
dige verbouwing van eerstgenoemd perceel, volgens de over-