17 Leidenaren een auderen kijk op en een beter inzicht in onze gemeente zullen krijgen, dan zij thans hebben en dat velen, om diverse redenen, meer voor onze sleutelstad zullen gaan gevoelen, omdat zij eerst dan zullen begrijpen, dat Leiden zooveel meer biedt, dan zij dachten. Aangezien zooals gezegd het schrijven van de N. V. „Polygoon" van ouderen datum is en deze firma gunstig bekend staat, terwijl de condities van beide firma's ongeveer gelijk zijn, meenen wij, dat het vervaardigen van het reclamefilmpje van onze gemeente aan deze Naamlooze Vennootschap moet worden opgedragen. Onder mededeeling ten slotte, dat de aanbieding is gedaan inclusief één afdruk, dat meerdere afdrukken verkrijgbaar zijn voor de gemeente tegen betaling van ƒ0.50 per Meter en dat het negatief het eigendom der gemeente blijft, met dien verstande dat naast de gemeente ook de 17. V. „Poly goon" hiervan afdrukken mag vervaardigen, om deze als bijprogramma in bioscopen, op bijeenkomsten enz. te ver- toonen, geven wij Uwe Vergadering in overweging voor het maken van een reclamefilmpje van onze gemeente een bedrag van 700.te onzer beschikking te stellen. Op den post voor „Onvoorziene Uitgaven", waarvan dit bedrag moet worden afgeschreven, is nog ƒ39.012.71 beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 48. Leiden, 7 Maart 1930. Bij het ter visie liggend, om praeadvies in onze handen gesteld adres, d.d. 20 December j.l., verzoekt het bestuur van de Vereeniging tot stichting en instandhouding van scholen met den Bijbel te Oegstgeest, de benoodigde gelden te mogen ontvangen voor de stichting van een school voor gewoon lager onderwijs in de omgeving van den Rijns burger weg. Gelijk uit de stukken blijkt, heeft het bestuur voor de stichting van die school het oog laten vallen op een aan de gemeente in eigendom behoorend terrein aan de Ledenberch- straat. Door ons College wordt overwogen, of bedoeld terrein al dan niet voor schoolbouw kan worden bestemd. Hieromtrent zal te zijner tijd moeten worden beslist. Met het öog op den termijn binnen welken krachtens de L. O.-wet 1920 eene beslissing moet worden genomen, behoort echter in afwachting van de met betrekking tot de plaats, waar de school zal verrijzen te nemen beslissing thans een besluit te worden genomen op het verzoek om mede werking tot stichting van een school door het bedoelde bestuur. Onder de door het bestuur overgelegde, volgens de wet vereischte stukken bevinden zich vijf lijsten, bevattende de handteekeningen van ouders, die door het stellen van hunne handteekening op die lijsten, verklaren bereid te zijn hunne kinderen, in totaal 106, de te stichten school te doen bezoeken. Ben groot aantal dezer kinderen bezoekt een gelijksoortige bijzondere school, hetzij in deze gemeente, hetzij in de gemeente Oegstgeest. In verband daarmede brengen wij in herinnering, dat bij de wet van 30 December 1929 (S. 596) de werkingsduur van 11 van artikel LXIV der wet van 16 Februari 1923 (S. 38), zooals die paragraaf is gewijzigd bij de wetten van 30 December 1927 (S. 428) en 29 December 1928 (S. 506) is verlengd tot 1 Januari 1931. Op grond van het eerste lid van bedoelde paragraaf mogen bij de medewerking tot de stichting van eene nieuwe school onder de leerlingen, waarop de verklaring, bedoeld in het eerste lid van art. 73, onder a, betrekking heeft, niet worden medegerekend leerlingen, die de door hen bezochte gelijk soortige bijzondere school zouden verlaten, doch voor wie op die school gelegenheid tot plaatsing in de voor hen be stemde klasse zoude blijven, tenzij aanzienlijke toeneming van de bevolking in eenig deel der gemeente tot de stichting aanleiding geeft. Haar onze meening is de bevolking in de omgeving van den Rijnsburgerweg inderdaad zoodanig toegenomen, dat hier sprake is van de in voormelde zinsnede bedoelde omstan digheid. Het tweede lid van de hiervoren bedoelde paragraaf be paalt voorts, dat in afwijking van het bepaalde in de eerste alinea wel worden medegerekend leerlingen, die de door hen bezochte gelijksoortige bijzondere school zouden verlaten, indien deze in een andere gemeente gevestigd is, dan die waarin de te stichten bijzondere school gevestigd zal worden. De leerlingen die in de gemeente Oegstgeest een gelijk soortige school bezoeken mogen derhalve worden mede gerekend. Aangezien het bij 11 van art. LXIV der wet van 16 Februari 1923 (S. Ho. 38) bepaalde zich derhalve niet verzet tegen inwilliging van het verzoek om medewerking tot den bouw van eene school en het schoolbestuur bij zijne aanvrage de wettelijke voorschriften in acht heeft ge nomen, geven wij U, op grond van het hiervoren vermelde en met verwijzing naar het mede ter inzage gelegd advies van de Commissie voor het Onderwijs, in overweging te besluiten medewerking te verleunen aan het bestuur van de Vereeniging tot stichting en instandhouding van scholen met den Bijbel te Oegstgeest tot stichting van een schoolgebouw in onze gemeente. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J J. GROEN ZOON

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1930 | | pagina 3