16 de aansluiting van wijken op de centrale rioleering aange nomen, uit leening kunnen worden gevonden. Onder verwijzing voor verdere bijzonderheden naar de overgelegde stukken en teekeningen geven wij Uwe Verga dering alsnu in overeenstemming met de Commissie van Fabricage in overweging, door vaststelling van den overge- legden begrootingsstaat beschikbaar te stellen a. een bedrag van 47.500.voor de aansluiting van een gedeelte van wijk VI, op de kaart nader aangegeven, op de centrale rioleering b. een bedrag van 47.000.voor de aansluiting van een gedeelte van wijk VII, op de kaart nader aangegeven, op de centrale rioleering. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 45- Leiden, 7 Maart 1930. In de voortuinen van de perceelen Zijlsingel nis 5, 6 en 10—24 ligt een oud en slecht riool, dat reeds herhaaldelijk tot klachten aanleiding heeft gegeven. Uit de overgelegde teekening A blijkt, dat deze voortuinen bestaan uit twee gedeelten, een voorste gedeelte, dat aan de gemeente toe behoort, doch tegen eeri geringe recognitie in gebruik is bij de bewoners, en een achterste gedeelte, dat eigendom is van de eigenaren der woningen. Het bedoelde riool nu ligt, gelijk mede uit de teekening blijkt, in dit achterste gedeelte. Het is dus een particulier liool en de gemeente heeft daar mede geen bemoeienis. Een en ander heeft de bewoners der perceelen nis 1624 bereids aanleiding gegeven zelf een voorziening te treffen. De bewoners der perceelen nis 1015 daarentegen hebben zich met dit doel thans tot de gemeente gewend. Er bestaat voor de gemeente wel aanleiding, in deze de helpende hand te bieden, mits zij ook van de bedoelde achterste gedeelten van de betrokken voortuinen den eigen dom verkrijgt; immers blijkt uit de overgelegde teekening B, dat de gemeente ook die gedeelten grootendeels noodig heeft, om te zijner tijd aan den Zijlsingel ter plaatse de in het uitbreidingsplan voorziene breedte te kunnen geven. Op deze basis is met de betrokken eigenaren overeenstem ming bereikt in dier voege, dat de eigenaren der perceelen Nis 1115 en eveneens die van de nabijgelegen perceelen Nis 5 en 6 de particuliere gedeelten van de bij die percee len behoorende voortuinen geheel afstaan, terwijl de eigenaar van perceel No. 10 het particuliere gedeelte van den bij dat perceel behoorenden voortuin afstaat voor zoover buiten de ontworpen rooilijn liggende. Voorts is overeengekomen, dat de gemeente de kosten van overdracht draagt, terwijl de eigenaren na de overdracht de voortuinen, voor zoover als dan gemeentelijk eigendom, totdat zij voor de wegverbree- ding noodig zijn, in gebruik mogen behouden tegen betaling van .10 per jaar voor iederen voortuin in zijn geheel als een erkenning van het eigendomsrecht van de gemeente. Deze voorwaarden achten wij in de gegeven omstandigheden aannemelijk. In de rioleering wordt, in afwachting van de aansluiting van deze wijk op de centrale rioleering, voor- loopig voorzien door het maken van een noodloozing naar de Singelgracht. In overeenstemming met de Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging: a. om niet bij de gemeente in eigendom over te nemen de particuliere gedeelten der voortuinen, behoorende bij de perceelen Zijlsingel Nis 5, 6, 10 tot de ontworpen rooilijn, 11, 12, 13, 14 en 15, resp. kadastraal bekend Sectie K Nis 806, 803, 687, 686, 685, 684, 683 en 682, alle gedeeltelijk, met dien verstande, dat de gemeente de kosten van over dracht en die van de verbetering van de rioleering voor hare rekening neemt; b. te bepalen, dat de bewoners van de sub a genoemde perceelen desgewenscht de na vorenbedoelde overdracht bij de gemeente in eigendom zijnde bij die perceelen behoorende voortuinen tot wederopzeggens in gebruik mogen behouden tegen betaling van .10 per jaar voor iederen voortuin in zijn geheel als een erkenning van het eigendomsrecht van de gemeente. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 46. Leiden, 7 Maart 1930. Van den heer B. Buurman, architect, alhier, kwam een aanvraag in, om voor zijn nader te noemen lastgevers te mogen koopen een perceel bouwterrein op het Baamland, gelegen aan de Fruinstraat, op de bijgevoegde situatie- teekening in roode kleur aangegeven, groot 520 M2., ten einde daarop een dubbel landhuis te bouwen. Adressant biedt voor den grond een koopprijs van 10. per M2., welke prijs ons aannemelijk voorkomt. Hij gaat verder accoord met de hierna omschreven, aan den verkoop te verbinden voorwaarden. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage, geven wij Uwe Vergadering derhalve in overweging te besluiten aan den heer B. Buurman q.q., architect, wonende te Leiden, tegen den prijs van 10. per M2. te verkoopen het perceel bouwterrein op het Baam land, gelegen aan de Fruinstraat, op de overgelegde situatie- teekening in roode kleur aangegeven, groot 520 M.2., deel uitmakende van het perceel, kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie M, No. 4208, zulks onder de volgende voor waarden 1°. de verkoop van den grond geschiedt ten behoeve van den bouw van een dubbel landhuis, met den bouw waarvan niet mag worden aangevangen voordat, behalve de ver gunning ingevolge de bouwverordening, op de plannen en de plaatsing van dat dubbele landhuis de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders is verkregen; gelijke goed keuring is noodig bij herbouw of geheele of gedeeltelijke vernieuwing; 2°. de voortuin, ter diepte van vier meter, moet van den openbaren weg worden afgescheiden door een behoorlijk hek op doorgaanden steenen voet ten genoegen van Burge meester en Wethouders, en moet worden aangelegd en on derhouden volgens nadere aanwijzing en ten genoegen van Burgemeester en Wethouders; 3°. gebouwen of inrichtingen, waarvoor krachtens dc Hinderwet vergunning moet worden gevraagd, mogen op den te verkoopen grond niet worden opgericht; 4°. de nakoming van de onder 1°, 2° en 3° genoemde voorwaarden moet worden verzekerd door het vestigen van een servituut; 5°. de kooper is verplicht met de bebouwing van den te verkoopen grond aan te vangen uiterlijk zes maanden na de overdracht van den grond en deze bebouwing te vol tooien uiterlijk twee jaar na die overdracht; indien de koo per in gebreke blijft aan één en ander te voldoen, vervalt hij iti een boete aan de gemeente Leiden van 100.voor elke maand, dat hij te dien aanzien in gebreke mocht blij ven, welke boete verschuldigd en invorderbaar zal zijn door de enkele nalatigheid, zonder dat eenige ingebrekestelling noodig zal zijn; 6°. de kosten van opmeting en alle verdere kosten op de overdracht vallende, komen ten laste van den kooper; 7°. de akte zal worden gepasseerd door een door Burge meester en Wethouders aan te wijzen notaris. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 47. Leiden, 7 Maart 1930. Blijkens de in de Leeskamer liggende stukken heeft de N. V. Filmfabriek „Polygoon" te Haarlem d.d. 14 September 1929 een schrijven tot den Voorzitter van ons College ge richt, waarin zij aanbiedt om in moderne filmconstructie een beeld van de gemeente te scheppen, waarmede een korte, krachtige en doelmatige reclame voor deze gemeente wordt beoogd. Een schrijven van dezelfde strekking, doch van jongeren datum, n.l. 9 December 1929, ontving ons College daarop van de N. V. „Haghefilm" te 's-Gravenhage. Wij hebben ons aanstonds afgevraagd, of een dergelijk propaganda middel voor onze gemeente gewenscht moet worden geacht en meer in het bijzonder, of de aan het maken vau een dergelijk stedenfilmpje (300 a 350 Mr verbonden kosten (ƒ600.a ƒ700.evenredig zullen zijn aan het nut, dat de vertooning en het bezit van het filmpje voor de gemeente zullen opleveren. Ons College meent deze vragen bevestigend te moeten beantwoorden. Daargelaten, dat in tegenstelling met vele andere gemeenten tot nu toe zoo goed als niets werd gedaan, om voor deze gemeente propaganda te maken, gelooven wij, dat niet alleen Leiden door de tot standkoming van het filmpje voor de toekomst een waardevol beeld van de gemeente krijgt in haar huidigen toestand, doch tevens zijn wij overtuigd, dat van een stedenfilmpje, gelijk ons College I zich dat denkt, zulk een kracht kan uitgaan, dat vele niet-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1930 | | pagina 2