10
N°. 31. Leiden, 12 Februari 1930.
De gemeente is in de gelegenheid voor de som van
30.000.aan te koopen het perceel bouwterrein aan de
Os- en Paardenlaan en de Lusthoflaan, op de overgelegde
kaart in roode kleur aangegeven.
Aankoop van dit terrein, dat een oppervlakte heeft van
ruim 8000 M2., achten wij voor de gemeente gewenscht,
aangezien deze grond geschikt is voor den bouw van arbei
derswoningen en het bezit daarvan tevens de gelegenheid
biedt tot doortrekking van verschillende straten ter plaatse.
Onder mededeeling voorts, dat de koopprijs aannemelijk
is te achten, geven wij Uwe Vergadering in overweging te
besluiten
a. tot aankoop in het belang van de Volkshuisvesting
tegen den prijs van 30.000.van de perceelen grond en
water aan de Os- en Paardenlaan en de Lusthoflaan, kada
straal bekend gemeente Leiden, Sectie K, Nis. 4039, 4040,
3425, 3426, 3427, 3428 en 4042 (met uitzondering van het
water behoorende tot dit perceel, voor zoover gelegen langs
het perceel K, Nis 459 en 4043) tezamen groot 8000M2.,
alsmede van de perceelen water, kadastraal bekend gemeente
Leiden, Sectie N, Nis 142 en 155, tezamen groot 550 M2.,
zulks onder de in de Leeskamer ter visie liggende voor
waarden
b. de sub a genoemde perceelen in te brengen in het
Gemeentelijk Grondbedrijf voor de koopsom, vermeerderd
met de kosten op den aankoop vallende
c. vast te stellen de hierbij overgelegde wijziging van de
begrooting van het Gemeentelijk Grondbedrijf, dienst 1930,
en van den mede hierbij gevoegden begrootingsstaat, model
D., dienst 1930, groot met inbegrip van de kosten van
overdracht 30.300.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 32. Leiden, 12 Februari 1930.
Bij Uw besluit van 28 October j. 1. werd ons College ge
machtigd aan den heer H. J. Labree, bij deurwaardersex-
ploit, te doen aanbieden een bedrag van 6000.als koop
som voor de perceelen in de Koppenhinksteeg, kad. bekend
gemeente Leiden, Sectie I, Nis 2206, 122 en 2306, en ingeval
de heer Labree dit bod niet mocht aannemen, een rechts
vordering in te stellen tot onteigening van de genoemde
perceelen, en tot het bepalen van het bedrag der schade
loosstelling.
Zooals Uwe Vergadering bekend is, is het bezit van deze
perceelen noodig ten behoeve van de stichting van een
gymnastieklokaal voor de Bijzondere School aan de Hoog-
landsche Kerkgracht No. 20a, en de uitbreiding van de
Kaasmarkt.
Uit de in de Leeskamer ter inzage liggende stukken zal
U blijken dat ons College intusschen tot overeenstemming
is gekomen met den heer Labree omtrent den prijs van de
hem toebehoorende perceelen. Hij is bereid die perceelen
thans af te staan voor de som van 8500.welk bedrag
ons om verschillende redenen aannemelijk voorkomt.
Indien Uwe Vergadering hiermede instemt dan zal het
besluit van 28 October j.l. in zooverre moeten worden ge
wijzigd dat de daarin genoemde som van 6000.wordt
verhoogd tot 8500.
De onteigeningsprocedure moet dan echter toch formeel
worden doorgevoerd tot op de uitspraak bij eindvonnis, aan
gezien de perceelen door dat eindvonnis worden gezuiverd
van alle onbekende erfdienstbaarheden en andere lasten,
hetgeen bij verkoop van de perceelen en royeering van liet
proces niet het geval is.
Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging haar
besluit van 28 October j.l., in zake de onteigening van de
perceelen gemeente Leiden, Sectie I Nis 2206, 122 en 2306,
in zooverre te wijzigen dat het daarin genoemd bedrag van
6000.wordt verhoogd tot 8500.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 33. Leiden, 12 Februari 1930.
In Uwe zitting van 28 October j.l., werd besloten tegen
de erven Hazenberg een rechtsvordering in te stellen, strek
kende tot doorhaling van de in 1812 en 1813 genomen
hypothecaire inschrijvingen ter verzekering van de betaling
van jaarlijksche erfpachten ten aanzien van verschillende
perceelen behoorende tot het grondencomplex „Zuiderzicht".
Intusschen werden de onderhandelingen met de erven
Hazenberg in zake den afkoop van de erfpachten en de door
haling van de hypothecaire inschrijvingen voortgezet.
Blijkens de in de Leeskamer ter visie liggende stukken
is thans met de erven ter zake overeenstemming bereikt.
Zij verklaarden zich tot afkoop bereid tegen betaling van
een som van ƒ2.000.in totaal en stemden ook reeds toe
in de doorhaling van de hypothecaire inschrijvingen. Deze
doorhaling heeft dan ook inmiddels plaats gehad, waar
mede de bezwaren verbonden aan de overdracht van de
verkochte gedeelten van „Zuiderzicht" aan de desbetref
fende koopster, uit den weg waren geruimd.
Deze minnelijke oplossing van het geschil, waardoor een
procedure wordt voorkomen, komt ons met den rechtsge
leerden raadsman der gemeente aannemelijk voor.
In overeenstemming met diens advies geven wij Uwe
Vergadering derhalve in overweging om met intrekking van
Uw aangehaald besluit van 28 October 1929 te besluiten:
a. met de erven Hazenberg een overeenkomst aan te
gaan, waarbij dezen tegen betaling door de gemeente van
een bedrag van ƒ2.000.afstand doen van alle te hunnen
name of behoeve staande zakelijke rechten, in het bijzonder
van die, waardoor hetzij de gemeente Leiden, hetzij eene of
meer opvolgende eigenaren van een of meer der perceelen
behoorende tot het grondencomplex „Zuiderzicht" geheel of
gedeeltelijk tot eenige betaling onder den naam van erfpachten
of van grondrenten of welke andere benaming ook aan hen
of een of meer hunner verplicht zouden kunnen zijn en
waarbij zij machtiging verleenen tot doorhaling van de ten
hypotheekkantore ten laste van die perceelen ingeschreven
hypotheken, een en ander zooals nader is omschreven in
de beide in de Leeskamer ter visie liggende ontwerp-over-
eenkomsten;
b. vast te sf ellen den hierbij overgelegden staat tot
wijziging van de begrooting van het Gemeentelijk Grond
bedrijf, dienst 1930, en den mede hierbij overgelegden begroo
tingsstaat, model D, dienst-1930, groot ƒ2.000.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 34. Leiden, 12 Februari 1930.
De heer J. A. J. Alkemade, te Noordwijk, verzocht ons
van de gemeente te mogen koopen of pachten een gedeelte
berm langs den Haarlemmertrekvaartweg, ter grootte van
1050 M2., kadastraal bekend gemeente Noordwijkerhout,
Sectie C, No. 833 (ged.), op de bijgevoegde situatieteekening
in rood aangegeven, gelegen onder de gemeente Noord-
wijkerhout.
Tegen den verkoop van bedoeld gedeelte grond bestaat
noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij ons College
bezwaar, op grond van ons reeds vroeger uitgesproken ge
voelen (zie o.a. Ingek. Stukken No. 17 van 1926 en No. 111
van 1927), dat de gemeente bij het behoud van stukken
berm, zoo ver buiten het grondgebied van de gemeente
gelegen, geen belang heeft.
Ook thans kan de prijs worden gesteld op ƒ1.per M2.,
verhoogd met 0.10 per M2 als vergoeding voor het rooien
van de stoven overeenkomstig het raadsbesluit van 5 Juli
1920 (Ingek. Stukken No. 219). Met dezen totaalprijs van
1.10 per M2. gaat adressant accoord.
In overeenstemming met het advies der Commissie van
Fabricage geven wij Uwe Vergadering mitsdien in over
weging te besluiten tot den verkoop aan J'. A. J. Alkemade,
te Noordwijk, van een gedeelte berm langs den Haarlemmer
trekvaartweg, deel uitmakende van het perceel, kadastraal
bekend gemeente Noordwijkerhout, Sectie C, No. 833, tot-
op een afstand van 1 Meter buiten de bestaande weg-
grens, groot 1050 M2, op de bijgaande situatieteekening
in rood aangegeven, gelegen onder de gemeente Noordwijker
hout, tegen den prijs van 1.10 per M2.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 35. Leiden, 12 Februari 1930.
Van den heer J. W. Reijneveld, architect alhier, kwam een
aanvrage in om voor zich of zijn nader te noemen lastgever