DINSDAG 21 JANUARI 1930. 39 aanbesteed waren. Hoewel men beneden de begrooting bleel, kon aan elke woning nog een kamer worden bijgebouwd. Voor een tuinafscheiding voor 26 woningen werd door een aannemer 70.000.gevraagd; in eigen beheer kostte het 39.000.Een bureaugebouw, tijdens de uitsluiting in eigen beheer gebouwd, kwam ondanks vele moeite en tegenwerking bij de levering van materialen, met inbegrip van den geheelen inventaris, meubelen, lichtdrukmachine en centrale ver warming op 140.000.terwijl door den aannemer de bouw alleen zonder meer op 200.000.was getaxeerd. Burge meester en Wethouders deelden in den Raad mede, dat in 2 jaren door de uitvoerjng van verschillende werken in eigen beheer 70 000.a 80-000.bespaard was. In Schoten gaf de bouw van 100 arbeiderswoningen in eigen beheer aan leiding tot klachten in den Raad; de conclusie van een inge stelde commissie van onderzoek was, dat haar in geenen deele was gebleken, dat de bouw inferieur was of dat materiaal gebruikt was van mindere qualiteit: het was haar integendeel opgevallen, dat de woningen er solide uitzagen en gunstig afstaken tegenover woningen in den omtrek, gebouwd door particulieren. Nu vraagt de heer Spendel, wat hier dan te duur is uitgevoerd; op de schandalen hier komt spreker nog terug. Spreker zou nog veel meer bewijzen kunnen aan voeren; alleen wil hij nog vermelden een staatje van de werkzaamheden op elk gebied, die door verschillende ge meenten in eigen beheer worden uitgevoerd. Spreker zou kunnen voortgaan met het aanvoeren van tal van bewijzen en gegevens, maar hij zal dat thans nalaten. Hij doet voorlezing van een staat, aangevende welke werk zaamheden een zestiental gemeenten in eigen beheer uitvoeren, waaruit tevens blijkt, dat die werkzaamheden op elk gebied liggen. Spreker wil eens een geval uit Leiden aanhalen. Eenige jaren geleden bezichtigde de Commissie van Fabricage op haar jaarlijkschen inspectietocht den hout voorraad op de Werf en spreker nam er speciaal nota van, omdat hij van houtsoorten eenige. kennis heeft. Toen kwam bij hem de vraag op: hoe heeft die aanbesteding plaats en wordt daarbij voorgeschre ven, dat eerste soort hout moet worden geleverd? Wat dit laatste betreft, kreeg spreker een bevestigend antwoord. Op een paar houtstapels wijzende vroeg spreker aan den direc teur ot deze kon verklaren, dat dit eerste soort hout was, waarop de directeur volmondig erkende, dat het geen eerste soort hout was. Naar sprekers meening was het derde soort hout. Op zijn vraag hoe het mogelijk was, dat, terwijl bij het bestek de levering van eerste soort hout was voorgeschreven, een ander soort hout werd geleverd, kreeg hij ten antwoordnu ja, die houtleverancier weet wel, dat die deelen worden ge bruikt voor de gaten, welke bij de rioleeringswerken worden gegraven, en zij daarom niet zoo mooi behoeven te zijn. Die leverancier krijgt eerste soort hout betaald. De heer Splinter voegt spreker toe, dat die leverancier- voor tweede soort hout heeft ingeschreven. Spreker zegt, dat de Wethouder er niet omheen moet draaien, want deze aan besteding gold eerste soort hout. Spreker heeft even den zwendel willen demonstreeren, welke al bij de aanbesteding plaats heeft. Eenigen tijd ge leden is het bij het aanbesteden van de levering van verf- materiaal vanwege Gemeentewerken gebeurd, dat tot driemaal toe een firma niet de soorten vernis leverde, waarvoor zij had ingeschreven en die vernissen tot driemaal toe werden teruggestuurd; Na den derden keer kwam mijnheer zelf en vroeg wat er toch wel aan de geleverde waar mankeerde. Misschien dacht hij den persoon, die de vernissen moest keuren, wat in de handen te kunnen draaien, maar die per soon hield voet bij stuk. De heer Bergers zegt, dat dit een verdachtmaking is en dat spreker maar eens moet vertellen wat die leverancier aan den betrokken persoon heeft gepresenteerd. Spreker ant woordt, dat hij feiten noemt en niet insinueert. De leveran cier wilde beweren, dat de door hem geleverde vernissen goed waren, maar uit een onderzoek van getrokken stalen bleek het tegendeel. De heer Spendel merkt op, dat spreker heeft gezegd, dat die leverancier kwam kijken of de man, die de geleverde vernissen moest keuren, was om te koopen. Spreker zegt, dat niet gezegd te hebben, maar vraagt of de heer Spendel wellicht wil beweren, dat dergelijke practijken niet voor komen. De heer Elkerbout zegt, dat de heer Schüller dan ook moet zeggen wie het geweest is. De heer Schüller zegt, dat de leverancier van die hout soorten was Noordman van den Haagweg. De heer Splinter weet hiervan evengoed als spreker. Nu zijn in Leiden in eigen beheer de Lichtfabrieken en het Slachthuis. Wordt er nu over dat beheer geklaagd? Worden deze bedrijven niet behoorlijk geëxploiteerd? Men kan natuurlijk op een onderdeel aanmerkingen hebben, zooals b. v. de heer van Eek voorstelt den gasprijs te verlagen. De heer Wilmer vraagt, of dit een onderdeel is; spreker dacht, dat de prijs zoo voornaam was. De heer Schüller zegt, dat de prijs toch een onderdeel is van de exploitatie bij de Lichtfabrieken. Met de exploi tatie als zoodanig heeft die echter niets te maken. De exploi tatie zoowel van de Lichtfabrieken als van het Slachthuis is af. Echter worden de kleinste werkjes, van 100.—tot 600.— uitbesteed; deze kosten veel voorbereidend werk, zooals bestek, aanwijzing, aanbesteding, en veroorzaken buitengewoon veel kosten voor advertenties, het drukken van bestekken. Wan neer men de bestekken van het schilderwerk leest, welk een extra kosten worden er dan gemaakt voor dit betrekkelijk luttel bedrag. Welk een tijd kost het niet om deze werk zaamheden te controleeren! Uit het bestek van de verfwer- ken voor 1929 blijkt, dat deze 10 in aantal zijn; volgens den uitslag van de aanbesteding moeten die door 6 aannemers uitgevoerd worden voor 7.949.50. De opzichter moet dus niet alleen 6 aannemers contröleeren, maar ook dag in dag uit 10 verschillende werken bezoeken, wil hij tenminste be hoorlijk toezicht kunnen houden. Zoo is de levering van meubilair en de reparatie aan diverse scholen enz. voor 1929 aanbesteed voor in totaal 7.574.Zoo zijn de schilders werkzaamheden voor 1930 aanbesteed voor 14.908.70; deze 14 werken worden uitgevoerd door 8 aannemers. Het typee- rende is, dat deze aanbesteding vervroegd heeft plaatsgehad, om te trachten de werkloosheid onder de schilders te beteu gelen. Hoe goed de heer Goslinga dit ook bedoeld heeft, de werklooze schilders hebben er naast gegrepen wanneer zij nu werkloos zijn en uitgetrokken, kan de gemeente hun steun geven; de gemeente had dien steun kunnen uitsparen door hen des winters aan het werk te zetten, terwijl nu de patroons met de winst gaan strijken. Zoo is het ook met andere werkzaamheden. Alle kleine werkjes worden aanbesteed; de gemeente schijnt zich niet te kunnen opwerken om dit, zooals in andere gemeenten, in eigen beheer uit te voeren. Wan neer men al die werkjes ziet in de staten, die spieker als lid van de Commissie van Fabricage altijd toegestuurd krijgt, dan zou men zeggen, dat er zooveel werklieden voor noodig zijn en zooveel toezicht; evenwel zijn er bij heel veel werken, die groot lijken, heel weinig arbeiders werkzaam. Men be roept er zich op, dat er dan zooveel toezicht noodig zal zijn, maar dat zal wel losloopen. Spreker heett deze bestekken genoemd, om te laten zien, dat de contröle hier nooit afdoende kan zijn, in de eerste plaats, omdat de aard der werkzaam heden contröle uiterst moeilijk maakt; bovendien is de amb tenaar, van hoe goeden wil hij ook is, practised niet voldoende bekend met het schildersvak; men draagt namelijk het toe zicht op aan bouwkundige opzichters, die natuurlijk wel toezicht kunnen houden op bouwkundige werkzaamheden. Maar het gemeentebestuur beeft niet een opzichter in dienst, die speciaal vakkundig is in het schildervak, en als men nu in aanmerking neemt, dat, zooals spreker aan de hand van het rapport der schilderspatroons heeft aangetoond, het een vak is, dat men door en door moet kennen, zal men het met spreker eens zijn, dat het dezen ambtenaar, hoe goed hij ook zijn plicht doet, onmogelijk zal zijn de werken behoorlijk te contröleeren. Men zal spreker straks wellicht antwoorden, dat ook te Leiden reeds werkzaamheden in eigen beheer worden uit gevoerd. Dat is juist en ook hier is bewezen, dat daardoor een besparing wordt verkregen. Reeds twee jaren worden bij Gemeentewerken de kleine loodgieters-reparaties, zooals kranen en lekkages, in eigen beheer uitgevoerd en zelfs die kleine werkzaamheden hebben in die twee jaren een bezuiniging van f 1000.gebracht. De heer Eikerbout voegt spreker toe: omdat het loon niet volgens contract is uitgekeerd. Spreker meent, dat het loon wel volgens contract is uitgekeerd, maar heeft de heer Eiker bout gelijk, dan nagelt hij door zijn mededeeling Burgemeester en Wethouders aan den schandpaal. Maar bovendien, als de heer Eikerbout wist, dat die loodgieters beneden het contract loon werkten, waarom heeft hij, die behalve Raadslid ook bezoldigd bestuurder van den Chr. Metaalbewerkersbond is, Burgemeester en Wethouders dan stiekum hun gang laten gaan? De heer Eikerbout voegt spreker toe, dat hij het aan den Directeur van Gemeentewerken heeft gezegd. Spreker meent, dat dit niet veel zal uithalen. De heer Eikerbout antwoordt, dat dit nog moet blijken. Het is spreker onbegrijpelijk, dat aan de Lichtfabrieken dag in, dag uit, jaar in jaar uit het schilders-en smidswerk, werk zaamheden, die niet toevallig, doch dagelijks voorkomen, worden uitbesteed. tiet doel van dit uitbesteden is dan ook geen ander, dan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1930 | | pagina 3