MAANDAG 13
JANUARI 1930.
5
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XVIII. Voorstel tot aankoop van het perceeltje grond, kad.
bekend gemeente Valkenburg, No. 1304, ged., ten behoeve
van de gasvoorziening van die gemeente.
(Zie Ing. St. No. 10.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XIX. Voorstel:
a. om ter beschikking te stellen van de Electriciteitsfabriek
een terrein aan de Cobetstraat, groot 1925 M2., ten
behoeve van de vestiging van een onderstation c.a,;
b. om goed te keuren, dat door die fabriek ten behoeve
van de vestiging van het sub a bedoeld onderstation c.a.
een bedrag van ƒ266.000.—, wordt besteed,
een en ander met wijziging van -het raadsbesluit van 24
Juni 1929.
(Zie Ing. St. No. 11.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XX. Voorstel tot verhooging van de voor 1929 uitgetrokken
subsidie aan het Burgerlijk Armbestuur met ten hoogste
ƒ7000.en tot vaststelling van den desbetrefïenden begroo-
tingsstaat.
(Zie Ing. St. No. 12.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XXI. Voorstel tot toekenning van een bijdrage in de kosten
van een aan de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten
aan te bieden aankleeding van de bestuurskamer, ter gelegen
heid van de stichting van een eigen gebouw door die ver
eeniging.
(Zie Ing. St. No. 13.)
De heer van Eck heeft met belangstelling van dit voorstel
kennis genomen. Spreker acht het een heugelijk feit, dat een
belangrijke vereeniging als de Vereeniging van Nederlandsche
Gemeenten een eigen gebouw krijgt en vindt het een sympa
thiek plan om door vereende krachten van de millioenen indirecte
leden van deze vereeniging de bestuurskamer behoorlijk aan
te kleeden. Sprekers sympathie is gestegen, toen hij vernam,
dat die aankleeding zou dragen een eenvoudig karakter, daar
hij altijd heeft geleerd, dat eenvoud het kenmerk van het
ware is; daar het ware ook waardig is, zou men dus krijgen
een eenvoudige, doch waardige aankleeding, maar toen hij
even verder las, dat die aankleeding ƒ15.000.— zou kosten,
dacht hij: eenvoud kan wel goed zijn, maar blijkt soms wel
bijzonder kostbaar. Dat bestuur zal toch niet zoo heel groot
zijn en spreker is dus van dat bedrag wel wat geschrokken.
Spreker heeft in de stukken geen verdere toelichting gevon
den en begrijpt dus niet goed, waarom dit 15.000.zou
moeten kosten. Natuurlijk moet die aankleeding eenigszins
in stijl zijn en zal men de hulp moeten inroepen van de een
of andere artistieke kracht; natuurlijk kan men dat niet doen
voor een paar honderd gulden, maar toch zou spreker gaarne
eenige nadere inlichtingen hebben; zooals het voorstel daar
ligt heeft spreker er bezwaar tegen: de eenvoud is wel een
beetje op den achtergrond geraakt en dient alleen om den
vorm te rechtvaardigendie aankleeding is inderdaad niet
eenvoudig. Spreker vergelijkt dit niet met de aankleeding
van een gewoon particulier vertrek, maar houdt rekening
met het doel en met het feit, dat dit bedrag wordt bijeenge
bracht door alle leden. Zooals het voorstel hier ligt moet
spreker er echter bezwaar tegen maken.
De Voorzitter is niet nader bekend met de hieromtrent
bestaande plannen en kan dus niet heel gemakkelijk den heer
van Eck beantwoorden. Het College heeft dit verzoek bereikt
en het heeft niet kunnen vermoeden, dat hiertegen van
eenige zijde bezwaren zouden rijzen, vooral omdat collega's
en partijgenooten van den heer van Eck met dit voorstel
geheel accoord gingen, b.v. in de afdeeling Zuid-Holland, en
het zelfs hebben aanbevolen. Men moet echter een bedrag
van 15.000.niet beschouwen als een buitensporige uitgave
voor een kamer, waaraan men werkelijk een waardig aanzien
wil geven. De Raadszaal hier is een kamer met kale muren,
waarin eenige schilderijen, die men had, aangebracht zijn.
Wanneer de gemeente die had moeten koopen, zouden voor
haar de kosten, wat de aankleeding van de zaal betreft, niet
ver van de 15.000.zijn afgebleven. De heer van Eck zal
moeten toegeven, dat men zich er over mag verheugen, dat
men vroeger aan dergelijke kamers heel wat kosten heeft
besteed. Wil men ze voor het nageslacht bewaren, dan moet
men bij de inrichting niet te veel op de kosten zien. Waar
een zoo groot aantal gemeenten aan het geschenk wil deel
nemen, zullen degenen, die het denkbeeld hebben geopperd
en tot uitvoering willen brengen, hebben gedacht: met betrek
kelijk geringe kosten voor ieder der deelnemers kunnen wij
een schoon stuk werk laten maken.
Voor de gemeente Leiden is ƒ175.een geringe bijdrage.
Spreker hoopt, dat de heer van Eck, ook terwille van het
nageslacht, zijn stem aan dit voorstel zal willen geven.
Het spijt spreker, dat hij geen teekeningen kan laten zien
en geen nadere inlichtingen kan verstrekken, maar, waar het
hier over een betrekkelijk gering bedrag gaat, hoopt hij, dat
de Raad het voorstel zal aannemen.
De heer van Eck neemt het den Voorzitter geenszins kwalijk,
dat hij niet meer inlichtingen kan verstrekken, maar toch
zal hij, waar de verkregen inlichtingen onvoldoende zijn, zijn
stem aan het voorstel van Burgemeester en Wethouders
moeten onthouden. Het is mogelijk, dat men in de in te
richten bestuurskamer b. v. een kostbaar schilderij wil ophan
gen om die voor ons land te bewaren, of dat er andere
bijzondere redenen zijn om de aankleeding van die bestuurs
kamer zoo duur te maken, maar zonder nadere toelichting
heeft spreker er bezwaar tegen daaraan mede te werken.
Dikwijls is er in den Raad uitvoerig gediscussieerd, soms
zelfs heftig, over de al dan niet noodzakelijkheid van bepaalde
uitgaven, en dan stelden Burgemeester en Wethouders zich
op het standpunt, dat zuinigheid geboden was en geen buiten
gewone uitgaven mochten worden gedaan. Het gaat welis
waar slechts over een bedrag van f 175.dat op zichzelf
geen bezwaar zou opleveren, maar de hoofdzaak is hier het
principe. Wanneer dergelijke groote bedragen worden besteed,
zij het dan ook door samenvoeging van onderscheidene kleine
bedragen, moet er zekerheid bestaan, dat het geld goed wordt
besteed.
Spreker zou wenschen, dat Burgemeester en Wethouders
nader onderzochten waarom men deze bestuurskamer op zoo
kostbare wijze wil aankleeden. Kan dat niet, dan zal spreker
zijn stem aan het voorstel onthouden, al doet hij dat niet
con amore, omdat het plan hem sympathiek is en hij het
jammer vindt, als Leiden als spelbreker moet optreden.
De Voorzitter wijst er op, dat deze bestuurskamer het
karakter zal krijgen van een zaal. Het bestuur der Vereeni
ging telt 25 personen, zoodat een ruime kamer beschikbaar
moet zijn. In het genoemd bedrag van 15000.zijn be
grepen zoowel de kosten van de aankleeding als die van de
meubileering. Moet men voor zulk een zaal een tapijt aan
schaffen, dan komt men beneden de 3000.niet klaar,
terwijl voor de gordijnen, den parketvloer, de bewerkte lam
briseering enz., groote uitgaven worden vereischt. Denkt men
daarbij aan de stoelen en andere meubelen, dan is een bedrag
van 15000.spoedig bereikt. Ontleedt men dat bedrag en
gaat men na wat er voor gemaakt moet worden, dan kan
men het niet overdreven noemen.
De heer van Eck is toch niet overtuigd. De Raad krijgt
altijd, vooral van Burgemeester en Wethouders, wijze lessen,
om toch vooral soberheid toe te passen bij de uitgaven voor
den publieken dienst; dit voorstel is daarmede volkomen in
strijd. Men kan in het algemeen redeneerendit geld is niet
weggegooid en het is voor een goed doel, maar de ruimte
van middelen van Leiden laat niet toe om het zonder nood
zaak daarvoor te besteden. De publieke lichamen moeten
het voorbeeld geven in soberheid; men moet beoordeelen het
doel, waarvoor het geld gegeven wordt. Spreker is dus niet
geneigd zijn stem aan dit voorstel te geven.
Over het voorstel van Burgemeester en Wethouders staken
vervolgens de stemmen, aangezien 15 leden zich daarvoor en
15 leden zich daartegen verklaren.
Vóór stemmen: de heeren van Es, Donders, Spendel, van
der Reijden, Tepe, Reimeringer, Splinter, Goslinga, Bergers,
de Reede, Huurman, Zitman, Meijnen, Parmentier en van Tol.
Tegen stemmen: de heeren Bosman, Manders, Wilbrink,
mevrouw Braggaarde Does, de heeren Groeneveld, van Eck,
Kooistra, Verweij, van Stralen, Schüller, Koole, de Meij,
Wilmer, Kuivenhoven en Romijn.
De Voorzitter: Aangezien de stemmen staken, zal over
het voorstel van Burgemeester en Wethouders in de volgende
vergadering een herstemming plaats hebben.