2
MAANDAG 13
JANUARI 1930.
Een belangrijk besluit nam Uwe Vergadering, toen zij een
contract aanging met de gemeente Nieuwkoop over den afvoer
van vuil en daarmede een eind maakte aan de vuilverbran
ding. Aan de Lichtfabrieken werd hierdoor tevens een wel
kome verruiming van hun te benepen terrein bezorgd.
Een groote turbogenerator werd daar opgesteld en zal weldra
het bedrijf nog grootere expansiemogelijkheid en vooral meer
bedrijfszekerheid verschaffen.
Flinke voortgang kon worden gemaakt met den bouw van
de Havenbrug, evenals met den aanleg van de centrale
rioleering.
Wat het aanzien en de begaanbaarheid van de stad betreft,
kwamen eenige belangrijke maatregelen tot stand, als ver
betering van de Singels en van den Stationsweg, de plannen
voor den aanleg van een weg langs de Wassenaarsche tram,
terwijl eindelijk ook een nieuw complex straten gelegd werd
op het terrein van Zuiderzicht, waar het laatste van de langs
de Singels gelegen buitenhuizen nu herschapen is in een
nieuw stadskwartier, waar de woningen even snel betrokken
woideri als zij verrijzen.
Al kan men ook nu nog eenige keeren per week genieten
van het vroolijke bedrijvige leven, dat de Groenten veiling aan
Apothekersdijk en Boommarkt geeft, de noodzakelijke ver
plaatsing van de markt naar buiten kwam, door een flink
particulier initiatief gesteund, door den door U genomen
maatregel om in den Zoeterwoudschen Weg een brug te
slaan, tot stand.
Aan krachtig en sympathiek particulier initiatief dankt onze
stad de vestiging hier van de Anna-ldiniek voor misvormde
kinderen, die dit jaar geopend werd.
De ingebruikneming van het Boerhaave-kwartier maakte
geregeld voortgang, zoodat Boerhaave nu nog slechts voor
een enkele kliniek in het oude Ziekenhuis de wacht houdt
en hij zelf verlangend naar een nieuwe standplaats schijnt
uit te zien.
Het overleg, dat noodig was om de verbinding van het
Haagweg- en het Morschkwartier tot stand te brengen, heeft
plaats gehad en niets staat de uitvoering van dit nuttige
werk meer in den weg. Ik hoop, dat Gij spoedig de daar
voor noodige fondsen zult kunnen voteeren.
De Leidsche Hout naderde dit jaar zijn verwezenlijking.
De gemeente trekt van dit werk dubbel profijt, vooreerst
toch konden daaraan tal van werkloozen worden te werk
gesteld en vervolgens wordt onze stad weer een aantrekke
lijkheid te meer rijk.
Het bestuur toonde door met de uitvoering een begin te
maken, dat het vertrouwde, dat de burgerij zijn durf zou
waardeeren. Ik twijfel niet, of zij koestert die waardeering,
maar in geld uitdrukken deed zij die nauwelijks en toch is
dat wel dringend noodig.
De bevolking, opnieuw geteld na den brand, neemt door
vertrek sterker af dan dat zij door vestiging van buiten groeit.
Ik hoop, dat, wanneer Gij, naar wij verwachten, straks in een
aanmerkelijke verlaging der belasting zult hebben toegestemd
en de in het afgeloopen jaar tot wet verheven nieuwe rege
ling van de financiëele betrekking tusschen Rijk en Gemeenten
in 1931 een nog belangrijker vermindering van den belasting
druk voor onze inwoners zal brengen, Leiden weer zijn oude
aantrekkingskracht zal terugkrijgen. Wij zullen dan met
gerust geweten propaganda voor vestiging in onze gemeente
met haar voortreffelijke onderwijsinrichtingen kunnen maken.
Een commissie onderzoekt intusschen hoe de stad haar
handel en industrie kan doen groeien.
De werkloosheid was dank zij de werkverschaffing in den
Leidschen Hout en economisch gunstigeren toestand aanzien
lijk geringer.
Het in den lande dreigend pokkengevaar heeft onze gemeente
gelukkig nauwelijks geraakt.
En eindelijk, hoe smartelijk het ook is met onze gedachten
weer terug te keeren tot dien afschuwelijken Februarinacht,
mag ik die Leidsche ramp niet onvermeld laten, al ware het
daarom, dat hij het Gemeentebestuur voor geruimen tijd met
lamheid heeft geslagen en daardoor de loop der gebeurte
nissen in de rest van het jaar in geheel andere richting ging
dan het College gemeend had ze te kunnen sturen.
Scheen het in den aanvang, dat de machinerie minder
stoornis zou ondervinden dan men vermoeden moest, geleidelijk
is gebleken, dat het gemis van die schatten van gegevens en
inlichtingen, die ons verbrand archief bevatte, ons voort
durend moeilijkheden en groot tijdverlies berokkent.
Voor de groote belangstelling, die wij van het Koninklijk
Huis en van zoo tal van anderen, landgenooten en vreemde
lingen, mochten ondervinden, zijn wij innig dankbaar. In die
algemeene deelneming vonden wij een zekere troost. Er was
en dat waardeert het College nog meer een andere
reden tot dankbaarheid, ja tot blijmoedigheid te midden van
al het sombere en dat is de wijze, waarop de ambtenaren
der gemeente voor hun taak zijn opgekomen. Dat zij een en
al hulpvaardigheid en opoffering waren in de weken kort na
den brand spreekt vanzelf, dat zij hiermede het geheele jaar
zijn doorgegaan kon slechts voortspruiten uit een zeer hooge
opvatting van hun plichten tegenover de gemeenschap, die zij
dienen.
Het hoofd van de Gemeente-Secretarie, onze toegewijde
Secretaris, de Ontvanger, de Directeuren van Gemeentewerken
en Bouw- en Woningtoezicht hebben geen van allen tever
geefs een beroep op hun medewerkers gedaan om, de een
meer, de ander minder vrijen tijd in de avonduren beschik
baar te stellen en de gemeentelijke administratie weer op te
bouwen. Er is gewerkt met belangloosheid, hard en goed, en
ik verklaar met gerechtvaardigde trots, dat Leiden beschikt
over voortreffelijke dienaren, die ik hier openlijk dank en
hulde breng.
En zou ik nu verzuimen het gewichtigste en moeilijkste
besluit, dat Gij nog voor het einde van het jaar naamt, te
vermelden? Het verheugt mij, dat men toch nog in hetzelfde
jaar, waarin het schoonste bezit teloor ging, den eersten stap
kon zetten op den weg, die moet leiden tot herstel van het
verlorene. Deze eerste siap zal dit jaar door meerdere gevolgd
moeten worden en alleen al daarom zal 1930 van U dus belangrijk
weik vragen; werk, dat U in de herinnering van vele ge
slachten zal doen voortleven.
Mogen die het U tot een roem rekenen!
Daarnaast komen als de teekenen niet bedriegen nog eenige
zeer verstrekkende maatregelen op het program Uwer werk
zaamheden, althans weet ik, dat de veemarktplannen klaar
zijn en dat het uitbreidingsplan gereed is om besproken te
worden.
U zij bij dit belangrijk werk Gods beste Zegen toegewenscht!
(Teekenen van instemming.)
De heer Huurman beantwoordt de toespraak van den Voor
zitter als volgt
Mijnheer de Voorzitter!
Naar mij van verschillende zijden verzekerd werd, rust op
mij, na het overlijden van den Heer Sijtsma, als Raadslid,
dat het langst onafgebroken zitting heeft, de plicht, de
traditie getrouw, Uw nieuwjaarsspeech met een enkel woord
te beantwoorden.
Van dezen plicht kwijt ik mij gaarne.
Ik wil dan beginnen U en naar ik met grond veronder
stel namens den geheelen Raad hartelijk dank te zeggen
voor de goede wenschen door U, zoowel voor ons als voor
onze gezinnen, bij den aanvang van onze werkzaamheden
uitgesproken.
Wederkeerig wenscht de Raad U, zoowel voor Uzelf als
voor Uw gezin, een in alle opzichten voorspoedig jaar toe.
Dat gezondheid in ruime mate Uw deel moge zijn, teneinde
Uw moeilijk ambt te vervullen en dat Gods onmisbare zegen,
waarvan toch alles afhangt, rijkelijk op Uw arbeid moge rusten.
Terecht gewaagde U van groote stagnatie in den dienst,
die ons trof door de ramp van den 12den Februari, een ramp,
die zijn wederga bijna niet kent.
Beroofd te worden van have en goed is toch zeker iets
vreeselijks.
Zeer zeker is dan ook het afgeloopen jaar voor het Dage-
lijksch Bestuur onzer gemeente een zeer moeilijk jaar geweest.
Den geheelen dienst als 't ware weer opnieuw in elkaar te
zetten waar zoowat alle gegevens ontbraken is voor
U en den Secretaris en allen, die onder zijn leiding hun arbeid
verrichten, een reuzentaak geweest.
Ik meen namens den geheelen Raad te spreken, als ik van
af deze plaats allen zonder uitzondering hartelijk dank
zeg voor hun volhardenden ijver en buitengewone diensten
in die spannende dagen aan de gemeente bewezen.
Van harte hoop ik, dat de arbeid door het Dagelijksch
Bestuur met allen, die het daarbij steunen, verricht, voor de
gemeente, die ons lief is, rijke vruchten moge afwerpen.
Bij een terugblik zijn er ook feiten, die ons tot dankbaar
heid stemmen, in 't bijzonder heb ik hierbij het oog op den
eenigszins gunstiger economischer! toestand, waardoor de werk
loosheid aanzienlijk geringer was dan in het voorgaande jaar.
Moge in dit opzicht het nieuwe jaar het ouó.3 nog over
treffen.
Uit Uw zooeven uitgesproken rede blijkt, dat den Raad
wederom veel en velerlei plannen ter beoordeeling zullen
worden voorgelegd.
Mijnheer de Voorzitter! Gaarne spreek ik den wensch uit,
dat bij de behandeling daarvan al zal verschil van ge
voelen blijven de goede toon niet uit het oog zal worden
verloren en dat een en ander moge strekken tot heil en bloei
onzer gemeente. Teekenen van instemming)
De Voorzitter dankt den heer Huurman voor diens vriende
lijke woorden en den Raad voor de instemming, daarmede
betuigd.
Spreker deelt vervolgens mede, dat zijn ingekomen: