270
MAANDAG 16 DECEMBER 1929.
van de meervoudige opdracht, los van de personen, dat hij
van het begin af heeft ingenomen, al is spreker het met
zijn verdediging in het geheel niet eens.
Spreker kan niet begrijpen, hoe de heer Parmentier er toe
kon komen te zeggen, dat de sfeer van geheimzinnigheid in
de vorige vergadering nog grooter is gewordendie bewering
is volkomen ongegrond en daarvoor bestaat niet de minste
aanleiding. De heer Parmentier heeft wel adviezen van ver
schillende architecten aangehaald, maar heeft hij bij zijn
verzoeken om advies aan ben ook een platte grond van het
bestaande terrein met omgeving overgelegd?
De heer Parmentier: Dat kenden allen. Allen hadden ook
het rapport van de Monumentencommissie.
De heer Splinter kan zich niet indenken, dat men zonder
volledige gegevens een advies kan uitbrengen en betoogt
verder, dat, hoe langer men over dit vraagstuk nadenkt, hoe
meer men tot de overtuiging komt, dat hier een enkelvoudige
opdracht moet worden gegeven.
Ook spreker was in het begin voor een meervoudige op
dracht. Inderdaad heeft spreker in de Commissie van Fabricage
gezegd: als een meervoudige opdracht wordt verstrekt, zou
ik dien en dien heeren ook een kans willen geven.
Spreker is echter thans van de noodzakelijkheid van het
geven van een enkelvoudige opdracht zoo zeer overtuigd,
dat, als de Raad het voorstel van Burgemeester en Wet
houders mocht verwerpen, hij bij wijze van spreken den moed
zou hebben opnieuw met een zelfde voorstel bij den Raad
te komen en te zeggen: keert van de dwalingen uws weegs
terug en laten wij nogmaals trachten tot een enkelvoudige
opdracht te komen.
Dat kan men spreker niet uit zijn hoofd praten; lang
zamerhand komt men hoe langer hoe meer tot de over
tuiging, dat het van het grootste belang is, dat men te doen
heeft met één persoon. De aan een meervoudige opdracht
verbonden bezwaren zijn zoo groot, dat, als de Raad daartoe
besloot, het resultaat daarvan nihil zou zijn. Dat valt niet
weg te cijferen. Zeker, er zijn natuurlijk wel meervoudige
opdrachten, die geslaagd zijn; spreker geeft dit den heer
Parmentier volkomen toe, maar dan betreft het altijd kleine
werken; de heer Parmentier heeft genoemd den Wagner-
schouwburg te Amsterdam, hiervan weet spreker de resultaten
niet, maar de meervoudige opdracht voor de Beurs te Rotterdam
is mislukt; spreker zegt dit op practische gronden, want als
die meervoudige opdracht geslaagd was, had men uit de
ingekomen projecten een keuze gedaan, maar wanneer men
er 3 projecten uit zoekt en den ontwerpers daarvan weder-
keerig hun plannen in handen geeft en hen een nieuw ontwerp
laat maken, dan noemt spreker dat geen geslaagde meer
voudige opdracht. Wanneer hier bij een meervoudige opdracht
een jury met ëen meerderheid van architecten komt, of een
commissie van beoordeeling, dan moet de Raad zich daaraan
onderwerpen. Wanneer men nu begint gemeenschappelijk
de zaak op te zetten, dan komt het Raadhuis er zonder
moeite; anders krijgt men heel veel moeilijkheden.
De heer Wilbrink zeide verder, dat er geen samenwerking
was en dat hij die toch zoo gaarne wilde. Spreker had die
ook gaarne gehad en heeft ook getracht die in de Commissie
van Fabricage te krijgen, maar spreker kan er niets aan
doen, dat hem dat niet gelukt is. Spreker had ook liever
gewild, dat alle 33 Raadsleden con amore vóór het voorstel
van Burgemeester en Wethouders waren, maar dat valt nu
eenmaal niet altijd te bereiken.
Het bedrag van millioen, waarover ook de heer Wilbrink
sprak, is een schatting van het College; in het voorstel
staat duidelijk, dat de kosten van den benoodigden grond
daaronder niet zijn begrepen. Zoodra het College met enkele
schetsplannen bij den Raad komt, waaruit blijkt hoeveel
grond er ongeveer noodig is, zullen daarbij tevens opgegeven
worden de kosten, noodig voor eventueele onteigening of
aankoop. Men behoeft dus van het voorstel van Burge
meester en Wethouders niet terug te schrikken, omdat thans
nog niets omtrent de kosten van den grond bekend is. En
wanneer men verder zegt, dat de heer Dudok wel kan komen
met een plan. dat ontzaggelijk veel meer kost, b.v. 3 millioen,
dan kan de Raad altijd nog zeggen: het spijt mij wel, maar
het plan is financieel onuitvoerbaar, hoe mooi het overigens
ook is.
De heer Wilbrink bedoelde te vragen, of Burgemeester en
Wethouders vóórdat de heer Dudok met uitgewerkte plannen
komt, aan den Raad zullen omschrijven de gronden, die
eventueel noodig zijn, met opgave van kosten.
De heer Splinter heeft daarom gezegd: het is vóór alles
noodig, dat de Raad met den een of anderen architect, een
deskundige, samenwerkt. Deze architect maakt een schetsplan
en na eenigen tijd zal hij kunnen opgeven hoeveel en welke
grond alsnog noodig is. Burgemeester en Wethouders zullen
dan op hun beurt tot den Raad zeggen: hier is een schets,
die en die grond is noodig en moet aangekocht of onteigend
worden; hoe denkt gij er over? Van a tot z zal dan overleg
met den Raad plaats hebben.
Bij een meervoudige opdracht is daarvan geen sprake.
In Enschede heeft slechts één keer contact bestaan tusschen
het gemeentebestuur en de verschillende architecten. Daarna
kwamen de plannen kant en klaar in den Raad, nadat de
jury had uitgemaakt, welk plan voor uitvoering in aanmer
king kwam.
Spreker zou den heer Schüller in overweging willen geven
zijn voorstel, waarvan Burgemeester en Wethouders het zake
lijke gedeelte zooveel mogelijk in hun gewijzigd voorstel
hebben overgenomen, in te trekken. Burgemeester en Wet
houders hebben dat niet gedaan, om de 9 stemmen van de
sociaal-democraten te winnen, maar omdat zij voor de grond
gedachte zelf van het voorstel van den heer Schüller iets
gevoelden, n.l. dat, indien het onverhoopt niet mogelijk zou
blijken een nieuw raadhuis op de plaats van het afgebrande
Stadhuis te bouwen, de Raad na deskundige voorlichting in
staat zou zijn om een andere plaats aan te wijzen.
Ten slotte wenscht spreker een woord van dank te richten
tot de heeren Romijn en de Reede, alsmede tot de andere
leden, die het vooistel van Burgemeester en Wethouders
hebben verdedigd, maar in het bijzonder tot den heer Romijn,
die in de vorige vergadering op zoo'n uitnemende wijze het
voordeel van enkelvoudige opdracht heeft uiteengezet en aan
getoond, hoe hij juist bij de oppositie iets geheimzinnigs
voelde.
Spreker zal het hierbij laten.
De heer van der Reyden zal voor het voorstel van Bur
gemeester en Wethouders stemmen. Als leek kan spreker
niet zeggen: het moet zoo gebeuren als dit of dat Raadslid
het aangeeft. Spreker heeft echter vertrouwen in het College,
dat verklaard heeft, dat de Raad volkomen vrij zal zijn ten
aanzien van het al of niet aanvaarden van de over te leggen
plannen.
De heer Schüller kan niet voldoen aan het verzoek om
zijn voorstel in te trekken.
Daarin worden immers drie plannen gevraagd, terwijl in
het voorstel van Burgemeester en Wethouders twee plannen
zijn bedoeld.
Daarom meent spreker zijn voorstel te moeten handhaven.
Het is spreker een voldoening, dat zijn geheele fractie achter
hem staat; dit is een bewijs, dat hij zoowel in de Commissie
van Fabricage als in den Raad het gemeentebelang naar zijn
beste weten gediend heeft. Sprekers fractie zal dan ook
stemmen vóór den heer Dudok.
De heer Parmentier zegt, dat, hoewel de Wethouder zeide,
dat hij toch niet te overtuigen was, hij toch in de commissie
duidelijk getoond heelt, dat hij wel te overtuigen was. De
Wethouder heeft de Beurs te Rotterdam genoemd, maar
spreker heeft verleden week voorgelezen een briefje van Prof.
van der Steur te Delft, deskundige uit de jury, die daarover
mede moest oordeelen, waaruit bleek, dat die meervoudige
opdracht in elk opzicht geslaagd is. De Wethouder keurt het
af, dat de 3 besten toen van eikaars ontwerpen kennis ge
nomen hebben, maar dat is juist gedaan om tot het meest
volmaakte te komen. Volgens den deskundige, door spreker
aangehaald, is dit dan ook volkomen geslaagd.
De Voorzitter heeft verder een brief voorgelezen betreffende
de Bijenkorf, waaruit bleek, dat men het de beide vorige
keeren niet goed gedaan had. Spreker stelt daartegenover,
dat de gemeente-architect van Amsterdam, de heer Hulshoff,
een deskundige dus, zegt, dat de meervoudige opdracht daar
volkomen is geslaagd. Waaraan moet men nu meer waarde
hechten? De Directie van de Bijenkorf spreekt zichzelf tegen,
wanneer in dat briefje gesproken wordt van enkelvoudige
opdracht, want de Bijenkorf heeft drie keer gebouwd, den
eersten keer in enkelvoudige opdracht, den tweeden en derden
keer in meervoudige; de heeren Directeuren van deze instel
ling geven dus in dit briefje zichzelven een dubbele afkeuring.
De heer Hulshoff, die als deskundige spreekt, acht het daar
tegenover prachtig geslaagd.
De heer Wilbrink zegt, dat zijn grootste bezwaar niet is
de quaestie van enkelvoudige of meervoudige opdracht; aan
beide kleven bezwaren, maar in beide ligt ook iets goeds.
Waar de vraag, welke dus het beste is, in de lucht hangt,
laat spreker dat in het midden; het staat niet vast, dat spreker
met een van beide in alle omstandigheden in zee wil gaan
en om die reden zou spreker niet tegen het voorstel van
Burgemeester en Wethouders stemmen. Spreker is evenwel
in de vergadering gekomen met het voornemen om dat wel
te doen, omdat bij hem financiëele overwegingen het sterkste