MAANDAG 9 DECEMBER 1929. 237 Zitting Tan Maandag 9 December 1939. Geopend des namiddags te twee uur. Voorzitter: de heer Burgemeester Mr. A. VAN DESANDE BAKHÜYZEN. Te behandelen onderwerpen: 1° Praeadvies op het verzoek van Mej. A. W. Scheltema, om eervol ontslag als leerares aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (214) 2° Suppletoire begrooting, dienst 1928, van de Stedelijke Werk inrichting. (215) 3° Rekening, dienst 1928, van de Stedelijke Werkinrichting. (215) 4° Voorstel tot overname in eigendom en onderhoud bij de gemeente van: a. een strookje grond aan de Pieter de la Courtstraat, Sectie M, No. 4629 ged.; b. een strookje grond aan de Haarlemmerstraat, Sectie H, No. 751, ged.; c. een strookje grond aan de Dwars-Koornbrugsteeg, Sectie G, No. 1651 ged. (216) 5® Voortzetting van de behandeling van het voorstel, in zake het verleenen van opdracht tot het ontwerpen van plannen voor den bouw van een nieuw Raadhuis, aan den heer W. M. Dudok, gemeente-architect te Hilversum. (205) Tegenwoordig zijn 31 leden, namelijk: de heeren Schriller, van Eek, Verweij, de Meij, Meijnen, van Es, Parmentier, Kooistra, van Stralen, Wilmer, Eikerbout, Spendel, Bosman, mevrouw Braggaar—de Does, de heeren Tepe, Reimeringer, Splinter, Goslinga, van Tol, Bergers, Manders, van der Reijden, Romijn, Koole, de Reede, van Rosmalen, Donders, Kuiven- hoven, Wilbrink, Huurman en Groeneveld. Er is één vacature. Afwezig: de heer Vallentgoed wegens ongesteldheid. De notulen van het verhandelde in de vergadering van 2 December 1929 worden goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede, dat zijn ingekomen: 1°. Afschrift van het besluit van den Voorzitter van het Centraal-Stembureau voor de verkiezing van de leden van den Gemeenteraad, d.d. 5 December j.l., waarbij Mevrouw H. W. B. van Itallie geb. van Embden wordt benoemd verklaard tot lid van den Raad. 2°. Idem als voren tot benoeming van den heer J. Zitman, welke benoeming is noodig geworden tengevolge van de niet- aanneming van hare benoeming als zoodanig door Mevrouw van Itallievan Embden. 3°. Mededeeling van H. P. Veldhuijzen, dat hij de benoeming tot lid van het Burgerlijk Armbestuur aanneemt. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Voorstel van den heer Schüller, in zake het maken van een derde ontwerp voor een Raadhuis op een andere plaats. Zal worden behandeld bij punt 5. 2°. Verzoek van de afdeeling Leiden van den Algemeenen Nederlandschen Bond van Handels- en Kantoorbedienden e.a., om wijziging van de Verordening op de Winkelsluiting. De beslissing omtrent de wijze van behandeling van dit verzoek wordt tot de volgende vergadering aangehouden, aangezien het te laat is ingekomen. De Voorzitter deelt nog mede, dat de behandeling van de begrooting zal plaats hebben Maandag 20 Januari 1930 en volgende dagen van die week. Zeer waarschijnlijk zal daarvóór nog een Raadsvergadering plaats vinden op Maandag 13 Januari 1930. Spreker deelt verder mede, dat het College, zooals bekend, zoekende was naar een localiteit, die meer geschikt was voor het houden der Raadsvergaderingen, meer in het bijzonder met het oog op de behandeling van de gemeentebegrooting voor 1930. Het College meent thans een geschikte localiteit gevonden te hebben in het gebouw van de Maatschappij »Tot Nut van 't Algemeen" aan het Steenschuur, n.l. de groote zaal voor de Raadsvergaderingen en 3 kleinere vertrekken, welke localiteiten voor hunne bestemming geschikt zullen moeten worden gemaakt. Het is de bedoeling om na de behandeling van de begrooting te beslissen, of de Raad zijn vergaderingen daar definitief zal blijven houden. Spreker stelt dus voor, de Raadsvergaderingen tot behandeling der Gemeente begrooting voor 1930 te doen plaats hebben in het Nutsgebouw aan het Steenschuur. Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. De heer Goslinga deelt met het oog op de waarschijnlijk heid, dat de Raad vóór Kerstmis niet meer zal vergaderen, namens het College het volgende mede: In de jaren 1925,1926,1927 en 1928 werd in de Kerstweek aan gehuwden, kostwinners en alleenstaande personen, die hetzij door het Burgerlijk Armbestuur, hetzij door den Gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken werden ondersteund, een extra ondersteuning van 25 op de gewone uitkeeringen verleend. De kosten bedroegen voor het Burgerlijk Armbestuur ƒ895.41 en voor den Gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken ƒ612. dus in totaal ƒ1507.41. Ook dit jaar zouden Burgemeester en Wethouders willen voorstellen, niettegenstaande de economische toestand aanmer kelijk verbeterd is, een Kerstuitkeering te verleenen. De kosten zullen vermoedelijk ƒ1500.bedragen. Burgemeester en Wethouders geven Uwe Vergadering mits dien in overweging in de Kerstweek van 1929 een extra ondersteuning van 25 op de gewone uitkeeringen te ver leenen aan gehuwden, kostwinners en alleenstaande personen, die door den Gemeentelijken Dienst voor Sociale Zaken worden ondersteund en het Burgerlijk Armbestuur te verzoeken een zelfde extra uitkeering te verstrekken aan de overeenkomstige categorieën van personen, die door dit bestuur worden onder steund. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot dadelijke behandeling besloten. De heer van Stralen heeft met instemming kennis ge nomen van het voorstel van Burgemeester en Wethouders, maar vraagt, of niet de mogelijkheid bestaat op eenigerlei wijze ook een uitkeering te verstrekken aan degenen, die bij den Leidschen Hout werkzaam zijn, lage loonen verdienen en ook in andere gevallen wel met werkloozen worden gelijk gesteld. De heer Goslinga zegt, dat een zelfde verzoek verleden jaar door den heer Baart tot Burgemeester en Wethouders is gericht. Burgemeester en Wethouders hebben het verzoek toen overgebracht naar den Raad van Beheer van den Leidschen Hout, die op deze wijze aan het verzoek heeft vol daan, dat aan de gehuwden een bepaald bedrag werd uit gekeerd. De gemeente geeft aan den Leidschen Hout echter geen subsidie en in dit geval kan het verzoek dus beschouwd worden als te zijn gedaan aan een gewonen Leidschen werkgever. De Voorzitter deelt namens Burgemeester en Wethouders mede, dat zij bereid zijn ook dezen keer het verzoek aan den Raad van Beheer over te brengen. De heer van Stralen erkent, dat de Raad geen zeggen schap heeft over het bestuur van den Leidschen Hout, maar wijst er op, dat de meerderheid van de bestuursleden ook behoort tot den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders zouden dus wel hun invloed kunnen aanwenden, opdat er in den Raad van Beheer een meerderheid stemt voor het toe staan van de Kerstgave. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. Aan de orde is alsnu: I. Praeadvies op het verzoek van Mej. A. W. Scheltema, om eervol ontslag als leerares aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes. (Zie Ing. St. No. 214.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. II. Suppletoire begrooting, dienst 1928, van de Stedelijke Werkinrichting. (Zie Ing. St. No. 215.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot goedkeuring van deze suppletoire begrooting besloten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1929 | | pagina 1