204 MAANDA-G 25 NOVEMBER 1929. tot verhuring van het perceel Aalmarkt No. 12, aan J. P. van Berge Henegouwen; g. tot het, zoo noodig, instellen van een procedure tegen H. J. Labree, in zake de onteigening van de perceelen Sectie I. Nis. 2206, 122 en 2306; h. tot het instellen van een procedure tegen de familie Hazenberg, in zake de doorhaling van de hypothecaire in schrijving van erfpachten op de perceelen Zuiderzicht. 2°. Missive van Gedep. Staten, houdende goedkeuring van de overeenkomst met de gemeente Alphen, betreffende de levering van electriciteit aan die gemeente. 3°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed gekeurd raadsbesluit tot beschikbaarstelling van gelden voor het aanbrengen van eenige veranderingen in het schoolgebouw Levendaal 56 van het gesticht »de Voorzienigheid" en voor uitbreiding van het meubilair van dat schoolgebouw. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van den Marktkoopliedenbond voor Leiden en omstreken »Ons Belang", in zake wijziging van de Verordening op de Markten. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 2°. Verzoek van H. D. F. Meijer om in aanmerking te mogen komen voor de verpachting van het baggerwerk. Zal worden behandeld bij punt 36. 3°. Verzoek van den Algemeenen Nederlandschen Bond van Arbeiders werkzaam bij Straten- en Wegenbouw, in zake ver hooging van de loonschaal voor straatmakers en de indeeling in de verschillende loongroepen. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten het verzoek te stellen in handen van de Commissie ad hoe in zake de salarisherziening. 4°. Mededeeling van de Oudercommissie van de Leerschool, dat zij bij de Kroon beroep heeft ingesteld tegen het Raads besluit van 28 October j.l., tot overplaatsing van de Leer school naar het schoolgebouw in de Vrouwenkerksteeg en verzoek om met de uitvoering van bedoeld raadsbesluit te wachten tot na de beslissing van de Kroon. De Voorzitter stelt namens Burgemeester en Wethouders voor deze mededeeling voor kennisgeving aan te nemen en wenscht dit te motiveeren met een enkel woord. In de eerste plaats ligt het in de bedoeling de verplaatsing van de school te doen plaats hebben in de Kerstvacantie. Verder meent het College, dat er voor den Raad geen aanleiding bestaat om in dit verzoek te treden, n.l. om in afwachting van de beslissing van de Kroon het Raadsbesluit nog niet uit te voeren. De zaak, waar het om gaat, n.l. dat het voor de ouders van de kinderen op de school aan de Oude Vest niet aangenaam zou zijn, dat de kinderen naar de school aan de Vrouwenkerksteeg gaan, is volgens het College vol doende onder oogen gezien en ook door den Raad niet onbe sproken gelaten, maar wel degelijk in aanmerking genomen. Daarom meent het College, dat het voor den Raad geen zin heeft op dit verzoek in te gaan. De beer Romijn is op het oogenblik niet in staat over deze quaestie een oordeel te geven, daar hij uitsluitend weet, dat een request is ingezonden, maar met den inhoud daar van niet zoodanig op de hoogte is, dat hij nu zijn stem reeds zou kunnen bepalen. Tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders om dit request voor kennisgeving aan te nemen en de zaak te laten doorgaan, zooals zij in de vergadering van 28 October door den Raad is beslist, heeft spreker wel eenig bezwaar. Het gaat over een beroep op de Kroon tot vernietiging van het betreffend Raadsbesluit en alleen reeds de deferentie tegenover de Kroon brengt mede, dat wij Haar in de ge legenheid stellen om desgewenscht tot die vernietiging over te gaan en Haar niet voor een fait accompli te stellen. Wel licht kan men de geit en de kool sparen door pogingen in het werk te stellen om de beslissing op het request wat eerder dan gewoonlijk te doen afkomen. Spreker geeft den Voorzitter toe, dat de werkwijze der Departementen van Algemeen Bestuur niet zoodanig is, dat reeds half December op dit request een beslissing is te verwachten, maar deze zaak is niet zoo ingewikkeld, dat niet spoedig een beslissing kan worden genomen, als er althans op spoed wordt aange drongen. Spreker geeft in overweging den toestand nog even aan te zien. De Voorzitter acht het gewenscht het verzoek te doen voorlezen, omdat de leden het blijkbaar niet kennen. De Secretaris doet voorlezing van het verzoek, luidende als volgt: Aan den Raad der Gemeente Leiden. Edel Achtbare Heeren. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, J. K. van Putten en Y. Kingma te Leiden, respectievelijk Voorzitter en Secretaris der Oudercommissie van de Leerschool Oude Vest No. 85 te Leiden, (Hoofd de Heer W. Koops), dat zij in opdracht van de op Woensdag 13 November 1929 gehouden vergadering van ouders van schoolgaande kinderen van genoemde school zijn belast met de uitvoering van de op die vergadering genomen besluiten, dat zij in verband hiermede U in kennis stellen met het feit, dat zij in beroep gaan bij H. M. de Koningin der Neder landen, tegen het besluit van Uwen Raad, genomen in de Raadsvergadering d.d. 28 October 1929, waarbij werd be sloten tot overplaatsing van de Leerschool, thans gevestigd aan de Oude Vest No. 35, naar een schoolgebouw aan de Vrouwenkerksteeg te Leiden. (Een afschiift van het door hun aan H. M. de Koningin gezonden adres gaat hierbij), dat zij Uwen Raad eerbiediglij k verzoeken, en zulks in verband met bovenstaande, te willen besluiten, bedoeld Raads besluit niet eerder ten uitvoer te doen brengen, dan na de beslissing op het door ons ingediende beroep bij H. M. de Koningin. Met de meeste hoogachting, J. K. van Putten Voorzitter, Oudercommissie Leerschool. J. Kingma, SecretarisOude Vest. Leiden den 20sten November 1929. De heer Tepe meent, dat er geen bezwaar tegen kan be staan het request ter visie te leggen, opdat de leden de ge legenheid krijgen er hun gedachten over te laten gaan en in de volgende vergadering vóór dien tijd gebeurt de over plaatsing toch niet hun meening er over te zeggen. Den heer Romijn wijst spreker er op, dat het zeker niet op den weg van Burgemeester en Wethouders ligt om de Kroon tot spoed aan te manen. Het is een verzoekschrift, door de Oudercommissie tot de Kroon gericht, en het zou een getuigenis van zwakheid van het College zijn, als het op het spoedig nemen van een beslissing aandrong. De Raad en Burgemeester en Wethouders hebben het standpunt ingenomen, dat de bezwaren, door de Oudercommissie te berde gebracht, voldoende onder de oogen waren gezien ook door de Plaatselijke Schoolcommissie zijn zij zeer ernstig overwogen en niet van dien aard waren, dat zij in den weg behoefden te staan aan het nemen van het gevallen besluit, waaraan groote voordeelen verbonden waren. De Voorzitter stelt dan voor het verzoek ter visie te doen leggen en de behandeling aan te houden tot de volgende vergadering. De heer Groeneveld zegt, dat het, wanneer het stuk ter visie wordt gelegd, afhangt van het initiatief van een der Raadsleden, of de zaak weer in behandeling komt; anders is het afgedaan. De Voorzitter heeft daarom ook voorgesteld om een besluit over de wijze van behandeling aan te houden tot de volgende vergadering. Wordt zonder hoofdelijke stemming tot tervisielegging van dit verzoek en tot aanhouding tot de volgende vergadering besloten. 5°. Jaarverslag en balans en verlies- en winstrekening over 1928 van de stichting tot beheer en exploitatie van woningen. Zullen in de Leeskamer ter inzage worden nedergelegd. 6°. Verzoek van het Hoofdbestuur van den Bond van Christelijke Politie-ambtenaren in Nederland, in zake afschaffing van het klassestelsel voor de Agenten van Politie en her ziening van de loonregeling. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten het verzoek te behandelen tegelijk met het rapport van de Commissie ad hoc in zake de salarisherziening.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1929 | | pagina 2