GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 127 DWEKOHEII STEKKEN. N°. 206. Leiden, 25 November 1929. Tengevolge van het aan den heer J. P. Mulder verleend eervol ontslag als lid van het Burgerlijk Armbestuur is in dat College een vacature ontstaan. Bovendien zullen op 1 Januari a. s. twee vacatures ont staan tengevolge van de periodieke aftreding van Mevr. C. P. Braggaarde Does en den heer J. J. Yallentgoed, die evenwel terstond herkiesbaar zijn. Ter voldoening aan het bepaalde bij art. 7 der verorde ning van 26 Juli 1920, houdende Reglement voor het Bur gerlijk Armbestuur te Leiden (Gem.blad No. 33), laatstelijk gewijzigd bij de verordening van 26 September 1927 (Gem.- blad No. 13), hebben wij de eer U, na raadpleging van het Burgerlijk Armbestuur, ter vervulling van deze vacatures de volgende aanbevelingen aan te bieden (Vacature J. P. Mulder.) 1°. H. P. VELDHÜIJZEN. 2°. W. C. J. PERA. (Vacature Mevr. G. P. Braggaarde Does.) 1°. Mevr. C. P. BRAGGAARDe Does. 2°. J. ZITMAN. (Vacature J. J. Vallentgoed.) 1°. J. J. VALLENTGOED. 2°. M. F. OOSTVEEN. Wij verzoeken Uwe Vergadering alsnu tot eene be noeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 207. Leiden, 25 November 1929. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij geen bezwaar heeft tegen goedkeuring van de suppletoire begrootingen en voorloopige vaststelling van de rekeningen van de Gestichten Endegeest, Voorgeest on Rhijngeest en van het Openbaar Slachthuis, over het jaar 1928. Zij geeft Uwe Vergadering derhalve in overweging hiertoe te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. -* N°. 208. Leiden, 26 November 1929. Ingevolge artikel 11 der voorwaarden, waaronder Gedepu teerde^ Staten aan onze gemeente onderscheidene vergun ningen hebben verleend voor het plaatsen en exploiteeren van hoogspanningslijnen naar en in de gemeenten Nieuwkoop, Rjjnsburg, Boskoop en Noordwijk, zulks ten behoeve van de levering van electrischen stroom in die gemeenten, worden de vergunningen geacht niet gegeven te zijn, indien niet binnen drie maanden na dagteekening der besluiten van Gedeputeerde Staten door Uwe Vergadering eene verklaring is ingezonden, houdende dat de Raad der Gemeente Leiden de vergunningen onder de daarbij gestelde voorwaarden aanvaardt. Aangezien o. i. tegen die aanvaarding geen bezwaar be staat, geven wij U in overweging tot het inzenden van die verklaring te besluiten. De betreffende vergunningen gelieve U in de Leeskamer aan te treffen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth van Leiden. N°. 209. Leiden, 26 November 1929. Onder verwijzing naar onze in vorige jaren gedane voor stellen (zie laatstelijk Ingek. Stukken No. 225 van 1928), geven wij U in overweging te besluiten, om ook voor het jaar 1930 weer een bijslag op de in die voorstellen bedoelde pensioenen te verleenen, overeenkomstig de thans geldende bepalingen. Wij stellen U mitsdien voor over te gaan tot vaststelling van de volgende verordening: VERORDENING, tot wijziging van de verordening van 2 Augustus 1920 (Ge meenteblad No. 35), laatstelijk gewijzigd bij verordening van 10 December 1928 (Gemeenteblad No. 29), betref fende het verleenen van een bijslag op de pensioenen aan gemeente-ambtenaren en hunne weduwen en weezen toegekend, krachtens de verordening regelende het verleenen van pensioen en wachtgeld aan gemeente-ambtenaren en de verordening, regelende het verlee nen van pensioen aan weduwen en kinderen van gemeente-amb tenaren, zooals deze luiden na de wijziging van 26 Maart 1914. Eenig Artikel. In artikel 6 van bovengenoemde verordening worden de woorden „1 Januari 1930" vervangen door de woorden „1 Januari 1931". Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 210. Leiden, 27 November 1929. In de zitting van 9 Mei 1927 (Ingek. Stukken No. 91) werd door Uwe Vergadering besloten de naast het perceel aan de Haarlemmerstraat No. 165a gelegen bergplaats aan L. en W. Kanbier, alhier, te verhuren tegen den prijs van 250.per jaar. Thans is van hen een verzoek ingekomen, om ook de gemeentelijke bergplaats voor rioolgereedschap, welke van de vorenbedoelde bergplaats door een houten schot is afge scheiden, in gebruik te mogen ontvangen tegen een ver goedingvan 200.per jaar. De oppervlakte van de in 1927 verhuurde bergplaats bedraagt 28.8 M2., die van de bergplaats voor het riool gereedschap 16.2 M2.de geboden huurprijs van 200.is dus aannemelijk. Het rioolgereedschap kan worden ondergebracht in de zandbergplaats bij de Marekerk, zoodat ook uit dien hoofde tegen inwilliging van het verzoek geen bezwaren bestaan. De in 1927 aangegane huur loopt telkens van 1 Mei tot en met 30 April d. a. v., met dien verstande, dat zij in ieder geval eindigt op 1 Mei 1938. In verband hiermede is het gewenscht, dat de onderwerpelijke berg plaats wordt verhuurd tot 1 Mei 1930, met stilzwijgende verlenging van jaar tot jaar eveneens tot 1 Mei 1938. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering mitsdien in over weging tot 1 Mei 1930, ingaande op een nader door ons College te bepalen datum, behoudens rechten van derden, tegen een jaarlijkschen huurprijs van 200.te verhuren aan L. en W. Kanbier, alhier, de bergplaats, grenzende aan die, gelegen naast het perceel Haarlemmerstraat No. 165a, welke in 1927 aan hen werd verhuurd, met bepaling, dat de huur verder geacht wordt telkens voor den tijd van één jaar tegen denzelfden huurprijs en onder dezelfde voor waarden te zijn verlengd, indien zij niet drie maanden vóór het eindigen van den huurtermijn schriftelijk door één der partijen is opgezegd, zullende de huur in elk geval eindigen op 1 Mei 1938, zonder dat eenige opzegging daartoe wordt vereischt, en verder onder de in de Leeskamer ter visie liggende voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1929 | | pagina 15