182 MAANDAG 30 SEPTEMBER 1929. nog, dat, wanneer de weg eenmaal klaar is, hij minstens eens per jaar moet worden overgeteerd. De bewoners van het Utrechtsche Jaagpad hebben wel gevraagd om wegver- betering, maar wanneer die weg dan 1 of 2 maal per jaar geteerd moet worden, zullen zij nog wel eens spijt hebben het gevraagd te hebben. Hoe moeten de menschen dan in huis komen? Wordt de schade aan vloerkleeden enz. door de gemeente vergoed? Wanneer de singels geteerd worden, kan men nog buiten het geteerde gedeelte loopen, maar dat kan op het Utrechtsche Jaagpad niet. Bovendien zou de last, door het teeren veroorzaakt, eenige weken duren. Men kan met dit materiaal wel betrekkelijk goede wegen maken voor licht-snelverkeer, maar alles moet dan meeloopen, want bij regenachtig weer kan een dergelijke weg niet goed gemaakt worden. Het voorstel komt in den Raad juist nu de regentijd in het lieve vaderland begint en daarom kan men wel haast voorspellen, dat die weg niet deugdelijk tot stand komt. Wat het verkeer betreft, er is op het Utrechtsche jaagpad niet alleen licht verkeer. In de stukken wordt er reeds op gewezen, dat door de uitdieping van den Rijn en de betonnen schoeiing het Utrechtsche Jaagpad veel wordt gebruikt als los- en laadplaats van schepen en om de verschillende goederen te vervoeren gebruikt men geen lichte wagentjes. Bovendien moet volgens deskundigen, wil het wegdek voldoende sterk zijn, de deklaag tenminste een dikte hebben van 10 c.M., terwijl voor gesteld wordt 5 a 6 c.M. De gemeente zal van het nieuwe wegdek niet veel pleizier beleven en de bewoners nog veel minder. Daarom zou spreker met den heer Manders een klinkerbestrating prefereeren boven dezen macadamweg. In de stukken wordt de nadruk gelegd op de kosten, maar spreker begint langzamerhand wantrouwen te koesteren tegen de begrootingen van het College. Willen Burgemeester en Wethouders iets niet, dan wordt het altijd erg duur voor gesteld en omgekeerd, en zoo maakt het op spreker den indruk, dat in dit voorstel met cijfers wordt gegoocheld. Er staat, dat een klinkerbestrating 11000.kost en voor het maken van dezen teermacadamweg wordt f 8700.gevraagd. Nu is dit minder dan 11000.maar er is iets aan voorafgegaan. Oorspronkelijk werden de kosten voor dezen teermacadamweg geraamd op 9500.—, maar toen vanwege de gemeente aan de firma, welke het werk zal maken concurrentie is er blijkbaar ook niet werd meegedeeld, dat de gemeente klinkerpuin zou beschikbaar stellen en aanvoeren, heeft deze genoemd bedrag verlaagd tot 8700.Vooreerst heeft dat klilnkerpuin groote waarde en bovendien kost het vervoer geed. Dat vervoer wordt geschat op 280.wat spreker ze r matig vindt. Waar vindt men nu vermeld, vraagt spreker, dat dit geld kost? In de stukken niet; het is zoek geraakt. Het kost ongeveer 800.het verschil tusschen ƒ9500.en 8700. en dat bedrag zal de gemeente ook hebben te betalen. Dit wordt echter niet aan den Raad voorgesteldhet wordt in een verzamelpost van Gemeentewerken weggewerkt. Door deze handigheid worden oogenschijnlijk de kosten verlaagd. Verder worden hier gedeeltelijk trottoirs gemaakt en, als spreker zich niet vergist, is in de aangevraagde som van 8700.wel begrepen het arbeidsloon voor het aanleggen van die trottoirs, maar niet de kosten van het materiaal voor dien aanleg benoodigd. zooals tegels, banden en zand. De begrootingen, welke Burgemeester en Wethouders aan den Raad voorleggen, dienen absoluut betrouwbaar te zijn en reëele cijfers te bevatten, anders mist de Raad elke basis voor de behandeling van een voorstel. Indien bij het gevraagde bedrag van 8700.nog komen de kosten van het klinker puin, van den aanvoer daarvan en van de trottoirbanden en -tegels, dan is er een valsche voorstelling gegeven van de kosten van den aanleg van dezen teermacadamweg. Bovendien zegt het feit, dat de kosten in het eene geval f 11000.— zullen bedragen en in het andere slechts f 8700.heel weinig, indien er niet bij gezegd wordt hoeveel het onderhoud dier wegen zou kosten. Het is algemeen bekend, dat klinker wegen heel goede wegen zijn, en ook spreker vindt ze nog niet zoo slecht, ondanks alle verbeteringen op dit gebied, maar in macadamwegen heeft hij nog niet veel vertrouwen. Het staat voor spreker niet vast, dat het onderhoud van een teermacadamweg, welke jaarlijks geteerd moet worden, minder kosten met zich zal brengen dan dat van een klinkerweg. De heer Sijtsma zegt, dat hij reeds een voorstel klaar had om den Raad voor te stellen ƒ11.000.— ter beschikking te stellen voor het maken van een klinkerbestrating. N"u de voordeelen van een klinkerbestrating door twee Raadsleden reeds zoo uitvoerig naarvoren gebracht zijn, behoeft spreker daarbij geen nadere toelichting te geven. Hij heeft niet ge dacht aan het wegwerken van cijfers, zooals de heer Groene- veld, maar hij vertrouwt een klinkerbestrating, vooral op den duur, beter dan een geteerden weg en dat is hem de ƒ2300. meer wel waard. Men doet er daarom verstandiger aan de bestra ting in eens goed te maken en bovendien zal, gezien de ervaring hier en in andere plaatsen, een geteerde weg niet het succes hebben, dat men er van verwacht. Een geteerde weg lijkt hem voor het Utrechtsche Jaagpad heelemaal niet goed. De heer Bergers geeft in overweging aan den kant van den weg eenige palen te plaatsen met het oog op het feit, dat, als er sneeuw ligt of wanneer het geijzeld heeft, het Utrechtsche Jaagpad glad zal zijn, zoodat er gevaar voor ongelukken bestaat, gezien de nabijheid van het water. Aan die palen zouden dan tevens de schepen vastgelegd kunnen worden. De heer Huurman onderschrijft de opmerkingen van de heeren Manders en Groeneveld, doch maakt zich los van de toelichting van den heer Groeneveld, waar deze zeide, dat er door Burgemeester en Wethouders met cijfers is gegoocheld. Spreker vindt, dat er geen reden is om het College onaangenaam te zijn. Hij heeft ook de stukken ingezien, doch heeft niet bemerkt, dat er iets weggewerkt is. Het Utrechtsche Jaagpad, dat sinds jaren is behandeld als stiefkind, is, wat de schoeiing betreft, behoorlijk verbeterd. Spreker vindt het niet verstandig om nu de goedkoopste manier van wegverbetering toe te passen, terwijl bovendien het maken van een teermacadamweg eenigszins een sprong in het duister is. In Leiden heeft men met asfaltwegen niet de beste ervaringen opgedaan en de toestand van de straten en singels, die geasfalteerd zijn, laat veel te wenschen over. Men kan er zich niet op beroemen, dat dit uitstekend werk is en daarom kan men zich beter tot het oude bepalen en een be hoorlijken straatweg maken. Het maakt een verschil van 2400.— en dat is, gezien de lengte van den weg, niet groot, terwijl men dan bovendien het zekere boven het onzekere kiest. De heer Spendel vindt het van den heer Sijtsma heel handig om nu een voorstel te doen. Hij heeft blijkbaar zoo'n beetje de neuzen geteld en gedacht: nu heb ik kans, dat mijn voorstel door alle fractie's wordt ondersteund en wordt aan genomen. Spreker wenscht vervolgens een opmerking te maken naar aanleiding van een bewering van den heer Groeneveld. Volgens den heer Groeneveld zou er bij de samenstelling van de begrooting voor dit werk met cijfers zijn geknoeid of gegoocheld, en zou den Raad een rad voor de oogen zijn ge draaid, omdat hetgeen in het voorstel staat niet juist is. Spreker komt daartegen op en wijst er den heer Groeneveld op, dat, waar deze zaak de Commissie van Fabricage is ge passeerd, alvorens bij Burgemeester en Wethouders te komen, het den heer Schüller zeker niet zou zijn ontgaan, indien er met cijfers was gegoocheld, en deze den Wethouder en de verschillende hoofden van dienst zeker tot de orde zou hebben geroepen over die onjuistheid. Wordt er dus bij dit voorstel iets medegedeeld, dat onjuist is, dan is daaraan ook de heer Schüller debet. Wat den aanleg van trottoirs betreft, jaarlijks wordt er op de begrooting voor dat doel een post uitgetrokken, zonder dat bepaald wordt waar die trottoirs zullen komen. In elk geval moeten er aan het Utrechtsche Jaagpad trottoirs komen, af gezien van de vraag, of er een grintweg, een klinkerweg of een macadamweg zal worden gemaakt. Dit heeft geen invloed op de kosten van den weg. De heer Bosman meent, dat de heeren Groeneveld en Manders den klinkerweg te veel eer aandoen. Volgens den heer Manders heeft een teermacadamweg dit tegen, dat hij te lang nat blijft, en hij baseert dat hierop, dat de huizen aan de zuidzijde van het pad zijn gelegen. Vooreerst echter zijn die huizen niet hoog, zoodat er nog al wat licht doorkomt, maar bovendien staan er geen boomeri, zoodat de weg voldoende snel droog zal worden. Alleen als die wegen nat zijn, kunnen zij soms glad zijn. Wat de sterkte van den weg aangaat, moet aan den teerweg de voorkeur worden gegeven, vooral omdat het pad smal is. Op een smallen klinkerweg komen zware vrachtwagens altijd in hetzelfde spoor te rijden, met het gevolg, dat de weg daar verzakt en een diepe voor in den weg ontstaat. Bij macadam wegen bestaat dat gevaar, als zij goed gefundeerd zijn, niet; zij zijn, zooals de ervaring bij den aanlig van de Rijkswegen heeft geleerd, zeer sterk en tegen groote vrachten bestand. Er komt bij, dat de aanleggers den weg 5 jaren garandeeren, zoodat alle mankementen eventueel voor hun rekening zullen worden hersteld. Zoo zeker zijn zij ervan, dat de weg niet onder het verkeer zal lijden. Van kleverigheid van den weg, waarvan de heer Groeneveld spreekt, zal men geen last hebben. Hier wordt een veel zwaardere weg gelegd dan op de singels. Die teerweg heeft inderdaad voordeelen. Men heeft hier te doen met een project van den Directeur van Gemeentewerken, die het vraagstuk heeft onderzocht en er studie van heeft gemaakt. Waartoe dient het advies van den technicus, als

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1929 | | pagina 6