■186
MAANDAG 30 SEPTEMBER 1929.
te nemen, geen zaak voor eigen auto, chauffeurs en eigen
dienst?
De heer Schüller vraagt nu wat de kosten zijn, wanneer
politieagenten hulp bij een ongeval verleenen. Dat is echter
politiedienst. Nu worden particulieren voor eigen rekening
vervoerd; de menschen, die lid zijn van een Ziekenvereeniging
worden voor rekening van de Ziekenvereeniging vervoerd en
voor rekening van de gemeente komen alleen de kosten van
vervoer van de minvermogenden naar of van het ziekenhuis.
Dit heeft nu in 1928 slechts 25 maal plaats gehad. Dat is
toch niets voor een eigen dienst! Dat vervoer draagt men
dan op aan een firma, die over up-to-date ziekenauto's be
schikt. Men zal wel eens een half uur moeten wachten, maar
zelfs de rijkste patiënten moeten wel eens wachten. Spreker
begrijpt niet, waarom de heer Groeneveld, die lid is van de
Geneeskundige Commissie, aandringt op gemeente-beheer.
Dan wordt geld uitgegeven voor niets.
De heer Groeneveld zegt, dat de heer Goslinga niets heeft
begrepen van hetgeen hij gezegd heeft. Spreker heeft in het
geheel niet voorgesteld om van de Eerste Hulp een afzonder
lijken gemeentelijken dienst te maken. Het is hem bekend,
dat de auto van de Eerste Hulp gemiddeld 1 maal per dag
uitrijdt en nu moet de heer Goslinga toch niet van spreker
verwachten, dat hij zal voorstellen drie chauffeurs in dienst
te nemen want het is dag- en nachtdienst voor ge
middeld een half uur per etmaal. Dat heeft hij nergens voor
gesteld. Hij heeft alleen gezegd, dat bijv. in Nijmegen de
dienst is ondergebracht bij de Electrische centrale, waar dag
en nacht chaulïeurs beschikbaar zijn. Een dergelijke regeling
heeft men ook te Haarlem en te Dordrecht. Dat heeft spreker
voorgesteld. De heer Goslinga legge niet verkeerd uit wat
spreker heeft gezegd, want dergelijke domme voorstellen heeft
spreker niet gedaan.
Spreker heeft van den Voorzitter nog geen antwoord ge
kregen over die auto-prijzen en zou dat gaarne alsnog ont
vangen.
De Voorziter antwoordt, dat voor het doel, waarvoor die
Ford-auto bestemd is, tegen een billijker prijs een auto kan
worden verkregen dan voor het vervoer van lijders aan niet-
besmettelijke ziekten.
De heer Goslinga zegt uit den mond van den heer Groe
neveld letterlijk te hebben opgevangen, dat hij gaarne had
gezien, dat deze zaak in gemeente-exploitatie was genomen.
Schafte de gemeente een ziekenauto van 10.006.aan, dan
zou daarmede alleen voor rente en afschrijving een bedrag
van 1000.per jaar gemoeid zijn, terwijl in 1928 voor
ziekenvervoer slechts 100.is uitgegeven.
De heer Groeneveld voegt spreker toe, dat die auto geld
kan opbrengen, maar spreker wijst nogmaals op het bedrag
van 1000.—, dat alleen voor rente en afschrijving noodig
zou zijn.
De heer Groeneveld heeft een pleidooi gehouden voor ge
meente-exploitatie en daaraan verbonden een betoog voor
centralisatie van de auto's. Alle bedrijven zijn voor die cen
tralisatie, mits die auto-centrale bij hen komt; elk bedrijf
wil de auto's bij de hand hebben.
Het bewijs, dat de voorgestelde regeling te duur is, is niet
geleverd. Het vraagstuk is niet zoo gemakkelijk op te lossen,
maar in elk geval zou er in dit geval voor gemeente-exploitatie
geen aanleiding bestaan, omdat de gemeente voor een betrek
kelijk geringe som de beschikking krijgt over uitstekende
auto's, het merk Cadillac. Het gaat over het vervoer van
lijders aan niet besmettelijke ziekten. Spreker heeft, toen hij
het voorstel van den Geneeskundigen Dienst bekeek, een gat
in de lucht geslagen over het voorstel om van gemeentewege
voor dat kleine vervoer een specialen auto aan te schaffen.
Dat voorstel van den Geneeskundigen Dienst zou een uitgave
van 6600.hebben vereischt, terwijl de kosten van den
Eerste-Hulpdienst en van het vervoer van lijders aan niet
besmettelijke ziekten thans slechts ƒ3000.zullen bedragen.
Daar komen bij de kosten van het vervoer van lijders aan
besmettelijke ziekten door den Reinigingsdienst, maar ten
slotte was het voorstel van den Geneeskundigen Dienst toch
veel duurder.
Volgens het voorstel van Burgemeester en Wethouders
zullen bij ongevallen de menschen spoedig worden geholpen
en krijgt men een ziekenvervoer, dat niet achterstaat bij dat
in welke gemeente ook.
Wanneer dit tenslotte allemaal gemeentedienst moet worden,
dan wordt het veel te duur.
De heer Bosman kan niet begrijpen, dat het aanschaffen
van een eigen auto voor de Eerste Hulp goedkooper is en
beter dan een regeling te treffen met de firma Dieben. De
Wethouder zegt, dat het ƒ3000.zal kosten, maar dan zal
de auto, gezien dit bedrag, niet vaak rijden. Indien men rente,
afschrijving en het salaris van de chauffeurs mederekent, komt
men spoedig aan de ƒ3000.per jaar, en dan nog benzine,
banden en onderhoud. Indien men een regeling treft met de
firma Dieben, zal men de beschikking hebben over veel meer
auto's en wordt men waarschijnlijk vlugger bediend dan
wanneer men een eigen auto heeft. Ten opzichte van bet
vervoer van lijders aan niet-besmettelijke ziekten zegt de
Wethouder zelf: waarom zullen wij zoo'n duren auto aan
schaffen. Geldt dan voor de Eerste Hulp niet hetzelfde?
De Voorzitter zegt, dat de auto van de firma Dieben altijd
gereed moet staan, terwijl de firma voor de bediening zorgt.
Dat kost 900.per jaar, hetgeen toch niet te veel is.
De heer van Es zegt, dat, wanneer de firma Dieben zorgt
voor een auto voor Eerste Hulp, deze altijd disponibel ge
houden moet worden. De firma moet echter eerst de uitgave
van het aanschaffen van den auto doen. Dit zou voor de
gemeente te duur worden. Wanneer echter door de gemeente
een auto wordt aangeschaft, die ƒ5000.kost, voor de Eerste
Hulp, terwijl de bediening wordt opgedragen aan de firma
Dieben, dan zou de gemeente goedkooper uit zijn, dan wanneer
de geheele zaak aan de firma Dieben wordt opgedragen. Die
auto mag dan niet voor het ziekenvervoer dienen, maar moet
a la minute gereed staan voor ongevalspatiënten, terwijl in
den auto verband-materiaal geborgen moet kunnen worden.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XXII. Voorstel tot vaststelling van een begrootingsstaat,
dienst 1929, in verband met de ontvangsten en uitgaven ter
zake van den Stadhuisbrand.
(Zie Ing. St. No. 172.)
De heer Schüller wenscht een enkele vraag te stellen en
hoopt, indien dat noodig is, wat dieper op de zaak zelve in
te gaan.
Spreker herinnert er aan, dat Wethouder Splinter in de
Raadsvergadering van 25 Maart j.l. naar aanleiding van een
verzoek van den heer van Es mededeelde, dat de steiger, welke
vóór het Stadhuis was geplaatst, ongeveer 4500.zou kosten
en dat hout altijd zijn volle waarde hield, en dat de Wethouder
in de Raadsvergadering van 6 Mei j.l. dit laatste herhailde.
Nu hebben die steiger en de schutting tezamen, volgens het
overzicht ons verstrekt, gekost ƒ7092.41. In de andere posten
worden bepaalde bedragen vermeld, percentsgewijze aan
gevende welke waarde de betrokken zaken nog zullen hebben
bij overbrenging naar het nieuwe stadhuis. Men vindt daar
percentages van 80 tot 25 genoemd. Nu had spreker in verband
met de mededeeling van den Wethouder in de beide genoemde
Raadsvergaderingen verwacht, dat percentsgewijs de waarde
van den steiger na afbraak zou zijn opgegeven. Spreker heeft
altijd betwist, dat de steiger en de schutting, als zij daar een
jaar of vijf hadden gestaan, nog eenige waarde van beteekenis
zouden hebben. Spreker vraagt nu, hoe het komt, dat het
bedrag van ƒ4500.— gekomen is op ƒ7092.en waarom niet
een percentsgewijze blijvende waarde op den betrekkelijken
post is aangegeven.
De heer Kooistra zegt, dat hij zich heeft willen overtuigen
of de uitgaven voor het aangeschafte meubilair niet te hoog
waren en daarbij alle mogelijke medewerking heeft verkregen,
behalve op één punt. Hij had namelijk verzocht inzage te
mogen nemen van de rekeningen teneinde te kunnen nagaan
wat er voor de aangekochte voorwerpen was betaald, maar
dit is hem geweigerd met de mededeeling, dat die rekeningen
waren gehecht aan de mandaten en in de kluis waren opge
borgen. Hij heeft toen de verschillende gebouwen bezocht en
alle kamers nagegaan en zijn overtuiging is, dat deze
sobertjes zijn gemeubileerd. Er liggen matten op den grond
en dat had, gezien de omstandigheden van de gemeente, wel
iets beter kunnen zijn, maar, gezien het feit dat later verhuisd
zal moeten worden naar het nieuwe stadhuis, kan er genoe
gen mede worden genomen. Van luxe is naar zijn meening
geen sprake, maar hij had toch gaarne de rekeningen gezien.
Van den heer Splinter vernam spreker, dat het kleed in de
kamer van Burgemeester en Wethouders 625.—had gekost,
en zoo zijn er meer voorwerpen, waarvan hij gaarne aan de
hand van de rekeningen den prijs had beoordeeld.
Het kleed, dat in de kamer van den heer Splinter ligt, kost
ƒ420.—. Spreker kan zich voorstellen, dat het groote kleed
voor Burgemeester en Wethouders veel kost, maar het had
toch wel iets minder gekund, met het oog op het feit, dat
weer een verhuizing plaats zal vinden, maar men kan van
een rekening van 176000.— toch ook weer niet zeggen, dat
men die niet goedkeurt. Wanneer men echter een onderzoek
wenscht in te stellen naar de prijzen van verschillende voor
werpen, dan moet men de rekeningen toch kunnen inzien.