91 definitief in de behoefte aan leslokalen te worden voorzien en moet aan het natuurkunde-lokaal zijn eigenlijke bestem ming worden teruggegeven. Uitbreiding met twee leslokalen is derhalve noodig. Aangezien reeds aanstonds vast stond, dat voor deze uit breiding beslag moest worden gelegd op de woning van den claviger, is die woning bereids ontruimd en is den claviger voorloopig als woning aangewezen een gedeelte van het aan de gemeente toebehoorend perceel Hartesteeg 35. Intus- schen wordt door ons College overwogen, op welke wijze definitief in de huisvesting van den claviger behoort te worden voorzien. Na verschillende plannen tot verbouwing van het gymnasium-gebouw onder oogen te hebben gezien, zijn wij van oordeel, dat een goede oplossing kan worden verkregen door de twee vertrekken tusschen de rectorska mer en de vestibule te veranderen tot één leslokaal en door de rectorskamer eveneens tot leslokaal te bestemmen. De rectors-kamer met bijbehoorende wachtkamer zullen worden ondergebracht in de voormalige woning van den claviger. Wat de verder in verband met een en ander noodige, betrekkelijk geringe, veranderingen aangaat, meenen wij naar de in de Leeskamer ter inzage gelegde stukken te mogen verwijzen. Onder mededeeling, dat de kosten van de voorgenomen verbouwing, alsmede die van het aanschaffen van banken, kachels, lampen, gordijnen, vloerbedekking, enz. op een bedrag van 6500.worden geraamd en dat zoowel Cura toren van her Gymnasium als de Commissie van Fabricage zich met een en ander kunnen vereenigen, geven wij U alsnu in overweging door vaststelling van den hierbij overgelegden begrootingsstaat model D, dienst 1929, groot 6500.de noodige gelden beschikbaar te stellen voor de boven aangegeven verbouwing van het Gymnasium. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 171. Leiden, 24 September 1929. Blijkens rapport van den Directeur van den Geneeskun digen Dienst is de in 19z2 aangeschafte Fordauto, voor ver,voer.,.van.dongevalspatiënten door den Eerste-Hulpdienst, geheel versleten en voor het verder gebruik niet meer geschikt. Dit feit gaf den Directeur aanleiding, om te overwegen of het geheele ziekenvervoer niet op betere leest kon wor den geschoeid. Immers, nu de Fordauto van den Eerste-Hulpdienst ver sleten was, leek het hem een geschikte gelegenheid tevens in het vervoer van lijders aan besmettelijke en niet-besmet- telijke ziekten hetwelk tot nog toe plaats had in eenzelfde ouderwetsch rijtuig verandering te brengen. Dit rijtuig wordt na ieder vervoer van een lijder aan een besmettelijke ziekte ontsmet en na die ontsmetting meestal weer spoedig gebruikt voor het vervoer van een lijder aan een niet-besmettelijke ziekte. Dat het voor laatstbedoelden lijder bijzonder onaangenaam is, om in een naar lysol of formaline riekend rijtuig te worden vervoerd, zal wel geen nader betoog behoeven. Bij schrijven van 23 Februari/28 Maart jl. stelde de Directeur daarom voor het geheele ziekenvervoer gedurende 5 jaren uit te besteden bij de firma Dieben voor de som van 6600.'s jaars. Deze firma zou zorgen voor een auto voor den Eerste-Hulpdienst, een auto uitsluitend voor het vervoer van besmettelijke zieken en een auto uit sluitend voor niet-besmettelijke ziekeu. Zij nam daarbij on zich voor het geheele vervoer te zorgen. De gemeente zou op die wijze ten allen tijde de volledige beschikking hebben over drie ziekenauto's, aangezien deze auto's niet voor particulier gebruik mochten dienen. In de Commissie voor den Geneeskundigen Dienst, in wier handen wij het voorstel stelden, maakte dit voorstel een punt van ernstige overweging uit. Na langdurig wikken en wegen in verband met de hooge kosten, adviseerde zij tenslotte tot aanneming van het voorstel van den Directeur, omdat deze zich niet verant woord achtte, indien hij niet steeds de volle beschikking over het noodige vervoer-materiaal had. Ook ons College kwam een jaarlijksche uitgave van f 6600.bijzonder hoog voor, gelet op het betrekkelijk geringe ziekenvervoer van gemeentewege en in aanmerking nemende, dat de auto's eigendom van de firma Dieben bleven. Wij hebben daarom overwogen, of het niet mogelijk was op voor de gemeente minder bezwarende wijze het zieken vervoer toch aanmerkelijk te verbeteren. Wij meenen daarin te zijn geslaagd. De Fordauto van den Eersten Hulpdienst dit staat wel vast moet door een andere auto worden vervangen. De hieraan verbonden kosten zullen, als een uitgaaf in eens, bedragen 5000. De gemeente komt dan in het bezit van een betere auto, waarin tevens een brancard is geplaatst, zoodat de getroffene in liggende houding kan worden vervoerd; deze auto zal ook een langeren levensduur dan 5 jaren hebben. De bediening wordt door de firma op de bestaande voor waarden voortgezet. Wat het vervoer van lijders aan niet-besmettelijke ziekten betreft, wij achten het niet noodig daarvoor van gemeente wege een ziekenauto, die vermoedelijk 9.000.a 10.000. zou kosten, aan te schaffen. De firma Dieben toch beschikt over nieuwe ziekenauto's, die aan alle redelijke eischen voldoen. Zij is bereid alle lijders, die op last van den Geneeskundigen Dienst moeten worden vervoerd, te vervoeren tegen den prijs van 4. per geval. Deze prijs berekent zij ook voor het vervoer van wege de Vereeniging voor Ziekenhuisverpleging en van de verplegings-afdeeling van de Coöperatie „Vooruit". Omtrent de verbetering van het vervoer van lijders aan besmettelijke ziekten zouden wij de beslissing nog een korten tijd willen aanhouden. Tot nog toe vindt dit vervoer evenals het vervoer van lijders aan niet besmettelijke ziekten plaats door bemiddeling van den Gemeentelijken Reinigings- en Ontsmettingsdienst. Na invoering van de auto-tractie bij dien dienst is o. i. het oogen blik aangebroken, om te overwegen of het vervoer van lijders aan besmettelijke ziekten ook in de toekomst door bemiddeling van dien dienst zal geschieden, dan wel op andere wijze. Indien Uwe Vergadering zich met de bovenvermelde rege ling kan vereenigen, dan meenen wij dat het ziekenvervoer in deze gemeente op vrijwel afdoende wijze is verbeterd zonder dat het noodig zal zijn daarvoor bijzonder hooge uitgaven te doen. Wij geven Uwe Vergadering derhalve in overweging: 1° door vaststelling van den hierbij overgelegden begroo tingsstaat een bedrag van f 5000.(af te schrijven van den post voor „Onvoorziene Uitgaven", waarop nog ƒ23.032.87 beschikbaar is), te onzer beschikking te stellen ten behoeve van den aankoop van een ambulance-auto, inclusief zieken- brancard. voor den Eerste Hulpdienst, waarvan de bediening weder aan de firma Wed. C. Dieben onder de bestaande voorwaarden zal worden opgedragen; 2° goed te keuren dat het vervoer van lijders aan niet- besmettelijke ziekten wordt opgedragen aan de firma Wed. C. Dieben en Zn. tegen betaling van ƒ4.per geval. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 172. Leiden, 24 September 1929. In de raadsvergadering van 6 Mei j.l. (Handelingen pag. 72) deed ons College naar aanleiding van een door den heer Schüller, ingediend, doch later ingetrokken voorstel, de toezegging, te zijner tijd een opgave te verstrekken van de uitgaven, die ter zake van den stadhuisbi and zijn gedaan. Bedoelde opgave is thans, nu het in totaal benoodigde bedrag voor inrichting en m ubileering van kantoorlokalen en voor reconstructie der administraties met eenige juist heid kan worden benaderd, in de Leeskamer ter visie gelegd. Met inbegrip van een post voor onvoorziene uitgaven, vermeldt de staat wegens gedane en vermoedelijk nog te doene uitgaven een eindbedrag van 176.000.zoodat het bij raadsbesluit van 4 Maart 1929 (Ingek. St. No. 28) toegestane voorloopige crediet van 50.000.met 126.000.— dient te worden verhoogd. Tevens behoort thans op de begrooting te worden gere geld de ontvangst van de assurantiepenningen. Der gemeente competeerde deswege 1.239.188.20. Aangezien echter de voor rekening van assuradeuren ge komen expertisekosten ad 1.537.21 formeel over de ge meentekas liepen, moet onder de ontvangsten worden geboekt. 1.239.188.20 -f f 1.537.21 1.240.725.41 Daartegenover moest onder de uitgaven van de ramp genoemde som van 1.537 21, alsmede de door de gemeente verschuldigde afmaakprovisie ad 12.407.25 worden op genomen. Vermits van de schade-uitkeering een brutobedrag van 3.085.07 ten bate van de Lakenhal komt, wordt op hoofd stuk VIII, 16 van den kapitaaldienst voor de ontvangst van dat bedrag uitgetrokken de post „Schade-uitkeering wegens bij den brand van het Stadhuis verloren gegane kunstvoorwerjien, behoorende tot de verzameling van de Lakenhal ƒ3.085.07".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1929 | | pagina 7