70 adressant te zijner tijd op de zaak nog eens wenscht terug te komen, bereid om het verleenen van subsidie andermaal onder oogen te zien. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging: a. op het verzoek van het Hoofdbestuur van den Alge- meenen Bond van Politiepersoneel in Nederland, voor zooveel betreft het verleenen van subsidie ten behoeve van den door dien Bond ingestelden cursus, thans afwijzend te be schikken b. het verzoek, voor zooveel betreft erkenning van de door genoemden Bond ingestelde akte van bekwaamheid als agent van politie te stellen in handen van den Burge meester ter afdoening. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Baad der Gemeente Leiden. Edelachtbaar College. Ondergeteekenden, handelende namens en in opdracht van het Hoofdbestuur van den Algemeenen Bond van Politie personeel in Nederland, goedgekeurd bij Kon. Besluit 1.1. van 15 December 1926, Staatsbl. 24, geven eerbiedig te kennen, dat door de door hen vertegenwoordigde organisatie uit gereikt wordt, na afgelegd examen, eveneens door haar ingesteld, een Akte van Bekwaamheid als agent van politie dat zij beleefd Uw College verzoeken deze akte wel te willen erkennen, en in verband hiermee aan den door boven vermelden bond in het leven geroepen cursus subsidie te verleenen, op gronden in bijgaande memorie nader toegelicht. 't Welk doende, enz. Voor het Hoofdbestuur: C. Leewis, Voorzitter. A. H. Koenot, Secretaris. Amsterdam, 3 Mei 1929. N°. 120. Leiden, 26 Juli 1929. Bij het hieronder afgedrukt adres verzoekt het bestuur der afdeeling Leiden van den Algemeenen Bond van Politie personeel in Nederland de salarissen van de hoofdagenten van politie te verhoogen. Ingevolge de Algemeene Salaris verordening (zie staat B.) bedraagt de wedde van een agent le klasse 36.en die van een hoofdagent 40.per week, met drie één-jaarlijksche verhoogingen van l.-r- per week. Voorts is bepaald, dat de agent le klasse, aan wien de rang van brigadier wordt toegekend, een weddeverhooging van 1.per week geniet. De titel van brigadier wordt door den Burgemeester als regel toegekend aan den agent le klasse, die in aanmerking komt voor bevordering tot hoofdagent en is in het leven geroepen om den toekomstigen hoofdagent met gezag over de andere agenten te bekleeden. Aldus kan, vóór de be noeming tot hoofdagent volgt, worden beoordeeld, of de candidaat over de daartoe vereischte eigenschappen beschikt. Den agenten-rechercheur wordt boven hun wedde een jaarlijksche gratificatie van 75.toegekend, zoodat de maximum wedde van een agent le klasse-rechercheur geacht kan worden 40.50 per week te bedragen. Wordt nu een brigadier gekozen uit de rechercheurs, die het maximum-salaris van agent le klasse bereikt hebben, hetgeen veelal gebeurt, dan beteekent dat voor betrokkene feitelijk een, zij het dan ook geringe, financieele achteruitgang, daar zijn salaris in den nieuwen rang immers 40.— be draagt. Het minimum-loon van den hoofdagent is echter ook 40.per week; wordt dus een brigadier na een jaar dienst als zoodanig hoofdagent, dan zal hij, alvorens de eerste periodieke verhooging van wedde in dien rang te ontvangen, twee jaren op het salaris van 40.hebben gestaan. Hieruit blijkt derhalve, dat de overgang van agent le klasse op hoofdagent, wat de salariëering (betreft, weinig gelukkig geregeld is. Bovendien brengt een verschil van 1.tusschen het salaris van een agent le klasse en dat van een brigadier nog buiten beschouwing latende mitsdien bedoelde gratifi catie naar de meening van den Burgemeester, waarbij wij ons geheel aansluiten, niet voldoende tot uitdrukking de hoogere eischen, die aan laatstgenoemd ambt moeten worden gesteld. Een loonsverhooging van 1.per week voor de brigadiers, waardoor hun salaris wordt gebracht op 41.achten wij met den Burgemeester daarom niet ongemotiveerd. Het is dan echter tevens noodig de wedde der hoofd agenten te wijzigen, wier aanvangswedde thans immers 40.bedraagt. Met het oog op hun taak en verantwoor delijkheid is evenwel ook overigens eenige verhooging te hunnen aanzien wel wenschelijk. Los van de argumenten die adressant aanvoert, stelt de Burgemeester dan ook voor eu ons College kan zich hiermede eveneens volkomen ver eenigen hun wedde te bepalen op 42.per week, met drie éénjaarlijksche verhoogingen van 1.per week. Onder inededeeling ten slotte, dat de jaarlijksche kosten, uit deze wijzigingen voortvloeiende, kunnen worden geraamd op rond 1200.en dat voor de kosten van het loopende jaar vermoedelijk geen nieuwe middelen behoeven te worden aangewezen, geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging: I. vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van 31 Januari 1918 (Gem. Blad no. 3) betreffende de wedden van ambtenaren in dienst der gemeente Leiden, laatstelijk gewijzigd bij verordening van 22 Maart 1926 (Gem. Blad No. 2.) Artikel 1. Staat B. bedoeld in artikel 2 van bovengenoemde veror dening wordt gewijzigd als volgt: a. In de noot onder dezen staat wordt in plaats van 1. gelezen: 2. b. In kolommen 2a en 2b wordt achter hoofdagent in plaats van 40.en 43.gelezen42 en 45. Art. 2. Deze verordening treedt in werking op 1 Augustus 1929. II. het aangehaalde adres hiermede als afgedaan te be schouwen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Baad der Gemeente Leiden. Edelachtbaar College, Namens en in de opdracht van de Afdeeling Leiden van den „Algemeene Bond van Politiepersoneel in Nederland", hebben ondergeteekenden Bruno Gunster Bruins en Jannes Dragt, respectievelijk Voorzitter en Secretaris van voormelde afdee ling, hiermede de eer, zich tot Uwen Baad te wenden met het verzoek, de salarissen der Hoofdagenten van politie in deze gemeente te willen herzien en te verhoogen. Ter motiveering van dit verzoek verwijzen zij Uw College naar nevensgaande Memorie van Toelichting en naar een staatje, vermeldende de salarissen van Hoofdagenten in diverse gemeenten. Hopende op een goedgunstige beslissing, Met de meeste Hoogachting, Leiden, 7 Juni 1928. Voor het Afdeelingsbestuur, Uw. Dnw. Dnr., B. G. Bruins, Voorzitter. J. Dragt, Secretaris. N°. 121. Leiden, 26 Juli 1929. Bij de behandeling van de begrooting voor het loopende dienstjaar werd in handen van ons College ten fine van praeadvies gesteld een voorstel van Uw medelid, den heer Baart, luidende: „Undergeteekende stelt voor, dat aan alle werkloozen, Hoof- „den van gezinnen en Kostwinners, wanneer deze voor hun „organisatie wachtdagen moeten doormaken, deze wachtdagen „in het vervolg door de Gem. Steunverleening zullen worden „uitgekeerd, indien deze werkloozen, Hoofden van gezinnen „of Kostwinners, voor Steun in aanmerking zouden komen, „als geen uitkeering door de organisatie zou worden ver strekt". Uit den aard der zaak werd omtrent deze aangelegenheid

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1929 | | pagina 4