MAANDAG
Blijkens het rapport over de resultaten van het bureau,
verricht dit een mooi werk, maar spreker meent, dat er toch
ook weer een nadeelige kant aan zit. Een aantal menschen,
die verpleegd zijn geweest in het gesticht Endegeest en die
niet onder volwaardige arbeidskrachten gerekend kunnen
worden, worden door dit bureau aan werk geholpen. Op
zichzelf is dit heel mooi, maar er bestaat nu eenmaal in de
maatschappij een zekere hoeveelheid werk en volwaardige
arbeidskrachten zijn daarvoor ruimschoots aanwezig. Er is
zelfs een overcompleet. Door nu onvolwaardige arbeidskrachten
aan werk te helpen zal dit tengevolge hebben, naar het
spreker voorkomt, dat hier en daar een volwaardige arbeids
kracht zijn werk kwijtraakt. Al kan spreker dus de goede
bedoelingen van deze instelling onderschrijven, men moet
toch ook den nadeeligen kant bezien.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XVI. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor den
bouw van een tweeden afzonderingsstal op de Veemarkt.
(Zie Ing. St. No. 87.)
De heer Manders zou gaarne naar aanleiding van de mede-
deeling, dat verplaatsing nog niet zoo spoedig zal plaats
hebben, vernemen, hoe lang dit nog zou kunnen duren.
De Voorzitter antwoordt, dat de plannen voor de Veemarkt,
die al in een vergevorderd stadium waren, door den brand
van het Stadhuis verloren zijn gegaan. Zij worden nu opnieuw
opgezet, maar daaraan is zeer veel werk verbonden, omdat
vele personen moeten worden gehoord en er vele adviezen
moeten worden gegeven. De zaak houdt dus langer op dan
men zou wenschen, maar er wordt hard aan gewerkt.
Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het
voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten.
XVIJ. Praeadvies op het verzoek van P. Remmelenkamp,
H. Breyer en A. C. van den Oever, om vergoeding van schade
ter zake van hunne bij den Stadhuisbrand verloren gegane
gereedschappen en goederen.
(Zie Ing. St. No. 88.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XVIII. Praeadvies op het verzoek van C. A. van Dorp e. a.,
allen bewoners en (of) eigenaren van woningen aan den
Heerensingel, in zake het leggen van een stamriool voor de
centrale rioleering in dien singel.
(Zie Ing. St. No. 79.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethou
ders besloten.
XIX. Voorstel:
a. tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de
verbreeding van den Stationsweg en van de Rijnsbur-
gerbrug, alsmede van de vernieuwing van de leuningen
van die brug en van de bestrating van den Stationsweg
b. om Burgemeester en Wethouders te machtigen tot over
neming in eigendom van de voortuinen of gedeelten
van voortuinen c. q. met bijbehoorenden bestraten grond
van een 13-tal perceelen aan den Stationsweg en van
het perceel Morschsingel 1
c. om Burgemeester en Wethouders te machtigen tot over
neming in eigendom van de stoepen of gedeelten van
stoepen van een 10-tal perceelen aan den Stationsweg,
zoomede van een stukje grond nabij de Rijnsburger-
brug, behoorende tot het terrein van het oude Acade
misch Ziekenhuis.
(Zie Ing. St. No. 214 van 1928 en 89 van 1929).
De heer Manders heeft tegen dit voorstel geen bezwaar en
juicht deze verbreeding integendeel toe. Ook is het toe te
juichen, dat een klinkerbestrating zal worden gemaakt, omdat,
zoolang de veemarkt niet verplaatst is, een asphaltverharding
door de gladheid, vooral des Vrijdags, gevaar oplevert voor
de daar passeerende voertuigen, wielrijders en voetgangers.
Spreker wil hier echter in het bijzonder de aandacht vestigen
op de twee eindpunten van den Stationsweg. Op het Stations
plein heeft men een moeilijk punt, omdat daar een geregeld
oponthoud plaats heeft door den overweg. De trams hebben
ook daar hare stopplaatsen en steken van rechts naar links
den overweg over. Tegenover de woning van Dr. Niemer
ontstaat als het ware een fuik, doordat de trams daar de straat
3 JUNI 1929. 79
oversteken. Daarin is alleen verbetering te krijgen door de
spoorbanen in dit laatste gedeelte te verleggen naar de
rechterzijde van den weg; voor de trams zou dan wellicht
een stopplaats bij Zomerzorg gezocht kunnen worden of mis
schien zou het terrein van de Nederlandsche Spoorwegen
daarvoor in bruikleen gevraagd kunnen worden. Door deze
oplossing zou de verbreeding veel meer nut hebben.
Bij het andere eindpunt, de Rijnsburgerbrug, zal het stand
beeld van Boerhaave ernstig in den weg komen te staan.
Spreker geeft in overweging om dit standbeeld nu van ge
meentewege te verplaatsen. Spreker heeft gehoord, dat er
plannen zijn om dit van andere zijde te doen geschieden,
maar de gemeente moet niet zoo gesteld zijn op een cadeau
van anderen; zij kan hier althans beter de eer aan zich zelf
houden en het ergens plaatsen, waar het meer thuishoort.
De gelegenheid (niet model Amersfoort) tegenover dit stand
beeld is ook niet zoo erg gunstig en ook niet zoo erg prettig
voor de omwonenden; het zou zeer aan te bevelen zijn om
dit bij deze gelegenheid ook te verbeteren.
Spreker vindt het jammer, dat de voortuintjes van de per
ceelen 23 en 25 niet in de verbreeding zijn opgenomen; dat
is zeer gewenscht, omdat deze na de verbreeding werkelijk
hinderlijk zullen zijn.
De heer Groeneveld is er verheugd over, dat de Stationsweg
zal worden verbreed, maar op de moeilijke punten komt niet
veel verbetering. Bij Zomerlust b.v. is het een onmogelijke
toestand. Men moet wel rechts houden op straat, maar spreker
geeft het iedereen te doen, om, van Oegstgeest komende, daar
rechts te houdendat is eenvoudig onmogelijk. Men moet
daar noodzakelijk links houden, met alle daaraan verbonden
gevaren en nadeelen. Bij dit nieuwe plan komt daar maar
heel weinig verbetering. Die onmogelijke toestand zal daar
nu blijven. De heer Manders wil de trambaan verleggen naar
de rechterzijde van den weg, maar spreker meent, dat volgens
de huidige opvattingen omtrent de inrichting van wegen de
trambaan in het midden van den weg behoort te liggen.
Spreker weet niet, of dit ook op den Stationsweg kan gebeuren,
maar oppervlakkig gezien lijkt hem dit het beste.
De heer Elkerbout is ook van oordeel, dat het verbazend
moeilijk is het emplacement van de Tramwegmaatschappij te
passeeren. Het lijkt spreker gewenscht, dat Burgemeester en
Wethouders zich in verbinding stellen met de N.Z. H.T. M.
om langs de wachtkamer tot aan de eerste woningen van den
Stationsweg een breeder trottoir aan te leggen. Men kan dan
tenminste van het station komende fatsoenlijk ioopen.
De heer Bosman is het met den heer Manders eens, dat
het gedeelte van den Stationsweg bij het station zeer gevaar
lijk is voor voetgangers en fietsers, door het overgaan van de
tramrails dwars over den weg. Het lijkt spreker echter alleen
mogelijk een betere oplossing te krijgen, wanneer het em
placement van de tram werd opgeheven en werd overgebracht
naar den Rijnsburger weg over de spoorbaan, zoodat de tram
rechtuit kan rijden. Wanneer het tramstation aan de linker
zijde blijft, kan men moeilijk de rails naar den anderen kant
leggen.
De heer Splinter wil in de eerste plaats de vraag van
den heer Groeneveld beantwoorden, of de rijweg bij Zomerlust
niet verbreed zou kunnen worden. Dit is niet mogelijk. Men
is daar n.l. aan de grens van de verbreeding en men zou
alleen meer ruimte kunnen krijgen door geheel Zomerlust wat
achteruit te zetten. Er moet daar toch een behoorlijk trottoir
zijn en dit zal vlak langs Zomerlust loopen.
De heeren Manders, Eikerbout en Bosman hebben gesproken
over de verlegging van de tramrails en de laatste wilde zelfs
het geheele tramweg-emplacement overbrengen naar den
Rijnsburgerweg over de spoorbaan.
Men moet evenwel niet vergeten, dat dit vraagstuk onmiddellijk
samenhangt met het vraagstuk van den overweg, terwijl men
nu bezig is aan de verbreeding van den Stationsweg. Wanneer
het voetgangers- en rij verkeer bij den overweg geregeld moet
worden, komt dat vraagstuk van zelf aan de orde.
Wanneer de verbreeding heeft plaats gehad, liggen de rails
al tamelijk in het midden, maar op het oogenblik kan men
de rails niet meer naar het midden leggen, omdat naast de
rails het stamriool moet komen, waarvoor anders geen plaats
zou zijn. Voorloopig zullen dus de rails daar moeten blijven,
totdat de zaak klaar is; dan kan men tot asphalteeringover
gaan en meteen de rails op de juiste plaats brengen.
De onderhandelingen omtrent de perceelen 23 en 25 zijn in
vollen gang, maar al waren zij gelukt, dan zou de ver
breeding aldaar nu toch nog niet plaats hebben, maar eerst in
het najaar. Indien overeenstemming bereikt is met den
eigenaar, zal in September of October, wanneer de boomen
verplaatst kunnen worden, die verbreeding kuunen plaats
hebben.