90 MAANDAG 3 JUNI 1929. meer voor de vuil verbranding noodig zullen zijn. Volgens den heer Baart zou er een wachtgeldregeling voor deze menschen zijn ontworpen, waarvan de uitvoering f 88.000.zou kosten. Spreker weet niet, hoe de heer Baart aan dat staatje komt; in de commissie is het niet behandeld. Hierin zal spreker zich echter niet verder verdiepen, daar er van de uitvoering van een dergelijke wachtgeldregeling geen sprake is. De heer Baart wenscht vuilafvoer in eigen beheer, zooals de organisatie hem voorschrijft, maar spreker kan hieromtrent verwijzen naar hetgeen de heer Wilbrink heeft gezegd, die z.i. op zeer juiste gronden heeft uiteengezet, waarom men hier tegen eigen beheer moet zijn. De heer Wilbrink sprak daarbij van luibakken in gemeentedienst. Inderdaad, als spreker daartoe de gelegenheid had, zou hij er wel enkelen willen missen, want er zijn wel menschen in gemeentedienst geweest, die langs den waterweg naar de plaats, waar zij moesten storten, een hutje hadden gebouwd om bij koude of regen in te kruipen. De heer Baart zegt, dat dat bij regen in de bouwvakken ook gebeurt. De heer Splinter zegt, dat ze er bij zonneschijn ook in zaten. Als de heer Baart nu zegt, dat dat niet erg voor sprekers leiding pleit, dan zegt spreker, dat hij daar toch niet voor is. De menschen moeten zelf plichtsgevoel genoeg hebben, natuur lijk, maar als dit verantwoordelijkheidsgevoel op de proef wordt gesteld, blijkt dikwijls, dat het daarmee slecht gesteld is. Bij particulieren zal dit ook wel eens gebeuren, en niet alleen in gemeentedienst, maar tenslotte is de verleiding voor werk lieden in gemeentedienst voor dergelijke dingen zeer groot. Daar spreker geen jurist is en hij toch de zaak goed voor elkaar wilde hebben, heeft het College rechtskundig advies ingewonnen bij Mr. Briët, toch iemand, die genoemd mag worden, en wanneer die een dergelijke overeenkomst goedkeurt, als hier voorgesteld wordt, dan mogen Burgemeester en Wet houders toch veilig op dat compas varen. Spreker is het met den heer Romijn eens, dat de overeenkomst burgerlijk recht bevat; het is een contract van koop en verkoop tusschen Nieuwkoop en Leiden, en spreker gelooft niet, dat daartegen eenig bezwaar kan rijzen. Spreker heeft geen bezwaar tegen het denkbeeld van den heer Wilbrink om in artikel 10 in plaats van vervoer" te lezen »afvoer"; spreker heeft zich in den tusschentijd verstaan met het gemeentebestuur van Nieuwkoop, dat zich daarmede geheel kon vereenigen. Ook heeft spreker geen bezwaar er tegen om in artikel 12 te doen vervallen de woorden »,in overleg met den Directeur der Ge meentereiniging,"; in geval van gesloten water kan Nieuwkoop dan onmiddellijk aan de voorbereidende werkzaamheden, om het vervoer op andere wijze te doen plaats hebben, beginnen. De Voorzitter brengt namens het College de volgende wijzigingen aan in de concept-overeenkomst met de gemeente Nieuwkoop. In artikel 10, eerste lid, wordt in plaats van »het ver voer" gelezen »den afvoer" en uit artikel 12 vervallende woorden in overleg met den Directeur der Gemeentereiriiging,". De heer Splinter zegt, ten aanzien van de arbeidsvoor waarden, dat Haarlem 7 jaren lang een contract met een particulier heeft gehad voor den afvoer van vuilnis en dat er in dien tijd geen enkele stagnatie ontstaan is, niettegenstaande omtrent de arbeidsvoorwaarden in dat contract niets bepaald is. De heer Baart zegt nudat zegt niets, maar in Rotterdam wordt, naar de heer Lührs spreker vertelde, ongeveer 91.000 M3. verkocht en afgevoerd door gebroeders Nieuwpoort, dat is dus3a4maal zooveel als in Leiden en voor dat vervoer van die 91.000 M3. gebruiken de gebroeders Nieuwpoort 6 man. Voor Leiden, met een maximum van pl.m. 24.000 M3. zou daarvoor, indien men dezelfde verhouding aanneemt, dus noodig zijn onge veer man. Spreker constateert, dat het dus voor 1£ man is, dat de heeren aan de linkerzijde zich nu zoo bang maken voor wat betreft de arbeidsvoorwaarden. Rotterdam heeft geen enkele bepaling betreffende de arbeidsvoorwaarden in het contract met de gebroeders Nieuwpoort opgenomen; zonder meer wordt het vuil door de gemeente afgeleverd. Dit is voor spreker een reden te meer om af te raden deze overeenkomst met de gemeente Nieuwkoop niet aan te gaan. Per dag komt er hoogstens één schuit; alleen bij bijzondere drukte komt er een tweede bij. Overdag wordt die schuit geladen en des avonds gaat zij met één, hoogstens twee man weg. Spreker noemt dit maar een peuleschilletje vergeleken bij wat de gebroeders Nieuwpoort voor Rotterdam afvoeren, die verleden jaar 91.000 M3. vervoerden. Er is verder gezegd, dat alles op één kaart wordt gezet, maar spreker vraagt zich af, of een betrekkelijk kleine gemeente als Leiden naast den vuilafvoer er ook nog een vuilverbranding op na moet houden. Vuilafvoer wordt ook uitsluitend toegepast in plaatsen als Gorkum, Gouda, 's-Graven- zande, Maassluis, Naaldwijk, Ridderkerk, Alkmaar, Beverwijk, Haarlem, Naarden, Zaandam, Leeuwarden, Middelburg en Groningen. Wanneer groote plaatsen als Haarlem het wel alleen met vuilafvoer durven te doen, begrijpt spreker niet, waarom Leiden met zijn 24.000 M*. met eeri vuilverbrandings oven moet blijven zitten. Spreker hoort den heer Eikerbout de opmerking maken, dat er in Haarlem ook nog een verbrandingsoven staat. Spreker had hieraan niet zoo gauw gedacht, maar moet inderdaad toegeven, dat er aan het Spaarne nog een kleine oven in werking is. In de andere genoemde gemeenten is dit echter, naar spreker meent te weten, niet het geval. Naar het oordeel van den heer Bosman waren de aanbie dingen van particulieren te zeer achtergesteld, maar spreker meent, dat dit toch niet het geval is. Het rapport handelt hierover uitvoerig en geeft ook aan, waarom Burgemeester en Wethouders ten slotte de bedrijfszekerheid van een contract met de gemeente Nieuwkoop grooter vonden dan die van een contract met particulieren. De heer Bosman heeft voorts gezegd, dat Burgemeester en Wethouders de financiëele voordeelen van den afvoer te mooi voorstelden. Dit is evenwel toch niet juist. Het personeel, dat nu aan de vuilverbranding is, wordt wel degelijk te werk ge- stelddaar, waar aan dat personeel daadwerkelijk behoefte bestaat. De heer van Klinkenberg schreef destijds aan Burgemeester en Wethouders, dat bij stopzetting zonder veel bezwaar het geheele personeel door de Lichtfabrieken zou kunnen worden overgenomen, omdat veel los werk in eigen beheer wordt gedaan; in plaats dat zoo nu en dan eens losse menschen in dienst worden genomen, zouden dan nu de werklieden, af komstig van de vuilverbranding, te werk kunnen worden gesteld. Maar zoover is het College nog niet eens gegaan. Van de 10 man, die bij de vuilverbranding werkzaam zijn, is er één pensioengerechtigddoor uitbreiding der terreinen zijn bij de Lichtfabrieken 2 man noodig als nachtwaker; eenige anderen kunnen nog voor verschillende werkzaamheden bij de Lichtfabrieken gebruikt worden, waar andere losse men schen voor aangenomen worden2 man ten minste zullen noodig zijn voor uitbreiding van het straatvegerspersoneel, niet omdat men hen nu toevallig heeft, maar omdat dit werkelijk noodig is door de uitbreiding van de stad. Vooral in de buitenwijken zijn zij noodig om de zaak goed te doen loopen. Het is dus niet juist, zooals de heer Bosman zegt, dat het College de zaak te gunstig voorstelt. Nu zou de heer Heemskerk gaarne willen, dat de menschen, die in een anderen tak van dienst geplaatst werden, niet in inkomen zouden achteruitgaan. Spreker kan zich natuurlijk tot niets binden, maar de heeren kennen spreker toch; spreker zal trachten, in overleg met den heer Goslinga, die menschen zoodanig over te plaatsen, dat zij er zonder kleerscheuren afkomen. De inschrijvingen zijn tweemaal ingezonden in verband met den Stadhuisbrand; daardoor zijn alle gegevens verbrand en moest deze zaak opnieuw opgezet worden en zijn aan de inschrijvers nieuwe aanbiedingen gevraagdhoewel zij in prijs ongeveer gelijk gebleven zijn, weken zij ten aanzien van de voorwaarden toch nog wel af van de origineele aanbiedingen. Nu is er gezegd: doordat het College de prijzen zoo laag heeft gekregen, heeft het ook de arbeidsvoorwaarden gedrukt. Waar evenwel de prijzen van bijna al deze inschrijvingen heendraaien om 0.80 en 0.85, en toch niet aan te nemen is, dat zij allemaal op te lage loonen zijn gebaseerd, kan uit de inschrij vingssom van Nieuwkoop geen argument worden gehaald, dat het College door die inschrijving te aanvaarden de loonen zou drukken. Sommige sprekers hebben zelfs op publieke in schrijving aangedrongen in de verwachting, dat daardoor nog lagere aanbiedingen zouden worden ontvangen. Dan zouden de arbeiders dus zeker heelemaal geen loon hebben gekregen! Spreker gelooft hiermede de opmerkingen van de verschil lende sprekers te hebben beantwoord en wil thans nog eenige algemeene opmerkingen maken. Het is best mogelijk, dat in 1911, waarover de heer Sijtsma sprak, een besluit tot ver branding moest worden genomen, maar men leeft nu in een lijd, waarin veel voor de cultiveering van land gedaan wordt, terwijl bovendien de vuilverbranding thans in zoodanig stadium verkeert, dat bij voortzetting daarvan in de naaste toekomst groote bedragen daaraan ten koste zouden moeten worden gelegd. Spreker heeft de vorige week op de vergadering van de Vereeniging van Nederlandsche Gemeenten den burge meester van Papendrecht gesproken, die zeide, dat iedere M3 vuil hem geld waard was tot verhoogiug van de vruchtbaar heid en dat hij zich niet kon begrijpen, dat er nog stemmen opgingen in andere richting. Nu had spreker verwacht, dat dit voorstel, om het vuil naar Nieuwkoop te brengep, naar den zin zou zijn geweest van de heeren aan de linkerzijde, want bij de begrooting heeft de heer van Eek een heel betoog opgezet om weiland in teelland om te zetten. De gelegenheid doet zich nu voor en nog wel met rietlanden. Daarbij komt, dat de ophaaldienst daardoor beter zal functionneeren, want de opmerking, door een der leden gemaakt, dat er aan de Langegracht altijd eenige wagens staan te wachten, is inderdaad juist. Blijkens

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1929 | | pagina 16