56 B. voor de Electriciteitsfabriek. electriciteitsmeters27.000. huisaansluitingen1.500. transformatoren25.000. dienstgebouwen7.500. H.S.kabelnet Leiden7.700. H.S.kabelnet buitengemeenten46.000. transformatorstations36.500. L.S. kabelnet. 62.500.— klokkenkabelnet1.300. Samen: 215.000. Deze uitbreidingen werden voorloopig bekostigd uit de aanwezige middelen van de fabrieken. Die van de Gasfabriek kunnen daaruit ook definitief bekostigd worden. Het kapitaal der Electriciteitsfabriek zal echter thans ter zake van de vermelde uitbreidingen van die fabriek met het genoemde bedrag a 215.000.moeten worden uitgebreid. Mitsdien geven wij U in overweging den Raad voor te stellen a. goed te keuren, dat ten behoeve van de bovenvermelde normale uitbreidingen van de gasfabriek in 1928 de daarbij vermelde kapitaalsuitgaven tot een bedrag van 41.000. werden gedaan; b. door vaststelling van den daarbij over te leggen be- grootingsstaat ten behoeve van de bovenvermelde normale uitbreidingen van de Electriciteitsfabriek in 1928 in totaal een bedrag van ƒ215.000.beschikbaar te stellen; c. het sub b. genoemde bedrag van 215.000.voor de daarbij aangegeven doeleinden aan de Electriciteitsfabriek als kapitaal te verstrekken tegen de daarbij vast te stellen rente en met bepaling, dat van dit kapitaal jaarlijks 5 zal worden afgelost. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, T. S. Goslinga, Voorzitter. van Deventer, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 95. Leiden, 18 Juni 1929. Met nevensgaand voorstel van Commissarissen der Stede lijke Fabrieken van Gas en Electriciteit betreffende het in erfpacht ontvangen van een stukje grond aan de Roden burgerstraat ten behoeve van den bouw van een hoogspan ningsstation aldaar kunnen wij ons volkomen vereenigen en wij geven Uwe Vergadering mitsdien onder verwijzing naar de missive van Commissarissen in overweging, ons te machtigen, een overeenkomst aan te gaan met het bestuur der Stichting Centraal Israëlitisch Wees- en Doorgangshuis, krachtens welke overeenkomst de gemeente van de Stichting, ten be hoeve van de vestiging van een hoogspanningsstation door de Electriciteitsfabriek, voor den duur van 75 jaren tegen een canon van 5.per jaar in erfpacht ontvangt een stukje grond, groot 8 M2., kadastraal bekend Sectie M No. 2155 gedeeltelijk, op de overgelegde kaart in roode kleur aan gegeven, en liggende aan de Rodenburgerstraat. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 17 Juni 1929. Het is gewenscht, ter verbetering van de electriciteits- voorziening in het desbetreffende stadsgedeelte, een hoog spanningsstation te bouwen in de omgeving van den Zoeter- woudschen Singel en de Cronesteinkade. Het blijkt hiertoe het meeste aanbeveling te verdienen, een overeenkomst aan te gaan met het Bestuur der Stichting Centraal Israëlitisch Wees- en Doorgangshuis, krachtens welke overeenkomst de gemeente van de Stichting voor den duur van 75 jaren tegen een canon van 5.per jaar in erf pacht ontvangt een stukje grond, groot 8 M2., kadastraal bekend Sectie M, No. 2155 gedeeltelijk, op bijgaande kaart in roode kleur aangegeven, en liggende aan de Rodenburger straat. Wij geven U mitsdien in overweging den Raad voor te stellen, ten behoeve van de Electriciteitsfabriek het boven bedoelde stukje grond aan de Rodenburgerstraat tegen de daarbij vermelde voorwaarden in erfpacht te ontvangen. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, T. S. Goslinga, Voorzitter. van Deventer, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 96. Leiden, 18 Juni 1929. In hun hierachter afgedrukt schrijven stellen Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit voor, over te gaan tot de oprichting van een electrisch onderstation van ruime capaciteit op een aan de gemeente toebehoorend terrein aan de Cobetstraat achter den Hoogen Rijndijk. Ons ver- eenigende met dit voorstel geven wij Uwe Vergadering onder verwijzing naar de missive van Commissarissen in over weging a. het terrein, groot circa 1490 M2., kadastraal bekend Sectie M, No. 4534 gedeeltelijk, op de overgelegde kaart met de letters A, B, G, D aangeduid, en liggende achter den Hoogen Rijndijk aan de Cobetstraat, tegen betaling van 10.per M2. ten behoeve van de vestiging van een onder station ter beschikking van de Electriciteitsfabriek te stellen b. goed te keuren, dat door de Electriciteitsfabriek ten behoeve van de vestiging van een onderstation een bedrag van 170.000.wordt besteed, welk bedrag voorshands uit de aanwezige middelen van de Electriciteitsfabriek kan worden gevonden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 17 Juni 1929. Als onderdeel van de algeheele verzwaring van de voeding van het stadselectriciteitsnet en in verband met de aanzien lijke vergrooting van de machinale inrichting en den schakel- aanleg der Electriciteitsfabriek is het noodzakelijk, een onder station van ruime capaciteit op te richten in het Zuid-Oostelijk gedeelte van de stad. Dit station zal door de reeds aanwezige zware kabels rechtstreeks met de electrische centrale ver bonden worden en de inrichting zal zoodanig zijn, dat de te verwachten zware stroomen en vermogens, welke bij moge lijke kortsluitingen loskomen, veilig kunnen worden beheerscht en afgeschakeld, zonder dat vrees voor complicaties behoeft te bestaan. Het komt gewenscht voor, bedoeld onderstation op te richten op een aan de gemeente toebehoorend terrein, op nevensgaande kaart met de letters A., B., C., D. aangeduid, groot circa 1490 M2., kadastraal bekend Sectie M. No. 4534 gedeeltelijk, en liggende achter den Hoogen Rijndijk aan de Cobetstraat, de ontworpen straat in het verlengde van de Kernstraat en de ontworpen straat tusschen den Hoogen Rijndijk en de Fruinstraat ten Westen van en parallel aan de Cobetstraat. Over dit terrein kan naar wij meenen tegen betaling van 10.per M2. door de Electriciteitsfabriek de beschikking worden verkregen. De kosten van den bouw van het onderstation en zijne inrichting met inbegrip van de kosten van den grond en bij komende werken van terreinafscheiding en beplanting worden geraamd op 170.000. Wij geven U alsnu in overweging den Raad voor te stellen a. het bovenbedoelde terrein achter den Hoogen Rijndijk tegen betaling van 10.per M2. ten behoeve van de vestiging van een onderstation ter beschikking van de Electriciteits fabriek te stellen; b. goed te keuren, dat door de Electriciteitsfabriek ten behoeve van de vestiging van een onderstation een bedrag van 170.000.wordt besteed, welk bedrag voorshands uit de aanwezige middelen van de Electriciteitsfabriek kan worden gevonden. Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit, T. S. Goslinga, Voorzitter. van Deventer, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N°. 97. Leiden, 18 Juni 1929. In den afgeloopen winter is één van de verwarmingsketels van de Stadsgehoorzaal doorgebrand. Het blijkt niet ge wenscht, hierin eenvoudig te voorzien door de doorgebrande leden van den ketel door nieuwe te vervangen, aangezien de desbetreffende ketel een zoodanigen ouderdom heeft, dat de kans groot is, dat ook de thans nog vrijwel in tact gebleven leden, waarvan er echter verscheidene reeds aangetast blijken te zijn, in het volgend stookseizoen zouden doorbranden, hetgeen opnieuw onkosten en bedrijfsstoornis zou meebrengen. Het is derhalve gewenscht, den doorgebranden ketel te vervangen door een nieuwen, en daarbij tevens een tweeden ketel, welke van gelijken ouderdom en constructie is en even eens in slechte conditie verkeert, te vernieuwen. De kosten hiervan worden geraamd op 3300. In overeenstemming met de Commissie van Fabricage

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1929 | | pagina 2