39 een perceel grond op het Raamland, (thans Sectie M. Ms 4531 en 4532), groot 677 M2., verkocht voor den bouw van een dubbel landhuis. Bij de overdracht werd het terrein M No. 4532 gesteld ten name van A. H. Dros Jr. te Leiden. In verband met de uitvoering van het bouwplan op laatst genoemd perceel is echter een grootere grondoppervlakte noodig gebleken om aan de voorwaarden van de bouwver ordening te kunnen voldoen. De heer Dros verzoekt nu achter de beide perceelen M Ms 4531 en 4532 nog een strook ter breedte van 3 M aan hem te verkoopen voor 10.per M2., welke prijs ook vroeger werd betaald. Noch bij de Oommissie van Fabricage, noch bij ons College bestaat tegen dezen verkoop bezwaar. Wij stellen Uwe Vergadering mitsdien voor te besluiten aan A. H. Dros Jr. te Leiden tegen den prijs van 10.per M2. te verkoopen de strook bouwgrond op het Raamland, ten noorden van de Fruinstraat, op de overgelegde situatie- teekeninginroode kleur aangegeven, ter grootte van 69 M2., deel uitmakende van het perceel kad. bekend gemeente Leiden Sectie M. No. 4534, zulks onder de bij raadsbesluit van 30 April 1928 vastgestelde voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 67. Leiden, 29 April 1929. Van Ir. J. J. Valkenburg, alhier, ontvingen wij een aanvrage om verkoop van een perceel grond bij de Leidsche Hout ten behoeve van den bouw van een landhuis of een villa. De met adressant gevoerde onderhandelingen hebben tot overeenstemming geleid, zoowel met betrekking tot het ter rein als den prijs, zoodat, vereenigt Uwe Vergadering zich eveneens met een en ander, de uitgifte van bouwterrein te dezer plaatse hiermede daadwerkelijk een aanvang zal hebben genomen. Belanghebbende is bereid het op de overgelegde situatie- teekening in donkerroode kleur aangegeven hoekperceel van het bouwblok A aan het verlengde van de Johan de Witt- straat, ter grootte van 540 M2., te koopen en neemt ge noegen met den door ons ge vraagden prijs van 15.per M2., welke prijs gebaseerd is op bouwrijp terrein, zoodat de kosten van straataanleg als naar gewoonte voor rekening van de gemeente komen. Aan den verkoop zullen verder de hier- ondervolgende voorwaarden worden verbonden, blijkens welke het in de bedoeling ligt in dit gedeelte bij de Leidsche Hout open bebouwing te bevorderen. Onder verwijzing naar de in de Leeskamer ter visie liggende stukken geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overeen stemming met het advies der Commissie van Fabricage in overweging aan Ir. J. J. Valkenburg tegen den prijs van 15.per M2. te verkoopen het perceel bouwgrond aan het verlengde van de Johan de Wittstraat, ter grootte van 540 M2., op de kaart in donkerroode kleur aangeduid als een gedeelte van het bouwblok A en deel uitmakende van het kadastrale perceel der gemeente Leiden, Sectie P, No. 98, zulks onder de volgende voorwaarden: 1. de verkoop geschiedt ten behoeve van den bouw van een villa of een landhuis, met den bouw waarvan niet mag worden aangevangen voordat, behalve de vergunning inge volge de bouwverordening, op de plannen en de plaatsing van het gebouw de goedkeuring van Burgemeester en Wethouders is verkregen; gelijke goedkeuring is noodig bij herbouw of geheele of gedeeltelijke vernieuwing; 2. de voortuin aan de zijde van de Leidsche Hout moet een diepte hebben van 4 M., terwijl aan de zijde van het verlengde der Johan de Wittstraat de gevel moet worden geplaatst in het verlengde van de voorgevellijn der huizen van de Johan de Wittstraat; de tuinen moeten van den openbaren weg worden afgescheiden door een behoorlijk hek op steenen voet ten genoegen van Burgemeester en Wethouders en moeten worden aangelegd en onderhouden volgens nadere aanwijzing en ten genoegen van Burgemeester en Wethouders; 3. ter weerszijden van de villa of het landhuis zal een open ruimte ter breedte van ten minste 3 M. moeten over blijven, terwijl de afscheiding tusschen de aan elkander grenzende erven zal moeten worden gemaakt ten genoegen van Burgemeester en Wethouders; 4. gebouwen of inrichtingen, waarvoor krachtens de Hinder wet vergunning moet worden gevraagd, mogen op den te verkoopen grond niet worden opgericht 5. de nakoming van de onder 1, 2, 3 en 4 genoemde voor waarden moet worden verzekerd door het vestigen van een servituut 6. de kosten van opmeting en alle verdere kosten op de overdracht vallende, komen ten laste van den kooper; 7. de akte zal worden gepasseerd door een door Burge meester en Wethouders aan te wijzen notaris. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 68. Leiden, 29 April 1929. Bij zijn in de Leeskamer liggend schrijven stelt de Directeur van den Markt- en Havendienst, daartoe door het brug- wachterspersoneel aangezocht, voor om in de brugwachters posthuizen verbandtrommels te plaatsen en het personeel te doen onderrichten in het verleeuen van eerste hulp bij on gevallen. Het komt toch meermalen voor dat personen in de post huizen worden binnengedragen of binnengebracht, die op- of in de nabijheid van een brug zijn verwond. In dergelijke gevallen kan eenig aanwezig verbandmateriaal goede diensten bewijzen. Ook de Directeur van den Geneeskundigen Dienst is van meening dat, hoewel de Eerste-Hulpdienst en de vereenigingen voor Wijkverpleging in de behoefte voorzien, het wel wensche- lijk is in de posthuizen eenvoudige verbandtrommeltjes te plaatsen, teneinde de brugwachters in de gelegenheid te stellen kleine verwondingen te verbinden. De aan een en ander verbonden kosten zullen bedragen 80.voor de aanschaffing van 10 verbandtrommels en 210.voor het geven van onderricht aan alle in functie zijude brugwachters, in het verleenen van eerste hulp bij ongevallen. Evenals de Commissie voor den Geneeskundigen Dienst en den Keuringsdienst van Waren is ook ons College van het nut van het verleenen van eerste hulp door de brugwachters overtuigd en wij geven Uwe Vergadering dan ook in over weging door vaststelling van den hierbij overgelegden be- grootingsstaat, model D, dienst 1929, voor het boven aangegeven doel eeD bedrag van rond 300.ter onzer beschikking te stellen. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven, waarvan genoemd bedrag wordt afgeschreven, is thans nog beschikbaar 39225. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. No. 69. Leiden, 29 April 1929. Met het hierachter afgedrukte voorstel van Commissa rissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit in zake de aanschaffing van een installatie tot het afzuigen van vliegasch uit de rookgangen van de Electriciteitsfabriek, kan ons College zich vereenigen. Onder verwijzing naar de missive van Commissarissen en naar de beide rapporten van den Directeur der Lichtfabrieken betreffende deze aan gelegenheid en de oorzaken van de vliegaschplaag en hetgeen daartegen reeds is gedaan en nog gedaan kan worden, welke rapporten wij overeenkomstig verzoek van Commis sarissen voor Uwe Vergadering ter visie hebben gelegd, geven wij U alsnu in overweging, goed te keuren, dat door de Lichtfabrieken ten behoeve van de aanschaffing vaneen installlatie tot het afzuigen van vliegasch uit de rook gangen van de Electriciteitsfabriek een bedrag van 30.000. wordt besteed, welk bedrag voorshands uit de beschikbare middelen van de fabrieken kan worden gevonden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 18 April 1929. Bij schrijven dd. 16 Januari j.l. No. 1/1 zonden wij Uw College een rapport toe, dat de Directeur der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit dd. 21/22 December j.l. No. 7/179 aan onze Commissie had uitgebracht betreffende de oorzaken der vliegaschplaag en hetgeen daartegen reeds gedaan was en nog gedaan kon worden. Wij gaven U in overweging, dit rapport ter kennisneming over te leggen aan den Raad. Aangezien bedoeld schrijven en het rapport door den brand van het Raadhuis in het ongereede zijn geraakt, zenden wij U hierbij een afschrift van het rapport, ver gezeld van een nieuw rapport van den Directeur dd. 11 April j.l. No. 7/61, hetwelk nadere gegevens bevat over de vliegaschplaag en waarin tevens wordt voorgesteld, te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1929 | | pagina 3