GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
33
l\ia:kO)IK> STUKKEN.
N°. 48. Leiden, 22 Maart 1929.
De Commissie voor het Stedelijk museum de Lakenhal
heeft de eer U ter voorziening in de vacature, ontstaan
door het bedanken van prof. !Dr. P. J. Blok, het navolgende
tweetal als aanbeveling te zenden:
1. Prof. Dr. L. KNAPPERT.
2. De Heer S. J. LE POOLE.
Namens de Commissie voornoemd,
A. van de Sande Bakhuyzen, Voorzitter.
J. C. Overvoorde, Secretaris.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
N°. 49. Leiden, 4 April 1929.
Tegen inwilliging van nevensgaand verzoek van den heer
W. C. Brassem bestaat bij ons College geen bezwaar.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging den
heer W. C. Brassem, op zijn verzoek, met ingang van een
nader door ons College te bepalen datum, eervol ontslag te
verleenen als onderwijzer in de lichamelijke oefening bij het
openbaar lager onderwijs alhier.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden 26 Mrt '29
Aan de Gemeenteraad van Leiden
Edelachtbare Heeren!
Naar aanleiding van mijn benoeming als onderwijzer in
de Lich. Oef. bij het Openbaar Lager Onderwijs te Amster
dam, verzoek ik U beleefd mij per 1 Juli '29 eervol ontslag
te verleenen als gymnastiekonderwijzer hier ter stede.
Hoogachtend,
Ued. dw. dn.
W C. Brassem
Nic. Beetsstraat 20a Leiden
N°. 50. Leiden, 15 April 1929.
Als gevolg van de overplaatsing van den heer A. Dirks,
hoofd der o. 1. school aan de Vrouwenkerksteeg B naar die
aan de Duivenbodestraat A, zal op het tijdstip van zijn
infunctietreding aan laatst gemelde school een onderwijzer
gemist kunnen worden.
In verband daarmede en in overeenstemming met het bij
de stukken gevoegd advies van den Inspecteur van het Lager
Onderwijs in deze inspectie, stellen wij U mitsdien voor
den heer G. Marijt, onderwijzer aan de o. 1. school aan de
Duivenbodestraat A, met ingang van een nader door ons
College te bepalen datum, over te plaatsen naar de o. 1. school
aan de Medusastraat A.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 51. Leiden, 15 April 1929.
De heer L. Koning, alhier, richtte zich tot ons College
met het verzoek de huur van de strook grond aan den
Apothekersdijk, waarop adressant een bloemenkiosk exploi
teert, te willen overschrijven ten name van den heer H.
Hogewoning te Leiden, die bereid is de huur over te nemen
tegen den geldenden huurprijs en onder de bestaande voor
waarden. De heer Hogewoning zal dan de exploitatie van
de bloemenkiosk voortzetten.
Noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij ons College
bestaat bezwaar tegen inwilliging van dit verzoek, zoodat
wij Uwe Vergadering in overweging geven te besluiten:
a. te ontbinden, ingaande 1 Mei 1929, de ingevolge Raads
besluit van 14 Mei 1923 (Ingek. Stukken No. 147) met L.
Koning, alhier, gesloten huurovereenkomst betreffende de
strook grond aan den Apothekersdijk (nabij de Schapen-
steeg)
b. de sub a genoemde strook grond, ingaande 1 Mei 1929,
aan H. Hogewoning alhier, tegen een huurprijs van 125.
per jaar te verhuren tot 30 April 1930, met bepaling, dat
de huur geacht wordt daarna telkens voor den tijd van één
jaar tegen denzelfden huurprijs en onder dezelfde voor
waarden te zijn verlengd, indien de huur niet drie maanden
vóór het eindigen van den huurtermijn schriftelijk door een
der partijen is opgezegd, zullende de huur in elk geval ein
digen op 1 Mei 1940, zonder dat eenige opzegging daartoe
wordt vereischt, en verder onder de in de Leeskamer ter
visie liggende voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 52. Leiden, 15 April 1929.
De heer J. A. M. van Heeringen, alhier, heeft tot ons
College het verzoek gericht de huur van het pakhuis aan
de Lokhorststraat No. 20 te willen overschrijven ten name
van den heer A. A. Owel, alhier, die bereid is de huur over
te nemen tegen den geldenden huurprijs en onder de be
staande voorwaarden.
Noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij ons College
bestaat tegen de gevraagde overschrijving bezwaar, zoodat
wij Uwe Vergadering in overweging geven te besluiten:
a. te ontbinden, ingaande 1 Mei 1929, de ingevolge Raads
besluit van 29 Maart 1920 (Ingek. Stukken No. 100) met
J. A. M. van Heeringen alhier, gesloten huurovereenkomst
betreffende het perceel Lokhorststraat No. 20
b. het sub a genoemde perceel, ingaande 1 Mei 1929, aan
A. A. Owel te Leiden, tegen een huurprijs van 120.
per jaar te verhuren tot 30 April 1930, met bepaling, dat
de huur geacht wordt daarna telkens voor den tijd van
één jaar tegen denzelfden huurprijs en onder dezelfde voor
waarden te zijn verlengd, indien de huur niet drie maanden
voor het eindigen van den huurtermijn schriftelijk door een
der partijen is opgezegd, zullende de huur in elk geval
eindigen op 1 Mei 1940, zonder dat eenige opzegging daartoe
wordt vereischt, en verder onder de in de Leeskamer ter
visie liggende voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
No. 53. Leiden, 15 April 1929.
Het College van Diakenen der Nederduitsch Hervormde
Gemeente te Leiden vraagt in haar hierachter afgedrukt
adres vergunning tot het bouwen van een hofje aan de
Kaarsenmakersstraat op het terrein tusschen het Minnehuis
en den Nieuwen Rijn, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie
C. nis 1602, 1603, 1604, 1438, 1439, 1440, 946 en 945.
Het hofje zal bevatten veertien woonhuisjes, bestemd
voor ten hoogste twee personen en zal dienen ter vervanging-
van het Catha-rina Jacobsdochtershof aan de Zegersteeg,
waarvan de woningen zeer oud en niet meer ter bewoning
geschikt zijn.
Voor het bouwen van het hofje is, behalve vergunning
van ons College ingevolge artikel 5 van de Woningwet,
vergunning van Uwe Vergadering vereischt krachtens het
bepaalde bij de eerste alinea van artikel 17 van de ver
ordening op het bouwen en sloopen.
Vermits tegen den bouw van het hofje op zich zelf ons
inziens geen bezwaar bestaat, geven wij U, overeenkomstig
het advies van de Commissie van Fabricage, in overweging
de bij artikel 17, eerste alinea, der verordening op het
bouwen en sloopen gevorderde vergunning te verleenen.
Wordt door U, overeenkomstig het voorstel besloten, dan
kan door ons de bouwvergunning, onder de dezerzijds noodig
geachte voorwaarden en voorbehouden, worden verleend.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.