20 ingang van 1 Jauuari 1926 verlaagd tot 9 cent per M3. voor de eerste 100 M3. in do maand en 1\ cent per M3. voor alle overige in die maand verbruikte M3.'s. Dit tarief beteekende derhalve, dat de gemiddelde prijs per M3. toten met een verbruik van 100 M3. in de maand 9 cent zou be dragen, om vervolgens geleidelijk te dalen in dier voege, dat de gemiddelde prijs per M3. bij een verbruik van 101 M3. in de maand 8.985 cent bedraagt, bij een verbruik van b.v. 200 M3. in de maand 8.25 cent, en zoo vervolgens. Onze Commissie heeft thans, mede naar aanleiding van de bijgevoegde motie van den heer Heemskerk, voor zoover op den gasprijs betrekking hebbende, waaromtrent Uw College onze Commissie bericht en raad verzocht, naast den be- staanden tariefsvorm een nieuwen tariefsvorm van het vast recht-type ontworpen, bij toepassing van welken tariefsvorm de gemiddelde prijs per M3. eveneens bij grooter verbruik, en met het tegenwoordig tarief van 9 cent per M3. als uit gangspunt, daalt, doch die daling niet eerst bij een verbruik van 101 M2. in de maand, doch reeds bij een verbruik in de maand van 51 M3. aanvangt en voorts sneller verloopt. Als uitgangspunt is, gelijk gezegd, het tegenwoordige tarief van 9 cent per M3. behouden, hetwelk in vergelijking met den gasprijs in andere gemeenten reeds vrij laag is en bovendien voor wat de zeer groote categorie afnemers met klein verbruik betreft, reeds thans niet alleen niet tot de winst der gasfabriek bijdraagt, doch zelfs een niet onaan zienlijk verlies oplevert. Immers, nauwkeurige berekeningen hebben uitgewezen, dat bij het tegenwoordige tarief van 9 cent per M3. over het jaar 1927 alle afnemers, die gemiddeld per maand minder dan 23 M3. verbruiken, voor de gas fabriek verlies opleveren. Dit waren er over 1927 niet minder dan 8200 afnemers of 40% van het totaal, en het verlies op die 8200 afnemers met een gemiddeld verbruik per maand van mind r dan 23 M3. bedro, g niet minder dan 51.000. De gemeente subsidiëert derhalve en hierin komt de sociale zaak der gasfabriek tot uitdrukking bij het tegen woordige tarief reeds 8200 kleine gasverbruikers met een bedrag van ƒ51.000.per jaar. Neemt men nu nog hierbij in aanmerkmg, dat het surplus op d<n prijs van 1 cent per M3. voor de muntgasverbruikers, die voor het over- groote deel al weer behooren tot de afnemers met klein verbruik, niet voldoende is, om de meer!' osten van exploitatie bij verbruik over den muntgasmeter te dekken, doch int egen- deel over 1927 een bedrag van 46.000.ongedekt heeft gelaten, dan zal het geen nader betoog behoeven, dat degrond- prijs van 9 cent per M3. voorshands niet oor verdere verlaging vatbaar is, doch ook voor de bepaling van het nieuwe tarief als uitgangspunt behoort te worden genomen. De beide vastrecht-tarieven, b en c, zijn nu zoodanig o. tworpen, dat de gemiddelde prijs per M3., welke bij het tob dusverre bestaande tarief eerst daalt bij een verbruik van 101 M3. in den maand, bij toepassing van tarief b reeds begint te dalen bij een verbruik van 51 M3. in de maand, terwijl bij toepassing van het tarief c bij een verbruik van 111 M3. in de maand een versnelde daling intreedt. De reductie, in het bestaande tarief bij een verbruik van 101 M3. in de maand aanvangende, kan dientengevolge, daar zij bij uitvoering der vastrecht-tarieven geen toepassing meer zal vinden, komen te vervallen. Br komen derhalve ter keuze van den verbruiker drie tarieven: tarief a is het voordeeligste voor hen, die niet meer, dan 50 M3. per maand verbruiken, tarief b voor hen, die meer gebruiken dan 50 M3., doch i.iet meer dan 110 M3. in de maand, tarief c voor de verbruikers boven 110 M3. in de maand. De voorgestelde vergrooting van de, reductie op den prijs bij grooter verbruik is gelijk uit het vorenstaande blijk niet onaanzienlijk, al moest anderzijds daarbij een zekere maat worden betracht, immers de verbruikers boven 50 M3. in de maand moeten voor het overgroote gadeelte het boven be cijferde verlies op de kleine afnemers goed maken en boven dien de winst opbrengen en deze winst zal uiteraard ten gevolge van de lagere tarieven, aanvankelijk althans, terug- loopen. De verwachting is echter, dat de voorgestelde ver laging aanzienlijk genoeg is, om op den duur stimuleerend te werken op het verbruik en aldus ten slotte de winst weder op het tegenwoordige peil terug te brengen. Teneinde de aanvankelijk te verwachten winstderving voor het eerste jaar, dat de nieuwe tarieven toepassing zullen vinden, ge lijkelijk over de jaren 1929 en 1930 te verdeelen, is voor gesteld, het in werking treden van de nieuwe tarieven te bepalen op 1 Juli 1929. Ten slotte vermelden wij nog, dat het wenschelijk kan zijn, de voorgestelde vastrecht-tarieven op overeenkomstige wijze ook in de buitengemeenten, waar Leiden zelf het gas distribueert, toepassing te doen vinden. Formeel zou dit uiteraard een afwijking van de met die gemeenten gesloten overeenkomsten zijn. Het schijnt ons het eenvoudigste, indien onze Commissie tot die afwijking in overeenstemming met de betrokken gemeentebestnren wordt gemachtigd. Wij stellen U alsnu voor, den Baad in overweging te geven Commissarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit. T. S. Goslinga Voorzitter. van Deventer, Secretaris. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. M otie. De Baad, overwegende dat het gewenscht is, onder meer ten bate der grootere gezinnen reductie te verleenen op de-prijzen van gas en electriciteit, noodigt B. en W. uit voorstellen aan den Baad te doen waarbij aan dit verlangen worde tegemoet gekomen. P. Heem-kerk.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1929 | | pagina 4