kwartaal, waarin het door overlijden of om andere redenen
vervalt.
Artikel 9.
Het wachtgeld en het pensioen worden op schriftelijke
aanvrage verleend door Burgemeester en Wethouders, die
van elk genomen besluit mededeeling doen aan den Baad.
Artikel 10.
De gewezen Wethouders of hunne wettelijke vertegen
woordigers kunnen te allen tijde een aanvrage om wachtgeld
of pensioen bij Burgemeester en Wethouders indienen.
Geschiedt dit echter niet binnen zes maanden na den dag,
waarop het recht op wachtgeld of pensioen is ontstaan, dan
gaat het wachtgeld of het pensioen in met den aanvang van
het kalenderkwartaal, waarin de aanvrage is gedaan.
Het recht op betaling van een termijn vervalt, indien
het bedrag niet is ingevorderd binnen een jaar na den dag,
waarop het betaalbaar was.
Artikel 11.
Deze verordening treedt in werking op 1 Januari 1929. Op
dien datum vervalt de verordening van 17 April 1919 (Gem.
Blad no. 11).
De Commissie
voor de Huishoudelijke Verordeningen,
K. Sijtsma, Voorzitter.
D. A. VAN Eck, j Led
P. Heemskerk,
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
N°. 24. Leiden, 4 Februari 1929.
Ons vereenigende met nevensgaand voorstel van Commis
sarissen der Stedelijke Fabrieken van Gas en Electriciteit
tot wijziging, ingaande 1 April a. s., van de verordening
betreffende de levering van electriciteit door die fabrieken,
welke wijziging o. m. strekt tot invoering van een nieuw
winkeltarief, in verband waarmee het hierachter afgedrukte
adres van verschillende kappers en kapsters betreffende dit
onderwerp als afgedaan kan worden beschouwd, geven wij
Uwe Vergadering onder verwijzing voor wat de toelichting
betreft naar de missive van Commissarissen, in overweging:
a. de volgende verordening vast te stellen
VERORDENING,
houdende wijziging van de verordening van 17 December
1914 (Gem-Blad No. 37), betreffende de levering van elec
triciteit door de Stedelijke Fabrieken van Gas en Elec
triciteit, laatstelijk gewijzigd bij verordening van
11 April 1927 (Gem-Blad No. 3),
Artikel I.
De aanvang van het tweede lid van artikel 7 van boven
genoemde verordening wordt gelezen als volgt:
„Warmwaterapparaat, electrische leiding en aansluiting
op de waterleiding woiden door of vanwege de Electriciteits-
fabriek voor hare rekening aangebracht en blijven eigendom
van de gemeente. Indien nochtans tusschen den electriciteits-
meter en het warmwaterapparaat meer dan 10 Meter aan-
sluitleiding moet worden gebruikt, is de verbruiker voor dat
meerdere een vergoeding verschuldigd als tegemoetkoming-
in de aanlegkostendeze vergoeding wordt voor elk geval
afzonderlijk door de Directie naar billijkheid vastgesteld.
De Electriciteitsfabriek heeftenz.
Artikel II.
Na het bepaalde sub e van artikel 10 wordt het volgende
ingevoegd:
Volgens winkeltarief.
1°. aan vast recht per jaar voor iedere hectowatt (of ge
deelte daarvan) van de totale aansluitwaarde 14.40, met
dien verstande, dat voor de berekening van de totale aan
sluitwaarde, de aansluitwaarde van de etalageverlichting,
buitenlampen en reclameverlichting voor 100 in aanmer
king wordt genomen die van de overige winkelruimte
voor 75%; die van het bijbehoorende magazijn, pakhuis,
kantoorruimte of andere bijbehoorende ruimten, voor 50
Dit vast recht, te betalen in gelijke maandelijksche ter
mijnen, is verschuldigd, ook al wordt geen stroom verbruikt.
2°. Bovendien volgens aanwijzing van een meter met
enkel telwerk voor de verbruikte K.W.U.5 cent per
eenheid.
De huur, voor den meter verschuldigd, wordt berekend
op gelijke wijze, als onder a van dit artikel is aangegeven.
De sub 1°. bedoelde aansluitwaarde (ook van contactdoozen
en van aansluitingspunten, die in den regel gebruikt worden om
uit den lamphouder stroom voor andere, dan verlichtings
doeleinden af te nemen), wordt vanwege de Directie vast
gesteld.
Onder de sub lo. genoemde bijbehoorende ruimten worden
in het algemeen verstaan de ruimten, die, onmiddellijk be-
hoorende bij den winkel, gebruikt worden tot het verrichten
van werkzaamheden, welke rechtstreeks verband houden met
den verkoop der winkelgoederen, of die tot opslag van die
goederen dienen; tevens kan hieronder worden verstaan een
woonruimte, wanneer deze onmiddellijk bij den winkel be
hoort en betrekkelijk klein is in verhouding tot de grootte
van den winkel; een en ander geheel ter beoordeeling van
de Directie.
Wie de sub 1° bedoelde aansluitwaarde, gelijk deze door
de Directie is vastgesteld, wenscht te vermeerderen, is ver
plicht, hiervan vooraf schriftelijk kennis te geven aan de
Directie, in welk geval de aansluitwaarde opnieuw wordt
vastgesteld. Bij niet-nakoming van deze verplichting zal
het aantal verbruikte K. W. U. over het betreffende kalen
derjaar bij wijze van boete berekend worden tegen het tarief
sub a, onverminderd het verschuldigde vastrecht volgens
het winkeltarief en onverminderd het bepaalde in artikel 17.
Volgens dit tarief wordt uitsluitend stroom geleverd in
die perceelen of perceelsgedeelten, welke volgens het oordeel
van de Directie dienen voor gewoon winkelgebruik. Het is
dus niet van toepassing op bij den winkel behoorende woon
huizen of gedeelten daarvan, voor zoover deze naar het
oordeel van de Directie niet zijn te beschouwen als bijbe
hoorende ruimten, gelijk sub 1° bedoeld.
Evenwel is de Directie bevoegd, eveneens stroom te leveren
volgens dit tarief in die perceelen of perceelsgedeelten, welke
volgens het oordeel van de Directie dienen voor een gebruik,
dat met gewoon winkelgebruik gelijk kan worden gesteld,
zooals bijvoorbeeld kapperssalons en dergelijke inrichtingen.
De Directie is te allen tijde bevoegd, levering volgens
een der an dei e tarieven te doen geschieden, indien daartoe
naar haar oordeel aanleiding bestaat.
Wanneer een aangeslotene volgens winkeltarief tot genoe
gen van de Directie kan aantoonen, dat het totale bedrag
van het vast recht, door hem per jaar verschuldigd, hooger
is, dan hetgeen verschuldigd zou zijn, indien alle afgenomen
electriciteit tegen het tarief sub a zou zijn berekend, kan
de Directie den betreffenden verbruiker van het winkeltarief
ontslaan, of de vaststelling van de aansluitwaarde herzien."
In plaats van wordt gelezen
Het voorlaatste lid wordt vervangen door het volgende:
„Bij overgang van een tarief, volgens hetwelk de stroom
wordt geleverd over een meter met enkel telwerk, op een
tarief volgens aanwijzing van een meter met dubbel telwerk,
of omgekeerd, wordt voor de verwisseling van de meters of
toestellen 2.50 in rekening gebracht; alle andere tariefs
overgangen zijn kosteloos.
Overgang van het eene tarief op het aridere geschiedt
uitsluitend op schriftelijke aanvrage bij de Directie.
Overgang van een der andere tarieven op het tarief sub c
of op het tarief sub is te allen tijde mogelijk, alle andere
tariefsovergangen kunnen slechts op 1 Januari of op 1 Juli
geschieden, met dien verstande nochtans, dat overgang van
het tarief sub c of van het tarief sub op een der andere
tarieven behoudens bijzondere omstandigheden, gelijk over
lijden, verhuizen en dergelijke, slechts kan geschieden, wan
neer eerstbedoelde tarieven tenminste gedurende één vol
kalenderjaar gegolden hebben."
Artikel III.
In het eerste lid van artikel 17 wordt het gestelde sub 5
gelezen als volgt
„bij misbruik ten aanzien van de stroomlevering ten be
hoeve van warmwaterinstallaties, als bedoeld in artikel 7 en
van de stroomlevering volgens een der in artikel 10 vast
gestelde tarieven;"
Het vierde lid van artikel 17 wordt gelezen als volgt
„In de gevallen, vermeld onder 2, 3, 4, 5, 7, 8 en 9 zijn
Commissarissen bevoegd verdere levering van stroom te
weigeren."
Artikel IV.
Deze verordening treedt in werking op 1 April 1929.