16 Volgn. 224. Belooning van de inspecteurs, dienaars en verdere beambten van politie, mits gaders van de veldwachters Een overschot van rnim 4.500.wordt op dit volgnummer verwacht. Volgn. 287. Jaarwedden van het personeel ten dienste van het beheer der openbare werken, voor zoover niet onder de volgende volgnummers te brengen De uitgaven op dit volgnummer blijven ruim 1.200.beneden de raming. Volgn. 288. Onderhoud van gebouwen voor den openbaren dienst bestemd, niet in andere hoofdstukken begrepen Een overschot van ruim 1.500.kan op dit volgnummer worden verwacht. Volgn. 291. Onderhoud van wegen en voet paden Op dit volgnummer kan een overschot van ruim 7.500.worden verwacht. Volgn. 294. Kosten van bruggen en overzet veren: b. Overige kosten Een overschot van ruim 2.000.kan op dit volgnummer worden verwacht. Volgn. 295. Onderhoud van kolken en riolen De uitgaven op dit volgnummer zullen ruim 1.000.beneden de raming blijven. Volgn. 334. Kosten van het instandhouden van schoolgebouwen, alsmede van terreinen voor het onderwijs in lichamelijke oefening Een overschot van ruim 1.000.kan op dit volgnummer worden verwacht. Volgn. 336. Aanschaffen van schoolmeubëlen Een overschot van ruim 1.400.kan op dit volgnummer worden verwacht. Volgn. 407. Vergoeding van de kosten van instandhouding van bijzondere scholen bedoeld in art. 101 der Lager Onderwijswet 1920 De uitgaven hebben bedragen 72.814.76; zij waren geraamd op 76.500. Volgn. 474. Uitgaven in het belang van het historisch aanzien der stad De uitgaven op dit volgnummer zullen ruim 1.800.onder de raming blijven. Volgn. 508. Steun aan uitgetrokken werk- loozen Zie de toelichting bij de verhooging van volgn. 509 der uitgaven. Vermindering der uitgaven 4.500.- 3°. door vermindering van: Volgn. 615. „Onvoorziene Uitgaven" met (Dp dezen post is thans nog 6.532.33s beschikbaar). 1.200.— 1.500 7.500.— 2.000.— 1.000.— 1.000.— 1.400.— 3.685.24 1.800.— 2.150.— 29.935.24 269.03® Door hoogere ontvangsten kan dus worden gedekt2.970.723.59 door overschotten op uitgaafposten 29.935.24 en door afschrijving van den post voor „Onvoorziene Uitgaven"269.035 Te zamen3.000.927.865 Voorts moeten nog, in verband met eenige buitengewone ontvangsten, eenige wijzigingen op den kapitaaldienst worden aangebracht. Aan Hoofdstuk VI moet een nieuw volgnummer Volgn. 633i Aflossing op het aandeel der gemeente in het kapitaal der N. V. Centrale Bouwmaterialenvoorzieningmet 2.205.35 worden toegevoegd. De derde en laatste uitkeering op ge noemd aandeel groot 25.000.bedraagt 2.205.35. 882.14 per aandeel van 10.000.Hiertegenover kan volgn. 631 „Geldleening overgebracht van Hoofdstuk XVI met ƒ2.205.35 worden verlaagd. De beide vorige uitkeeringen bedroegen resp. 45 en 18 of in totaal ƒ15.750. Vervolgens werd van de Stedelijke Lichtfabrieken een bedrag van 1.250.ontvangen als aandeel in de kosten van den bouw van een transformatorstation op het terrein van de school aan de Driftstraat. Aangezien de kosten van den bouw van het transformatorstation uit de stichtingskosten van bovengenoemde school zijn bestreden, „wordt toevoeging van een nieuw volgnummer Volgn. 641a Aandeel van de Stedelijke Lichtfabrieken in de kosten van den bouw van een transformator station op het terrein van de school aan de Driftstraatmet 1.250.aan Hoofdstuk VIII 2 van den Kapitaaldienst voorgesteld. Volgn. 641 „Geldleening overgebracht van Hoofd stuk XVIkan in verband hiermede met ƒ1.250.worden verlaagd. Verder werd door het Gemeentelijk Grondbedrijf in de gemeentekas teruggestort een bedrag van 405.wegens te veel ontvangen kapitaal in verband met de terugontvangst van het registratierecht, betaald voor den aankoop in het belang van de volkshuisvesting van den grond in den Stads- polder Sectie K nrs 593, 206, 207, 208. Aan Hoofdstuk XIII 5 moet dientengevolge een nieuw volgnummer „volgn. 691a Overige inkomsten ter zake van Hoofdstuk XIII 5" met ƒ405.worden toegevoegd, waar tegenover volgn. 690 van dat hoofdstuk „Geldleening over gebracht van Hoofdstuk XVI" met ƒ405.kan worden ver laagd. Aangezien eindelijk bij het sluiten van den dienst 1927 de goedkeuring van Gedeputeerde Staten op de begrootingsrege- ling terzake van de gepleegde fraude door den voormaligen ambtenaar ten kantore van den gemeenteontvanger, A. F. Stuifzand, nog niet was verkregen (zie het slot van Ingek. Stukken Xo. 160 van 1928) kon de financiëele afwikkeling van deze aangelegenheid niet meer in de gemeenterekening over 1927 worden opgenomen. De betrekkelijke begrootings- posten moeten dus alsnog op de begrooting voor 1928 worden uitgetrokken. Ter dekking van de door de gemeente geleden schade ad 5.758.515 kan worden beschikt door afschrijving van den post „Onvoorziene Uitgaven", op welken post na verminde ring met het hierbovengenoemde bedrag van 269.035 nog 6.263.30 beschikbaar is.'Bij de sluiting van den dienst 1927 werd genoemd bedrag van 5.758.515 gereserveerd en op den post „Onvoorziene Uitgaven" van 1928 overgebracht. Ten slotte dient van hoofdstuk XV van den kapitaaldienst 1928 een bedrag van 525.000.te worden overgeboekt op volgnummer 718 van het overeenkomstige hoofdstuk van den dienst 1929, op welk volgnummer de reserve voor algemeene doeleinden is uitgetrokken. Zie verder de toelichting op genoemd volgnummer van den dienst 1929. In verband hiermede moet aan de begrooting voor 1928 een nieuw volgnummer „Volgn. 761b Overboeking op den dienst 1929 van de Reserve voor algemeene doeleinden, voor zoover daarover niet is beschiktmet 525.000.worden toegevoegd, terwijl volgn. 761a „Bijdrage aan Hoofdstuk VII van den Kapitaaldienstmet 525.000.kan worden verlaagd. Wij geven U thans in overweging door vaststelling van den hierbijgaanden begrootingsstaat, model D, tot de voorgestelde wijzigingen te besluiten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te keiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1929 | | pagina 6