4 „Het is verboden a. kaas per wagen langs anderen weg ter markt aan te voeren, dan van de zijde van den Middelweg en van de Korte Koppenhinksteeg; b. de wagens met kaas anders te plaatsen, dan door de ambtenaren van den Markt- en Havendienst wordt bevolen; c. de wagens met kaas langs anderen weg van de markt naar de Waag te vervoeren, dan door de Lange Koppen hinksteeg, Hooglandsche Kerkgracht, Burchtsteeg en Vischmarkt d. de wagens, welke op weging moeten wachten, op te stellen op andere, dan door de politie aangewezen plaatsen op de Vischmarkt. In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en Wet houders andere wegen, dan de sub a en c genoemde voor de daarbij vermelde doeleinden aanwijzen. Alsdan is het ver boden, kaas per wagen langs anderen weg, dan door Bur gemeester en Wethouders is aangewezen, ter markt aan te voeren, resp. van de markt naar de Waag te vervoeren.'1 Artikel II. Artikel 12 wordt gelezen als volgt: „De bestuurders van kaaswagens zijn verplicht, zoodra het wegen van hun kaas heeft plaats gehad, over de Aal markt in de richting naar de Kippenbrug weg te rijden. In bijzondere gevallen kunnen Burgemeester en Wet houders een anderen weg aanwijzen. Alsdan zijn de bestuurders van kaaswagens verplicht, zoodra het wegen van hun kaas heeft plaats gehad, langs den door Burgemeester en Wet houders aangewezen weg weg te rijden." Artikel V. Artikel 2 sub VI wordt gelezen als volgt: „Op de Groente- en Oojtmarlct en op de Aardappelenmarkt: a. voo een tweewieligen hondenwagen (niet aan gespannen) 0.15 b. voor een tweewieligen hondenwagen (aange spannen) 0.20 c. voor een twee- of vierwieligen paardenwagen (niet aangespannen)0.20 d. voor een twee- of vierwieligen paardenwagen (aangespannen) of voor een automobiel 0.30 en verder per ingenomen vierkanten Meter of ge deelte daarvan0.10 Voor het plaatsen van goederen, welke worden geveild, als ook voor het markten van ooft en fruit, bedraagt de belasting per ingenomen vierkanten Meter of gedeelte daarvan0.10 Voor wagens van opkoopers is geen belasting verschuldigd." Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wetli. van Leiden. Leiden, 15 Januari 1929. De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen, dat zij tegen het bovenstaande, om advies in hare handen gestelde, voorstel tot wijziging van de Verordening van 17 Mei 1920 (Gem. blad No. 23), regelende de heffing van eene belasting onder den naam van „Marktgeld" in de gemeente Leiden geene bedenkingen heeft. Zij geeft U mitsdien in overweging de wijzigingsverorde ning vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 10. Leideu, 15 Januari 1929. De verplaatsing van de kaasmarkt naar het terrein aan den Ouden Eijn, ter plaatse van het afgebroken voormalig Invalidenhuis, maakt het noodzakelijk, ook een tweetal stra/verordeningen, waarin punten, die markt betreffende, geregeld worden, te wijzigen en aan te vullen. Dit betreft in de eerste plaats de artikelen 10 en 12 van de Verordening op de Markten, alwaar geregeld wordt, langs welken weg de wagens met kaas ter markt moeten komen, zich van de markt naar de Waag moeten begeven en na de weging moeten wegrijden, zoomede, hoe zij op de markt moeten worden opgesteld. De voorgestelde wijzigingen volgen uit den aard van den gewijzigden plaatselijken toestand; een bepaling in zake de wijze van opstelling der wagens, terwijl zij op weging wachten, is hieraan toegevoegd. Voorts hebben wij van deze gelegenheid gebruik gemaakt, u voor te stellen, ook in deze verordening eenheid te brengen in de verschillende, hier bovendien nog over twee artikelen, 15 en 37, verspreide strafbedreigingen in dien zin, dat in plaats van de 5 verschillende maxima, welke de verordening thans kent, het maximum gesteld wordt, dat de wet ten hoogste toelaat; in gelijken zin werd reeds eerder door Uwe Verga dering met betrekking tot de verordeningen op het Bijden en op de Wateren besloten. In de- tweede plaats moet de Verordening op het Bijden aangevuld worden, opdat ook voor andere voertuigen en motorrijtuigen, dan die kaas aanvoeren, op de nieuwe kaasmarkt en de toegangs- en afvoerwegen tijdens de markt éénrichting verkeer voorgeschreven zal zijn, gelijk dit be reids voor rijtuigen, toen de kaasmarkt nog op de oude plaats gehouden werd, voor de Vischmarkt gold krachtens art. 8 van de verordening, gelijk zij vóór de wijziging van 31 October 1927 (Gem. Blad No. 19), waarbij deze bepaling al reeds werd afgeschaft, luidde. In de veronderstelling, dat aan het nieuwe terrein de naam van „Kaasmarkt" wordt gegeven, stellen wij Uwe Vergadering voor: a. vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING, houdende wijziging van de verordening van den 26en Mei 1898, (Gem. Blad No. 10) op de Markten, laatstelijk ge wijzigd bij verordening van 25 September 1922 (Gem. Blad No. 57). Artikel I. Artikel 10 van bovengenoemde verordening wordt gelezen als volgt: Artikel III. De artikelen 15 en 36 en de opschriften daarboven vervallen. Artikel IV. Artikel 37 wordt gelezen als volgt: „Overtreding van de bepalingen van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes dagen, of geld boete van ten hoogste vijfentwintig gulden." b. vast te stellen de volgende verordening: VERORDENING, houdende wijziging van [de verordening van 23 Mei 1912 (Gem. Blad No. 18) op het Bijden laatstelijk ge wijzigd bij verordening van 30 April 1928 (Gem. Blad No. 10). Artikel I. Achter artikel 8 van bovengenoemde verordening wordt ingevoegd Het is den bestuurder van een voertuig verboden, daar mede gedurende den voor het houden van de kaasmarkt vastgestelden tijd te berijden: 1. de Lange Koppenhinksteeg in de richting naar de Kaasmarkt 2. de Kaasmarkt in de richting naar den Middelweg; 3. de Korte Koppenhinksteeg in de richting naar de Hooigracht. Burgemeester en Wethouders kunnen van het verbod, in dit artikel gesteld, schriftelijk ontheffing verleenen." Artikel II. Achter artikel 26 wordt ingevoegd: „Art. 26bis Voor het berijden met alle motorrijtuigen worden, in het belang van de vrijheid en veiligheid van het verkeer daarover, gedurende den voor het houden van de kaasmarkt vast gestelden tijd gesloten verklaard: 1. de Lange Koppenhinksteeg in de] richting naar de Kaasmarkt; 2. de Kaasmarkt in de richting naar den Middelweg; 3. de Korte Koppenhinksteeg in de richting naar de Hooigracht." Artikel III. De punt-komma achter het 2de lid sub b van art. 67 wordt veranderd in een komma, waarachter ingevoegd wordt „9 en 26bis-" De Commissie voor de Strafverordeningen, A. van de Sande Bakhuyzen, Voorzitter. van Deventer, Secretaris. Aan den Gemeenteraad. „Art. 9

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1928 | | pagina 4