MAANDAG 13 AUGUSTUS 1928.
137
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot
voorloopige vaststelling van deze balans en verlies- en winst
rekening besloten.
(De heer Wilmer had gedurende de behandeling van dit
punt de vergadering tijdelijk verlaten.)
XI. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst
1927, van den Keuringsdienst van Waren voor het district
Leiden.
(Zie Ing. St. No. 155).
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot
goedkeuring van dezen staat van at-en overschrijving besloten.
XII. Balans en Verlies- en Winstrekening, dienst 1927,
van den Keuringsdienst van Waren voor het district Leiden.
(Zie Ing. St. No. 155).
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot
voorloopige vaststelling van deze balans en verlies- en
winstrekening besloten.
XIII. Rekening, dienst 1927, van het Leidsch Muziekcorps.
(Zie Ing. St. No. 155).
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot
goedkeuring van deze rekening besloten.
XIV. Rekening, dienst 1927, van den Armenraad.
(Zie Ing. St. No. 155.)
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot
goedkeuring van deze rekening besloten.
XV. Rekening, dienst 1927, van het Burgerlijk Armbestuur.
(Zie Ing. St. No. 155.)
De heer de Reede merkt op, dat er in den ltaad herhaal
delijk is gesproken over het afteekenen van een bewijs van
ontvangst door rechthebbenden op een uitkeering der gemeente.
Nu gaan Burgemeester en Wethouders er mede accoord om
hier de zaak betreffende het Burgerlijk Armbestuur niet te
veranderen. De accountant heeft aanmerking gemaakt, dat de
Stukken niet geteekend waren. Spreker is het er mee eens,
dat het bewijs, dat de uitkeering werkelijk heeft plaats ge
vonden, niet aanwezig is en dat dus controle in volstrekten
zin niet mogelijk is. Daarvan kan het gevolg zijn, dat er fraude
gepleegd wordt, waarvoor thans de Commissie voor het Bur
gerlijk Armbestuur en Burgemeester en Wethouders volkomen
verantwoordelijk zijn.
De heer Bosman wil de woorden van den heer de Reede
ondersteunen. Het heeft spreker gefrappeerd, dat in afwijking
van het advies van accountant Knol het bestuur gezegd heeft,
dat de onderteekening van de ontvangstbewijzen niet doenlijk is.
Spreker begrijpt dat niet. tlet is toch altijd de gewoonte, dat
ieder, die iets ontvangt, zijn naam zet onder het ontvangst
bewijs. Waarom is dat nu hier zoo absoluut onmogelijk? Zou
hier geen weg ter controle gevonden kunnen worden? Anders
kan toch de accountant er zijn handteekening niet onder
zetten.
De heer Heemskerk zal zich niet verzetten, als het mogelijk
is, dat er contröle wordt uitgeoefend, maar het is geheel
overbodig. Spreker moet wel eens in de zaal zijn, waar de
uitkeeringen geschieden en daar kan men zien, dat drie amb
tenaren met de uitbetaling bezig zijn. Bovendien heeft elke
ondersteunde een kaart, waarop staat het bedrag, dat hem
is uitgekeerd. Krijgt hij minder, dan zal hij zeker recla
meeren. Als het gebeurt, dat iemand niet voor de volle
ondersteuning in aanmerking komt, dan moet hij eerst een
andere kaart hebben. Bovendien heeft men niet te doen met
allemaal valide menschenheel wat ouden van dagen, ge-
brekkigen en zieken komen daar ondersteuning halen; grooten-
deels zijn ze boven de 60 jaar en kunnen in het geheel niet
of moeilijk lezen of schrijven. Verder komen er zeer veel
menschen tegelijk, zoodat het een drukke dienst is.
Als het mogelijk was, zou spreker er zich niet tegen ver
zetten, maar spreker gelooft niet, dat er om die reden fraude
zou worden gepleegd. De zaak wordt behoorlijk verzorgd en
spreker acht het niet wenschelijk te sterk op die controle
aan te dringen.
De heer Baart acht het met den heer de Reede gewenscht,
dat voor elk bedrag, dat wordt uitbetaald, een handteeke
ning wordt geplaatst. Bij de uitkeeringen voor de steun-
verleening bij Sociale Zaken ontvangt niemand geld zonder
te teekenen. Er wordt zelfs nauwkeurig toegezien of de hand-
teekeningen op de lijst, die de organisaties iedere week
inleveren, in overeenstemming zijn met die, welke worden
geplaatst bij het geldontvangen. Spreker ziet dan ook niet
in, waarom het bij het Armbestuur niet zou worden inge
voerd. Ook voor de ouderdomsrente komen er velegebrek-
kigin en ouden van dagen, en spreker zou het niet onmo
gelijk achten, dat in het betrokken geval dergelijke personen
een machtiging zouden kunnen krijgen. In ieder geval acht
spreker het niet gewenscht, dat bedragen worden uitgekeerd
zonder dat door degenen, die ze outvangen, voor accoord
wordt geteekend. Het komt wel eens voor, dat bijv. 5.
wordt gegeven, terwijl op de kaart een hooger bedrag staat.
Wanneer nu voor het ontvangen bedrag geteekend wordt,
is de betrokkene overtuigd, dat wat hij gehad heeft ook op
papier staat, terwijl het voor het gemeentebestuur een be
vestiging is, dat de zaak behoorlijk is gecontróleerd. Spreker
geeft dus in overweging een contróle in te voeren, zooals ook
in andere gemeentediensten bestaat.
De heer van Stralen begrijpt niet, dat de heer Heems
kerk zoo tevreden is over den tegen woo rdigen gang van
zaken ten aanzien van de controle, want de opmerkingen van
de heeren de Reede en Bosman acht spreker niet te weer
leggen. Voor een accountant is het niet na te gaan of de bedra
gen, die te boek staan, werkelijk zijn uitgegeven. De uit te
keeren bedragen staan wel op een kaart, maar die is niet
in het bezit van het Armbestuur, dus deze vormt geen bewijs.
Het komt echter ook herhaaldelijk voor, dat het steunbedrag
gewijzigd wordt in verband met bepaalde verdiensten, die er
in een week zijn gemaakt.
Als er verdiensten zijn, dan wordt evenredig de uitkeering
voor een week verminderd. Het komt ook voor, dat, wanneer
iemand steun aanvraagt en nog geen kaart heeft, er een
ambtenaar aan huis komt of dat men op het kantoor van
het Armbestuur komt en dat men zegtDaar heb je al vast
dat. Dan is er nog heelemaal geen kaart. Spreker vindt het
echter gewenscht, dat iemand zijn handteekening zet voor
ontvangst.
De heer Heemskerk heeft geen bezwaar tegen verbetering
der controle, als die mogelijk is, maar hij wil alleen wijzen
op de moeilijkheden bij een dergelijke instelling. Men kan
geen vergelijking trekken met de menschen, die van den
dienst van sociale zaken een toelage krijgen, die kunnen
allemaal lezen en schrijven en komen ook niet in zulke groote
aantallen. Ook moet men deze uitkeeringen niet vergelijken
met die, welke gedaan worden aan het postkantoor voor de
z.g. ouderdomsrente. Die oude menschen geven als regel een
machtiging af, zoodat anderen het geld kunnen halen en
daarvoor teekenen. De mogelijkheid is er, dat er wel eens
een ondersteuning voor één keer wordt gegeven, een z.g.
voorloopige ondersteuning, maar wanneer men later geregeld
ondersteuning krijgt, dan moet men teekenen voor hetgeen
men in eerste instantie ontvangen heeft. Spreker heeft zich
nooit verzet tegen betere controle, indien die mogelijk is,
maar het gaat hier veel moeilijker dan bij andere instellingen
vele menschen kunnen b.v. niet lezen of schrijven wegens hun
gezichtsvermogen enz. In verband met den opzet van de
organisatie behoeft men niet te vreezen voor fraude.
De Voorzitter zou even willen opmerken, dat de heer de
Reede zich vergist, als hij denkt, dat Burgemeester en Wet
houders verantwoordelijkheid op zich zouden laden. Dat doen
ze niet; de verantwoording berust bij het Burgerlijk Arm
bestuur zelf. Burgemeester en Wethouders en ook het Arm
bestuur willen gaarne alle mogelijke contróle; alleen practische
overwegingen hebben doen afzien van het vragen van een
handteekening. Vrees voor fraude bij de uitbetalingen behoeft
niet te bestaan, omdat zij geschieden in tegenwoordigheid
van 4 personen. Er zou dus een samenspanning van 4 personen
moeten zijn om een valsche uitbetaling te doen. Er zitten 3
ambtenaren van het Armbestuur; de een leest op, de ander
betaalt en de derde controleert. De vierde persoon is degene,
die met de kaart komt en die er het grootste belang bij
heeft, dat het juiste bedrag wordt betaald. De accountant
zegt, dat het voor hem, alleen aan de hand van de notulen en
verdere papieren, moeilijk te contröleeren is en dat is ook zoo.
De bedragen, die op de kaarten staan en dus op de lijsten
der drie ambtenaren, moeten aan de hand van de notulen
der vergadering, waarin ze zijn vastgesteld, worden nagegaan.
Nu doet zich dit feit voor, dat de betaling moet plaats
hebben op Maandagochtend tusschen 8 en 12. Het is dus van
groot belang èn voor de vele menschen èn voor den dienst
zelf, dat zij zoo vlot mogelijk verloopt en nu zou het dat
is de practische ervaring van het Armbestuur groote
vertraging geven, indien handteekeningen werden gevraagd.
Op de lijst komen wekelijks ongeveer 300 personen voor, die
ouder zijn dan 60 jaar. Velen kunnen niet teekenen en zullen
een kruisje moeten zetten, waarbij weer getuigen noodig zijn,
wat een groot oponthoud zou beteekenen.