154
MAANDAG 13 AUGUSTUS 1928.
De Voorzitter deelt mede, dat, voorzoover hij wist, de
boom verwijderd was en dat het hem zou verwonderen, wan
neer het niet zoo was. De boom is stuk gevaren en niet her
steld. Spreker zal met den betrokken dienst de zaak bespreken.
De heer Verweij vraagt, wanneer de Raad kan tegemoet-
zien de behandeling van het voorstel in zake het voorberei
dend onderwijs. Spreker heeft een stille hoop, dat de rust na
de beslissing van hedenmiddag op de afdeeling Onderwijs zal
zijn weergekeerd en dat geeft spreker vrijheid te vragen,
wanneer die andere belangrijke aangelegenheid, waarop de
Raad al maanden wacht, kan worden tegemoetgezien.
De Voorzitter zegt, dat de afdeeling Onderwijs, afgescheiden
van dit en andere voorstellen, steeds zeer druk bezig is met
allerlei zaken en geen gebrek aan werk heeft. Wat betreft
het tijdstip, waarop de kwestie van de bewaarscholen zal
worden behandeld, kan spreker nog geen toezegging doen;
wel weet hij, dat het College dezer dagen in beginsel daarover
spreken zal. Wanneer het voorstel bij den Raad zal komen,
kan spreker dus nog niet zeggen.
Niemand meer het woord verlangende, sluit de Voorzitter
de vergadering.
Buiten de agenda om werd nog behandeld een interpellatie
van den heer Groeneveld in zake het nog ontbreken van een
autobusdienst, ter vervanging van den opgeheven dienst
»het Stadsverkeer", (blz. 153).
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.