MAANDAG 13 AUGUSTUS 1928.
133
Zitting van Maandag 13 Augustus 1938.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter:
de heer Burgemeester Mr. A. VAN DESANDE BAKHUYZEN.
Te behandelen onderwerpen
1° Benoeming van een tijdelijke leerares in de aardrijkskunde
aan het Gymnasium, voor den cursus 19281929. (154)
2° Benoeming van een tijdelijk leeraar in de wiskunde aan
het Gymnasium, voor den cursus 19281929. (154)
3° Benoeming van een tijdelijk leeraar in het rechtlijnig
teekenen aan de Hoogere Burgerschool voor Meisjes, voor
den cursus 19281929. (158)
4° Benoeming van eene tijdelijke leerares in het Nederlandsch,
aan de Hoogere Burgerschool met 5 jarigen cursus, voor
den cursus 1928—1929. (158)
5° Idem alsvoren van eene tijdelijke leerares in het Duitsch.
(158)
6° Idem alsvoren van eene tijdelijke leerares in het Duitsch.
(158)
7° Idem alsvoren van eene tijdelijke leerares in het
Engelsch. (158)
8° Idem alsvoren van een tijdelijk leeraar in het Neder
landsch. (158)
9° Staat van at- en overschrijving op de begrooting, dienst
1927, van de gemeentelijke Bank van Leening. (155)
10° Balans en Verlies- en Winstrekening, dienst 1927, van
de gemeentelijke Bank van Leening. (155)
11° Staat van at- en overschrijving op de begrooting, dienst
1927, van den Keuringsdienst van Waren voor het district
Leiden. (155)
12° Balans en Verlies- en Winstrekening, dienst 1927, van
den Keuringsdienst iran Waren voor het district Leiden.
(155)
13° Rekening, dienst 1927, van het Leidsch Muziekcorps.
(155)
14° Rekening, dienst 1927, van den Armenraad. (155)
15° Bekening, dienst 1927, van het Burgerlijk Armbestuur.
(155)
16* Voorstel tot toekenning van eene gratificatie voor eens
aan de heeren Dr. A. H. Oort en A. M. Blok, respect,
eerste geneesheer en buitengewoon geneesheer aan de
gestichten »Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest", wegens
bewezen buitengewone diensten. (156)
17° Praeadvies op de motie van den heer Vallentgoed, in zake
de toekenning van een vacantietoeslag aan het personeel
in dienst der gemeente. (127)
18° Voorstel in zake de beëindiging van de ingebruikgeving
van grond aan het Plantsoen aan de vereeniging »Musis
Sacrum", tevens praeadvies op de desbetreffende motie
van den heer Eikerbout. (157)
19° Voorstel in zake het aanbrengen van verschillende ver
anderingen met betrekking tot het Openbaar Lager On
derwijs. (153)
Tegenwoordig zijn 31 leden, n.I. de heeren Verweij, van Eek,
Vallentgoed, Heemskerk, Koole, Spendel, van Es, Meijnen,
Kuivenhoven, Manders, van Rosmalen, van Tol, Sijtsma, Baart,
Reimeringer, Tepe, Goslinga, Bosman, van der Reijderi, Wilbrink,
van Stralen, Schüller, mevrouw Braggaar—de Does, de heeren
de Reede, Romijn, Parmentier, Bergers, Kooistra, Wilmer,
Huurman en Groeneveld.
Afwezig zijn: de heeren Splinter en Eikerbout wegens uit-
stedigheid.
De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van 30 Juli 1928 worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt mede, dat op 2 Augustus j.l. een
brief van gelukwenschen is gezonden aan Hare Majesteit de
Koningin-Moeder ter gelegenheid van Hoogstderzelver 70sten
verjaardag en dat daarop een dankbetuiging is ingekomen.
De Voorzitter deelt vervolgens mede, dat zijn ingekomen
1°. Ontvangstbericht van Gedep. Staten van de verordening
van 31 October 1927, tot wijziging van die op het Rijden.
2°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van het goed
gekeurd raadsbesluit tot het aangaan van een overeenkomst
van dading met de Verzekeriugs-Maatschappij »Fatum", in zake
de door den voormaligen ambtenaar ten kantore van den
Gemeente Ontvanger, A. F. Stuyfzand, gepleegde traude.
3°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed
gekeurde verordening van 9 Juli j.l., tot wijziging van die
op den Keuringsdienst van Vee en Vleesch.
4°. Ontvangstbericht van Gedep. Staten van de verorde
ningen van 9 Juli j.l., op het maken van Mechanische Muziek
en Geluid en tot wijziging van de verordening op wogen,
lanen, straten enz. en wateringen en slooten.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Verzoek van het Bestuur van de Roomsch-Katholieke
Parochiale Jongensscholen onder Roomsch-Katholiek Parochiaal
Kerkbestuur, om beschikbaarstelling van gelden voor de aan
schaffing van leer- en hulpmiddelen voor de school Caecilia-
straat 1115.
2°. Idem alsvoren voor de school Heerensingel 27.
3°. Idem alsvoren voor de Meisjesschool Heerensingel 27.
Worden gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders
om praeadvies.
4°. Aanbeveling van de Commissie van Toezicht op het
Middelbaar Onderwijs, ter benoeming van een lid dier Commissie.
Zal worden opgenomen onder de Ingekomen Stukken.
5°. Verzoek van de afdeeling Leiden van den Nederlandschen
Bond van Personeel in Overheidsdienst, om Burgemeester en
Wethouders uit te noodigen alsnog aan de losse werklieden
der gemeente een verklaring af te geven, die voldoet aan de
bepalingen der Pensioenwet, ten behoeve van den inkoop van
diensttijd voor pensioen.
De Voorzitter stelt voor dit verzoek voor kennisgeving
aan te nemen.
De heer Ba.a.ut zegt, dat men de verwachting had gekregen,
in aanmerking nemend, dat herhaaldelijk overleg is gepleegd
tusschen leden van den Raad en het bestuur van deze orga
nisatie, dat de zaak tot een gunstige oplossing zou zijn ge
komen en dat aan de billijkheid was tegemoet gekomen. Het
tegenovergestelde is gebeurd. Spreker meent, dat de leden
wel zullen hebben kennis genomen van het adres, dat aan
den Raad is gezonden met het verzoek om alsnog aan de
werklieden, die in lossen dienst zijn geweest, inkoop van hun
diensttijd toe te staan. De leden zullen echter wel hebben
bemerkt, dat er een verklaring is afgegeven, waarvan het van
te voren vast stond, dat de Pensioenraad daarop geen gunstige
beslissing zou kunnen nemen. Spreker heeft zich vergewist
van de besprekingen, in het bijzonder met den Wethouder en
het bestuur der organisatie, en die besprekingen deden dat
bestuur verwachten, dat aan het verzoek zou worden tegemoet
gekomen. Toegezegd is, dat deze zaak in het College van
Burgemeester en Wethouders zou worden voorgedragen. De
Wethouder heeft zelfs toegezegd, dat de betrokkenen een
bewijs zouden krijgen, waarop uitsluitend de Pensioenraad zou
hebben te beslissen, of zij al dan niet recht hadden. Thans
echter moet het voor ieder duidelijk zijn, dat het te voren al
vaststond, dat de Pensioenraad hierop niet kon ingaan.
Als men de verklaring leest, dan vraagt spreker zich af,
waarom het woord uitsluitend »in lossen dienst" is gebruikt
en wat Burgemeester en Wethouders heeft genoopt, er aan
toe te voegen, dat het in strijd is met de Pensioenwet, als
deze jaren zouden worden ingekocht. Dat heeft spreker ge
noopt, over deze zaak zijn verwondering uit te spreken en te
vragen, of het niet gewenscht is, dat aan het verzoek der
organisatie wordt tegemoetgekomen en wel in dien zin, dat
alleen wordt gesproken van menschen, die van dien tot dien
datum in gemeentedienst zijn geweest. Het kan niet juist zijn,
dat gesproken wordt van uitsluitend lossen dienst. Als men
even terugdenkt aan de jaren, dat men met de verandering
der Lichtfabrieken bezig was, toen een aantal arbeiders niet
kon worden aangesteld, zelfs nog een aantal minder zou kunnen
worden geplaatst, dan vraagt spreker zich af, of het wel de
bedoeling is geweest de menschen te beschouwen als uitsluitend
losse arbeiders. Juist is gebleken, dat na dien datum weer
een aantal arbeiders in vasten dienst is moeten worden aan
gesteld. Het is voorgekomen, dat een aantal arbeiders, dus
een aantal van die arbeiders, die gedurende dien tijd in dienst
der gemeente waren, vast zijn aangesteld. Nu komt het spreker