124
MAANDAG 30 JULI 1928.
aan de Javastraat hoek Driftstraat en de aanschaffing van
schoolmeubelen, leer- en hulpmiddelen.
Worden in handen gesteld van Burgemeester en Wethouders
om praeadvies.
7°. Verzoek van J. Bijleveld, om niet in te gaan op het voor
stel tot onbewoonbaarverklaring van zijn perceel Utrechtsche
Jaagpad 39.
Dit verzoek luidt als volgt:
Leiden 28 Juli 1928
Aan den Edelachtbare Heeren
Leden der Gemeenteraad van Leiden.
Edelachtbare Heeren!
Onder den meest verschuldigde eerbied geve onderge-
teekende Johannes Bijleveld Clarasteeg 2—4 Alhier te kennen,
Dat men hem er op wees een huisje Utrecht jaagpad 39
hem toebehoorend a.s. Maandag in den Raadszitting door
B en W tot onbewoonbaarverklaring zou worden voorgedragen.
En overtuigt zijnden dat door den hierbij betrokken arntenaar
eene onware voorstelling worde gegeven verzoekt onderge-
teekende bij deze beleefdelijk op dat voorstel niet in te gaan,
Ook mede, de wijze waarop deze zaak is behandeld als zeer
onrechtvaardig geacht kan worden, enrmook ondergeteekende
zeer zoude benadeelen in zijn finantieelen toestand den tijd
toch al zoo moeilijk te doorworstele is.
Het welk doende
J. Bijleveld.
Zal worden behandeld bij punt 11.
Aan de orde is alsnu
I. Benoeming van een leeraar in de oude talen aan het
Gymnasium.
(Zie Ing. St. No. 138).
De Voorzitter verzoekt deti heeren Parmentier, Wilbrink,
Kooistra en Manders liet stembureau te vormen.
Wordt benoemd met algemeene (19) stemmen, met ingang
van 1 September 1928 tot vast leeraar in de oude talen de
heer Drs. A. J. Koster, thans tijdelijk leeraar.
II. Benoeming van een leerares (leeraar) in de plant- en
dierkunde aan het Gymnasium.
(Zie Ing. St. No. 137.)
Wordt benoemd, met ingang van 1 September 1928, met
18 stemmen, mejuffrouw Dr. C. R. Bakker; de heer Drs. C.
J. J. van der Maas verkreeg 1 stem.
III. Benoeming van eene leerares in geschiedenis aan de
Hoogere Burgerschool voor Meisjes.
(Zie Ing. St. No. 145).
Wordt benoemd met algemeene (19) stemmen mejuffrouw
L. Warnsinck.
IV. Benoeming van negen leden van de Commissie tot
wering van Schoolverzuim.
(Zie Ing. St. No. 147).
Worden benoemd, ieder met algemeene (19) stemmen, de
heeren: D. Bosma, W. F. de Bree, P. G. Hocks, A. J. den
Hollander, R. G. M. Hueber, C. Mulder, Ph. Rank A.Jzn., J.
Schouten Azn. en N. B. M. Vreeburg.
(De heer Eikerbout was bij al deze stemmingen tijdelijk
afwezig).
De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor
de genomen moeite.
V. Praeadvies op het verzoek van Mej. H. M. Poelman,
om eervol ontslag als onderwijzeres aan de Meisjesopleidings
school voor U. L. O. aan de Boommarkt.
(Zie Ing. St. No. 139.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders
besloten.
(De heeren Baart en Groeneveld waren inmiddels ter ver
gadering gekomen).
VI. Praeadvies op het verzoek van Mevr. M. A. van
Genderende Veer, om ontslag als Regentes van het tl. G.
of' Arme Wees- en Kinderhuis.
(Zie Ing. St. No. 140.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders
besloten.
VIL Voorstel tot overneming in eigendom en onderhoud
bij de gemeente van
a. eenige strookjes grond aan den Haarlemmerweg nabij
de Jan Lievenstraat en de Gabriël Metzustraat;
b. een strookje grond aan de Waldeck Pyrmontstraat,
Sectie K, No. 3706 ged.;
c. een strookje grond aan den Stationsweg, Sectie L, No.
655 ged.;
d. een strookje grond aan de Cronesteinkade, Sectie M,
No. 2388 ged.
(Zie Ing. St. No. 148).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
VIII. Voorstel om te besluiten tot het indienen van be
zwaren tegen een drietal aanslagen in de plaatselijke in
komstenbelasting in andere gemeenten.
(Zie Ing. St. No. 149).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
IX. Begrooting, dienst 1929, van den Keuringsdienst van
Waren in het district Leiden.
(Zie Ing. St. No. 150.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming tot
vaststelling van deze begrooting besloten.
X. Voorstel tot het geven van namen aan eenige straten, enz.
(Zie Ing. St. No. '146.)
De heer Groeneveld zegt, dat het geven van namen aan
straten in den regel als een onbelangrijke za^k wordt be
schouwd, maar er is toch ook iets belangrijks aan verbonden,
n.l. dat men daarmede iets doet wat niet meer veranderd
kan worden, reden waarom men het goed moet overwegen.
Spreker wijst op de zoogenaamde Transvaalwijk, die ontstaan
is langs den Morschweg. Vermoedelijk zijn de eerste huizen
daar gebouwd in den tijd van den Engelsch-Transvaalschen
oorlog, waarover men zich toen in Nederland nogal druk
heeft gemaakt. Achteraf vraagt spreker: waarover?, want het
schijnt, dat men zich in Transvaal nogal kan schikken onder
het Engelsche juk. Spreker bewondert het ontstaan van die
wijk niet, maar nu die er eenmaal is, moet men het systeem
maar doorvoeren. Uit een oogpunt van het verkeer voelt
spreker veel voor dergelijke groepen van namen voor be
paalde wijken.
De betreffende wijk, begrensd door Galgewater en spoorbaan,
is nagenoeg volgebouwd, maar nu zijn er enkele straten, die
uit die Transvaalnamen vallen, zooals de Plesmanslaan en de
van der Tasstraat, straten, die, naar spreker meent, indertijd
door een paar ijdele huisbazen naar zichzelf zijn genoemd.
Eveneens is daar nog het Hendrikstraatje, waarschijnlijk
genoemd naar een huisbazenkind. Spreker voelt er weinig
voor, dat de gemeente die ijdelbeid officiëel sanctionneert en
zou het toejuichen, wanneer aan die straten andere namen
gegeven konden worden. Ook de Lopsenstraat valt uit het
systeem. Uit de stukken heeft spreker niet kunnen zien, hoe
die naam ontstaan is. Vroeger was daar de Lopsensloot, die
gedempt is; misschien had een groenteboer van dien naam
daar zijn tuin. In ieder geval is de straat nog weinig bekend;
er staan slechts zeven huisjes in, maar volgens het nieuwe
plan zal deze straat een van de langste van de geheele buurt
worden en wanneer men die den naam Lopsenstraat laat
houden, kan men hem in de toekomst vrijwel niet meer
veranderen. Wanneer men daar een Transvaalnaam wil hebben,
moet men het nu doen. Het laat spreker onverschillig welken
naam men wil geven, maar in ieder geval geeft hij in over
weging daarvoor een Transvaalnaam te nemen.
De heer Splinter kan in het midden laten, dat de heer
Groeneveld het niet toejuicht, dat daar een Transvaalbuurt
is ontstaan; een ander zal het weer wel toejuichen. De heer
Groeneveld sprak van de Plesmanslaan, de van der Tasstraat
en het Hendrikstraatje. Dat is echter thans niet aan de orde.