78 Hof E. Transvaalbof Straat F. Transvaalkade; Brug G. Transvaalbrug. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wetli. van Leiden. N°. 147. Leiden, 23 Juli 1928. De Leerplichtwet bepaalt in artikel 21, dat de leden der Commissie tot wering van schoolverzuim worden benoemd voor den tijd van drie jaren. Aangezien de tegenwoordige leden allen in 1925 zijn benoemd, treden zij derhalve op 1 September a.s. af. Onder mededeeling, dat de heer Herfst niet weder voor eene benoeming in aanmerking wenscht te komen, bieden wij Uwe Vergadering de navolgende aanbevelingen aan: A. 1°. D. BOSMA, aftredend lid, 2°. J. C. VAN SCHAIK. B. 1°. W. F. DE BREE, aftredend lid 2°. W. CARO. C. 1°. P. G. HOCKS, aftredend lid, 2°. J. ZITMAN. I). 1°. A. J. DEN HOLLANDER, aftredend lid, 2°. E. ENGBERTS. E. 1°. R. G. M. HUEBER, aftredend lid, 2°. P. E. PLOUVIER. F. 1°. C. MULDER, Maredijk 149, 2°. W. J. LAMAN, Donkersteeg 8. 0. 1°. PH. RANK A.J.zn, aftredend lid, 2°. H. F. W. MEIJERAAN. H. 1°. J. SCHOUTEN A.zn., aftredend lid, 2°. G. VAN PUTTEN. 1. 1°. N. B. M. VREEBURG, aftredend lid, 2°. G. J. VAN DER PLOEG. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 148. Leiden, 24 Juli 1928. In verband met de voortzetting van de verbetering van het trottoir aan den Haarlemmerweg (zie Ingek. Stukken No. 198 van 1927), alsmede met het oog op bebouwing aan de verder hieronder genoemde straten, moeten de in de conclusie vermelde strookjes grond aan de gemeente in eigendom worden overgedragen. Onder mededeeling, dat de eigenaren van de perceelen aan den Haarlemmerweg de voor hun rekening komende kosten van het in orde maken van het trottoir bereids in de gemeentekas hebben gestort, geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging zonder eenige kosten voor de gemeente in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen: de strookjes grond, kad. bekend gemeente Leiden Sectie K Nis 2576 ged., 2724 t/m 2727 ged., 2742 t/m 2745, gelegen aan den Haarlemmerweg nabij de Jan Lie vensstraat en de Gabriël Metzustraat; een strookje grond, kad. bekend gemeente leiden Sectie K No. 3706 (ged.), gelegen aan de Waldeck Pyrmontstraat; een strookje grond, kad. bekend gemeente Leiden Sectie L No. 655 (ged.), gelegen aan den Stationsweg; een strookje grond, kad. bekend gemeente Leiden Sectie M No. 2388 (ged.), gelegen aan de Cronesteinkade; een en ander als op de bijgaande situatieteokeningen in roode kleur is aangegeven. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 149. Leiden, 24 Juli 1928. Tegen de aanslagen van een drietal personen in de plaat selijke inkomstenbelasting van andere gemeenten, respectie velijk wegens hoofdverblijf en als werkforens, bestaat bij ons College bezwaar. Zooals immers uit dein de Leeskamer ter visie liggende stukken blijkt, had de persoon, vermeld op den bij die stukken gevoegden staat A, op 1 Mei van het belastingjaar 1927/28 te Leiden hoofdverblijf, terwijl hij ten onrechte als zoodanig werd aangeslagen in de gemeente, genoemd in kolom 3 van dien staat, en zijn de beide op staat B voorkomende personen, aan wie ten behoeve van de achter hunne namen vermelde gemeenten een aanslag als werkforens werd opgelegd, deswege eveneens ten onrechte aangeslagen, vermits zij niet behooren tot de personen, die op grond van art. 244a, le lid, sub 3° der Gemeentewet in de betreffende gemeenten belastingplichtig zijn. In verband met het vorenstaande en onder verwijzing naar de bovenbedoelde stukken, stellen wij Uwe Vergadering alsnu voor te besluiten: a. tot het indienen van bezwaar tegen den aan den op staat A vermelden persoon over het belastingjaar 1927/28 opgelegden aanslag wegens hoofdverblijf bij H. M. de Koningin b. tot het indienen van bezwaar tegen de aan de op staat B vermelde personen over het belastingjaar 1927/28 opgelegde aanslagen als werkforens bij Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 150. Leiden, 24 Juli 1928. Wij hebben de eer U hierbij aan te bieden de begrooting van den Warenkeuringsdienst voor het district Leiden, voor den dienst 1929, vergezeld van een toelichtende memorie- Onder mededeeling dat bij de Commissie voor den Genees kundigen Dienst en den Keuringsdienst van Waren tegen deze begrooting geene bezwaren bestaan, geven wij Uwe Vergadering in overweging tot hare vaststelling over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. NO. 151. Leiden, 25 Juli 1928. Uit een van onzentwege ingesteld onderzoek naar den toestand van het perceel aan het Utrechtsche Jaagpad No. 39 is gebleken, dat deze woning ongeschikt is ter bewoning en niet door het aanbrengen van verbeteringen in bewoon baren staat kan worden gebracht, zoodat onbewoonbaar verklaring dient plaats te hebben. De termijn van ontruiming ware op 6 maanden te bepalen. Onder verwijzing naar het ter visie liggend advies van de Gezondheidscommissie en het door den Directeur van het Bouw- en Woningtoezicht uitgebracht, mede ter inzage liggend rapport, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging: a. de woning aan het Utrechtsche Jaagpad No. 39 onbe woonbaar te verklaren wegens vocht, onvoldoende gelegen heid tot toetreding van daglicht en vervallen toestand; b. te gelasten, dat de woning moet zijn ontruimd binnen zes maanden te rekenen van den dag, waarop de tijd tot voorziening is verstreken of het besluit tot onbewoonbaar verklaring is gehandhaafd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1928 | | pagina 4