60
naren, geraamd op 140.
162.dus 22.meer.
De meerdere ontvangst bedroeg
dus in totaal 124.32 398.
en 22.f 544.32.
Op den geheelen post bedraagt
ten slotte de mindere ontvangst
5.911.20 544.32 5.366.88.
Volgn. 14. Overige ontvangsten ter
zake van de pensionneering van
ambtenaren
De terugontvangst van inkoop
sommen, geraamd op 4.600.
bleef 1.747.87 beneden de zeer
globale raming. Door eenige ont
vangsten uit anderen hoofde be
draagt de mindere ontvangst ten
slotte 1.591.375.
Totaal
1.591.375
10.085.39
Zooals hierboven reeds werd medegedeeld blijven de uit
gaven 14.156.385 15.489.12 1.332.735), de ontvangsten
10.085.39 beneden de raming.
Het voordeelig verschil ad 4.070.995 14.156.385
10.085.39) kan worden bestemd tot verhooging van volgn. 608
„Onvoorziene Uitgaven", waardoor de nog op dien post
beschikbare som van 8.363.06 zal worden gebracht op
12.434.055.
Wij geven U alsnu in overweging te besluiten tot vast
stelling van den hierbij overgelegden begrootingsstaat, model
D, waarin de wijzigingen, die de diverse volgnummers moeten
ondergaan, zijn aangegeven.
Aan den Gemeenteraad.
Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 119.
Leiden, 12 Juni 1928.
Ten vervolge op ons voorstel van 7 Februari 1928 (Ingek.
Stukken No. 38), hebben wij de eer U mede te deelen, dat
verhooging van de navolgende posten der gemeentebegrooting
voor 1927 met de daarbij vermelde bedragen alsnog noodig
is, terwijl ook nog eenige nieuwe posten aan die begrooting
moeten worden toegevoegd.
De te verhoogen of toe te voegen posten zijn de navolgende
Volgn. 162. Achterstallige uitgaven van vorige
dienstjaren32.952.82
Op dit volgnummer moeten nog eenige be
talingen, vorige dienstjaren betreffende, worden
geregeld.
De bedoelde betalingen zijn:
1°. een bedrag van 10.433.76 wegens ten laste
van de gemeente komende pensioensbijdragen
voor de boventallige onderwijzers bij het bij
zonder lager onderwijs, n.l. 6.781.96 over het
tijdvak van 1 Juli 192231 December 1924 en
ƒ3.651.80 over 1925;
2°. een bedrag van 1.457.86 wegens aan het
Bijk verschuldigde pensioensbijdragen voor de
verplichte onderwijzers bij het openbaar lager
onderwijs over de jaren 1923 en 1924;
3°. een bedrag van 142.42, ter restitutie van
te veel betaald schoolgeld voor het lager onder
wijs over het jaar 1926;
4°. een bedrag van 863.wegens betaalde
vergoeding voor de kosten van schoollokalen,
bedoeld in art. 84 der Lager Onderwijswet 1920,
over het tijdvak van 1 October31 December
1926;
5°. een bedrag van 319.ter restitutie van
onverschuldigd ingehouden bijdragen voor
weduwen- en weezenpensioen aan eenige onder
wijzeressen over het tijdvak van 1 September
31 December 1926;
6°. een bedrag van 240.wegens betaalde
operatiekosten van armlastige personen over het
jaar 1926;
7°. een bedrag van 251.33 wegens nog aan
een leeraar van de kweekschool voor onder
wijzers en onderwijzeressen toekomende bezol
diging over het jaar 1926;
8°. een bedrag van 11.401.62, zijnde de op
9 December 1926 verschenen le annuïteit van
het toegekende bouwvoorschot ten behoeve van
het IYe bouwplan van de woningbouwver-
eeniging „Ons Doel";
9°. een bedrag van 170.78 ter betaling van
een achttal posten van uiteenloopenden aard,
welke betrekking hebben op vorige dienstjaren.
Voorts werd bij de beschikbaarstelling van
gelden (Raadsbesluit 30 Augustus 1926, Ingek.
Stukken No. 169) voor de meerdere kosten van
verbetering van den Rijnsburgerweg, tusschen
de Poelbrug en den Warmonderweg, o. a. in
mindering van de ter zake te leenen som ge
bracht een bedrag van 400.als opbrengst
van den verkoop van boomen aan dien weg.
Later bleek echter dat het bedrag van 400.
reeds was verantwoord onder de gewone ont
vangsten van den dienst 1925. Teneinde nu het
bedrag van 400.alsnog op volgn. 624s van
den Kapitaaldienst te kunnen overboeken wordt
verhooging van dit volgnummer met 400.
voorgesteld.
Ten slotte moet, in verband met de nadere
vaststelling door het Rijk van de bijdragen in de
betaling van reeds in vorige dienstjaren ver
schenen annuïteiten over de aan eenige woning-
bouwvereenigingen verleende bouwvoorschotten
(Tuinstadwijk, plan I en Eensgezindheid, plan
nen II en III), dit volgnummer alsnog met een
bedrag van 7.273. 05 worden verhoogd.
Een verhooging van den post met in totaal
32.952.82 is derhalve noodig.
Daarentegen kan volgn. 3 „Achterstallige
inkomsten van vorige dienstjaren" worden ver
hoogd met 24.108.92 n.l. met 6.800.62 in
verband met de storting in de gemeentekas van
de door de besturen van de bijzondere scholen
over de jaren 1922 t/m. 1925 ingehouden pen
sioensbijdragen van de boventallige leerkrachten
die ten laste van de gemeente zijn gekomen, met
11.401.62 wegens de van de woningbouwver-
eeniging „Ons Doel" ontvangen le annuïteit van
haar IVe bouwplan en met 5.906.68, zijnde het
van het Rijk ontvangen aandeel in de betaling
van bovengenoemde hoogere bijdragen.
Volgn. 167. Presentiegelden der leden van den
Raad
De uitgaven ter zake hebben bedragen
ƒ3.018.zij waren geraamd op ƒ3.000.
Volgn. 170. Schrijfloonen
De uitgaven hebben bedragen 9.090.95de
beschikbaar gestelde som van 7.500.is dus
met 1.590.95 overschreden.
De belooning van de tijdelijke werkkracht aan
de af deeling „Onderwijs", in dienst genomen in
verband met de ziekte en het daarop gevolgd
overlijden van den schrijver aan die afdeeling,
vereischte op dit volgnummer eene niet voor
ziene uitgaaf van ƒ1.227.70. Voorts was voor
belooning van extra-typewerk een bedrag van
U 360.noodig.
Zie de verlaging van volgn. 169 der uitgaven
„Jaai wedden van de ambtenaren en bedienden
der gemeente-secretarie enz." met ƒ3.846.29, in
welk overschot is begrepen een bedrag van
1.260.dat tengevolge van het overlijden
van den schrijver aan de afdeeling „Onderwijs"
niet werd uitgekeerd.
Volgn. 173. Onderhouden en schoonhouden van
het gebouw of vertrek, bestemd voor de vergadering
van den Raad en van Burgemeester en Wethouders
en voor de Secretarie der gemeente
De uitgaven zullen op dit volgnummer be
dragen ƒ8.601.83; aanvulling van de beschik-
baargestelde som van 8.370.met 231.83
blijkt derhalve alsnog noodig.
Eenige buitengewone werken, w.o. het af-
loogen en in de was boenen van de eiken kast
deuren in de z.g. „Blauwe Gang" en het ver
richten van eenig verfwerk in de woning van den
concierge, hebben deze overschrijding veroor
zaakt.
Volgn. 176. Abonnement op het Staatsblad,
Provinciaalblad en de dag-, week-, of maandbladen
en aankoop van boeken
De uitgaven op dit volgnummer zullen be
dragen ƒ1.101.29; de beschikbaar gestelde som
van 1.000.dient dus met 101.29 te worden
verhoogd.
Volgn. 177. Archief
De kosten van herstelling van de oude rechter-
18.—
1.590.95
231.83
101.29
200.—
Meer.
Minder.