80 MAANDAG 8°. Verzoek van Dr. W. H. van Seters om eervol ontslag als leeraar aan het Gymnasium. Wordt gesteld in handen van Burgemeester en Wethouders om praeadvies. 9°. Verzoek van den Neutralen Bestuurdersbond te Leiden, om het voorstel tot wijziging van de verordening betreffende den Dienst voor Sociale Zaken, niet dan na wijziging aan te nemen. Zal worden behandeld bij punt 14. Aan de orde is alsnu: I. Benoeming van twee leden van de Commissie van Fabricage. De Voorzitter verzoekt den heeren Wilmer, Groeneveld, van Rosmalen en Romijn het stembureau te vormen. De heer van Eck beveelt voor een van de plaatsen in de Commissie van Fabricage aan den heer Schüller. De heer Romijn beveelt voor zijn fractie als candidaat voor het lidmaatschap van de Commissie van Fabricage aan den heer Bosman. Worden benoemd: de heer Ir. A. G. Bosman met 28 stemmen; de heer Romijn verkreeg 1 stem; de heer J. II. Schüller met 27 stemmen; de heer Wilbrink verkreeg 1 stem, terwijl 1 biljet van onwaarde was. (Aan deze stemmingen nam telkens één lid geen deel). De heeren Bosman en Schüller verklaren de benoeming aan te nemen. II. Benoeming van een lid van het Bestuur der vereeniging „de Ambachtsschool". (Zie Ing. St. No. 92). Wordt benoemd met algemeene (31) stemmen de heer H. Korswagen. (De heer Bergers was inmiddels ter vergadering gekomen.) De Voorzitter dankt de leden van het stembureau voor de genomen moeite. III. Praeadvies op het verzoek van S. de Boer Azn., om ontslag als lid van de Schattingscommissie, bedoeld in art. 57 der Wet op de Inkomstenbelasting 1914. (Zie Ing. St. No. 104). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. IV. Rekening, dienst 1927, van de Plaatselijke School commissie. (Zie Ing. St. No. 105.) Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt tot goedkeuring van deze rekening besloten. (De heer Goslinga had gedurende de behandeling van dit punt de vergadering tijdelijk verlaten.) V. Voorstel: a. tot wijziging van het Raadsbesluit van 5 Maart 1928, in zake de verhuring van de bovenverdieping van perceel Nieuwe Mare 15, aan den Armenraad; b. tot verlaging van het bedrag der beschikbaar gestelde gelden ten behoeve van de inrichting van de sub a bedoelde bovenverdieping tot kantoorlokalen voor den Armenraad. (Zie Ing. St. No. 94). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. VI. Voorstel tot verkoop aan J. W. Reyneveld q.q. van het perceel bouwgrond op het Raamland, gelegen aan de Kern straat, Sectie M, No. 4207 ged. (Zie Ing. St. No. 95.) Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. 21 MEI 1928. VII. Praeadvies op het verzoek van de Leidsche Duinwater Maatschappij, om goedkeuring van de verbreeding van den weg langs het bestaande duinkanaal onder de gemeenten Katwijk en Wassenaar. (Zie Ing. St. No. 96). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over eenkomstig het praeadvies van Burgemeester en Wethouders besloten. VIII. Voorstel: a. tot overneming in eigendom en onderhoud bij de ge meente van een gedeelte van de Rijnkade en van het niet reeds in eigendom aan de gemeente toebehoorende gedeelte van de Munnikenbrug; b. tot beschikbaarstelling van gelden voor de verbetering van de Rijnkade. (Zie Ing. St. No. 97.) De heer Manders zegt ook voor de verbetering van het bedoelde deel van de Rijnkade te zijn, een verbetering, die z. i. reeds lang had moeten plaats hebben, maar spreker heeft niets gevonden omtrent datgene, waaraan het bedrag van ƒ5470.zal worden besteed. Er ligt bij de mededeeling wel een begrooting omtrent de bestrating en de verbetering van de brug, waarin door de belanghebbenden respectievelijk 555.en ƒ150.moet worden bijgedragen, maar wat voor die andere 4765.— zal worden gedaan, is niet bekend. Spreker zal bijvoorbeeld gaarne weten, wat voor eene beschoeiing daar komt. De Voorzitter wijst er op, dat in de stukken wel wordt gesproken van het maken van een nieuwe betonnen schoeiing, zooals aan het Utrechtsche Jaagpad is gemaakt. Wordt zonder hoofdelijke stemming overeenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders besloten. (Wethouder Splinter wordt geacht aan deze stemming geen deel te hebben genomen). IX. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de uitvoering van eenige werken, ter verbetering van den toestand nabij den ingang van de Stadshulpwerf aan de Oude Heerengracht. (Zie Ing. St. No. 98.) De heer Groeneveld geeft in overweging om het urinoir, dat men ter plaatse wil neerzetten, te overdekken. Iemand, die in de buurt op een bovenhuis woont, is bij spreker bezwaar komen maken tegen het plaatsen van dat ding. De heer Splinter zegt, dat het in de bedoeling ligt dat te doen. De heer Manders zegt, dat de verfraaiing van het voorste gedeelte van het terrein van de Stadshulpwerf ƒ3000.— zal kosten, terwijl voorgesteld wordt om de verbetering van het eigenlijke terrein dier werf, waarmede een uitgaaf van ƒ5000.gemoeid zal zijn, voorloopig achterwege te laten. Hij heelt den toestand ter plaatse opgenomen en daarbij gezien, dat de schoeiing, welke zich daar bevindt, zoo slecht is, dat dat »voorloopig" achterwege laten niet lang kan zijn, aangezien de straat ter plaatse geheel los raakt. Uitstel zou de kosten der verbetering doen toenemen. Bovendien zou de verbetering van het geheele terrein in eens goedkooper kunnen geschieden dan in tweeën, te meer omdat de aannemer er eenmaal met zijn materieel is. Er staat in de stukken, dat het maken van een walmuur over een lengte van 6 Meter zal kosten ƒ100.per,strekkenden Meter; een hoog bedrag, dat wellicht juist kan zijn, als men zich bepaalt tot het maken van die 6 Meter walmuur, maar als men het geheele werk in eens uitvoert, dan zullen de kosten per Meter van een betonnen walmuur niet meer bedragen dan 45.per strekkenden Meter. Men zou daardoor iets winnen en daarom geeft spreker in overweging om, in afwijking van het advies van de Commissie van Fabricage, welke ditmaal aan den zuinigen kant is geweest, het werk in zijn geheel uit te voeren. De heer Splinter antwoordt, dat het de bedoeling van de Com missie van Fabricage is de verbetering van het overige gedeelte van de Stadshulpwerf het volgend jaar te doen plaats hebben, ter wijl het College den daarvoor noodigen post ad ƒ5500.op de begrooting voor 1929 wil brengen. Volgens den heer Manders zou uitvoering van het werk in eens goedkooper kunnen gebeuren, maar alleen op die 6 Meter walmuur zou iets kunnen worden bespaard, hetgeen dus niet zoo'n groot verschil maakt. De

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1928 | | pagina 2