64
MAANDAG 30
APRIL 1928.
het volgens de thans in behandeling zijnde verordening nog
lang niet komt vast te staan, dat iemand, die niet is bier-en
limonadehandelaar en mineraalwaterfabrikant, op grond van
overtreding van het verbod strafbaar zou zijn. Spreker zou
daaromtrent alle onzekerheid willen wegnemen, want hij vreest,
dat de voorgestelde verordening herhaaldelijk gevallen van
ontduiking zal uitlokken.
De heer van Eck zegt, dat de Commissie voor de Strafveror
deningen nog niet heeft kunnen beraadslagen over het al
dan niet wenschelijke van het als spoedeischend afkondigen
van deze verordening, maar, zooals bekend is, zijn 2 leden er
voor en 1 er tegen. Nu zou spreker niet hebben voorgesteld
om de verordening spoedeischend te verklaren, indien niet
op het laatste oogenblik was ingekomen het adres van de
Vereeniging van Bier- en Limonadehandelaren en Mineraal
waterfabrikanten, maar de daarin aangevoerde argumenten
lijken hem van beteekenis. Het is een beperking in de uit
oefening van het bedrijf, welke de belanghebbenden zeiven
hebben gewild, en nu meenden deze, dat de handhaving en
de opvolging der verordening gemakkelijker geschiedt, als
de invoering bij het begin van het zomerseizoen plaats heeft
dan als men eerst de zaak ongeregeld laat en na eenigen
tijd, wanneer Gedeputeerde Staten hebben kunnen overwegen
of zij die bepalingen kunnen sanctionneeren, tot invoering
overgaat. Waar dat de meening van belanghebbenden zeiven
is, ziet spreker gtien enkel bezwaar tegen het bevorderen
van een spoedige inwerkingtreding der verordening. Gede
puteerde Staten kunnen nog altijd, als zij de verordening
niet goedkeuren, die ter vernietiging voordragen. Bij onmid
dellijke afkondiging neemt alleen de Raad alle verantwoor
delijkheid op zich. Spreker zal daarom voorstellen de veror
dening onmiddellijk na de vaststelling af te kondigen.
De Voorzitter deelt mede dat door den heer van Eck het
volgende voorstel is ingediend
»Ondergeteekende stelt voor de verordening tot wijziging
van de verordening van 10 Juli 1913 No. 21 op de Winkel
sluiting te doen afkondigen, onmiddellijk nadat zij is vastgesteld."
Het voorstel van den heer van Eck wordt voldoende onder
steund en maakt derhalve een onderwerp van beraadslaging uit.
De heer van der Reijden kan zich met het voorstel van
den heer van Eck vereenigen, omdat ook hij de wensche-
lijkheid van een zoo spoedig mogelijke inwerkingtreding der
verordening gevoelt met het oog op het zomerseizoen en
omdat men het dan toch al zoo druk heeft. De mineraal
waterfabrikanten stellen daarop grooten prijs.
De Voorzitter zegt, dat de heer Heemskerk een zekeren
angst had, dat deze verordening niet alle gevallen van aflevering
en bezorging omvatte. Dit is in de Commissie voor de Straf
verordeningen niet besproken, maar spieker vermoedt, dat
de heeren van Eck en Romijn het met hem eens zullen zijn,
wanneer hij zegt, dat ook de kleinere handelaren in die
artikelen hieronder vallen. Zoodra iemand in dat artikel
handelt, wordt hij aangemerkt als een handelaar in bier en
limonade. Enkele juristen, aan wie spreker hun meening vroeg,
waren ook van die meening, dat het van zelf sprak. Anders
zou men tot moeilijke redactiewijzigingen komen, maar dit
kan volkomen door den beugel bij den kantonrechter. Spreker
geeft in elk geval in overweging het te probeeren, waar ver
schillende juristen meenen, dat er geen gevaar bestaat.
De heer van Eck heeft voorgesteld deze verordening spoed
eischend af te kondigen. Nu schrijft de gemeentewet voor
het tot stand komen van een verordening eenmaal een zekere
procedure voor, omdat dergelijke wettelijke regelingen met
de noodige waarborgen moeten worden omkleed; een daarvan
is, dat Gedeputeerden de gelegenheid krijgen om dergelijke
verordeningen vóór het in werking treden eens te bekijken.
Er moet natuurlijk wel van kunnen worden afgeweken; zoo
is onlangs naar aanleiding van de nieuwe Motor- en Rijwielwet
besloten een verordening spoedeischend af te kondigen om
een lacune dadelijk aan te vullen, maar de noodzakelijkheid
van spoedeischende afkondiging is hier allerminst aanwezig.
Alle belanghebbenden zijn voor deze regeling, dus zij kunnen
zich er vanaf heden aan houden; er is dus geen reden voor spoed
eischende afkondiging, die alleen in zeer bijzondere gevallen
moet toegepast worden. Over een paar weken zullen allen er
zich toch aan moeten houden en het is een gezocht argument
om te zeggen het zomerseizoen is begonnen. Spreker geeft
derhalve in overweging het voorstel van den heer van Eck
niet aan te nemen.
De heer Heemskerk begrijpt volkomen, dat de bier- en
limonadehandelaren om dezen maatregel verzocht hebben,
maar sommige winkeliers hier ter stede zullen er niet mede
ingenomen zijn en zullen trachten op Zondag toch bier en
limonade af te leveren.
Spreker kan daarom niet inzien, dat iemand, die een fleschje
van die waar laat afleveren, wordt aangemerkt als bier- of
limonadehandelaar. Maakt men een verordening, dan moet
die zoo goed mogelijk zijn samengesteld, en nu zegt de
Voorzitter wel van enkele juristen te hebben gehoord, dat,
als er sprake is van bier- en limonadehandelaren, iedereen,
die in die soort waar handelt, daaronder begrepen is; maar
spreker durft toch zoo vrij te zijn, al is hij dan geen jurist,
om met die heeren van meening te verschillen. Hij ziet in
deze verordening iets goeds en hij zal zich er dan ook bij
neerleggen, als de Voorzitter geen moeilijkheden vreest, maar
hij zou het voorzichtiger hebben gevonden, indien de vorm
was gekozen van de verordening op de levering van melk en
melkproducten. Hij vermoedt, dat men tenslotte toch tot dien
vorm zal moeten komen.
De heer van der Reijden acht de vrees van den heer
Heemskerk, dat de bier- en limonadehandelaren hun klanten
tusschentijds zullen gaan bedienen ongegrond, omdat die
zaken of winkels zich bij den verkoop zullen moeten bepalen
tot het kwantum, dat zij op Zaterdag hebben, aangezien zij
er niets bij kunnen krijgen.
De Voorzitter noemt de vrees van den heer Heemskerk,
dat van den kant der klanten van de limonadefabrikanten
moeilijkheden zullen rijzen, ongegrond.
Burgemeester en Wethouders hebben de verzoeken om
advies gestuurd aan de Middenstands-Oentrale en deze heeft
een onderzoek ingesteld bij de afnemers van de door den
heer Heemskerk bedoelde fabrikanten, waarbij bleek, dat van
die zijde geen bezwaren werden gemaakt.
De algemeene beschouwingen worden gesloten, waarna de
artikelen 1 tot "en met V zonder beraadslaging of hoofdelijke
stemming worden aangenomen en de geheele verordening
zonder hoofdelijke stemming wordt vastgesteld.
Het voorstel van den heer van Eck, om de verordening
onmiddellijk na hare vaststelling te doen afkondigen, wordt
vervolgens aangenomen met 17 tegen 12 stemmen.
Vóór stemmen: de heeren van der Reijden, Vallentgoed,
mevrouw Braggaarde Does, de heeren de Reede, Bergers,
Kuivenhoven, van Rosmalen, Verweij, Groeneveld, Burgerjon,
Baart, van Eck, Schüller, Spendel, van Tol, Heemskerk en
Kooistra.
Tegen stemmen: de heeren Sijtsma, Parmentier, van Es,
Reimeringer, Tepe, Splinter, Goslinga, Wilmer, Huurman,
Manders, Meijnen en Bosman.
(De heer Wilbrink had tijdens de stemming de vergadering
tijdelijk verlaten.)
XIII. Voorstel om de Commissie van Beheer over de ge
stichten »Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest" te machtigen
tot den bouw van een theehuisje op het terrein van het
gesticht »Endegeest".
(Zie Ing. St. No. 81.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XIV. Voorstel om de Commissie van Beheer over het Open
baar Slachthuis te machtigen tot uitbreiding van het keu
ringslokaal en tot den bouw van een garage en van een
vleeschverkooplokaal op het terrein van het Slachthuis.
(Zie Ing. St. No. 82.)
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming over
eenkomstig het voorstel van Burgemeester en Wethouders
besloten.
XV. Voorstel tot het verleenen van eene bijdrage in de
restauratiekosten van de Pieterskerk, groot ƒ3000.— 'sjaars,
gedurende 10 achtereenvolgende jaren, aan de Gemeente-
Commissie van het Ned. Herv. Kerkgenootschap.
(Zie Ing. St. No. 89.)
De heer Sijtsma acht dit bedrag vrij hoog. Wel geldt het
hier mede een Leidsch belang, maar in vergelijking met het
subsidie der gemeente is het subsidie der commissie betrek
kelijk weinig verhoogd, n.l. van ƒ2500.op 4500.Waarom
betalen de belangstellenden ook niet meer? Men zal zeggen:
de commissie heeft het niet, maar door haar exclusivisme,
door haar uitsluiten van menscheD, die niet zoo precies
denken als zij, heeft zij een massa leden der Hervormde