62
MAANDAG 30
APRIL 1928.
Het mede door den heer Bosman op artikel II ingediende
amendement wordt in verband met de verwerping van het
soortgelijk amendement op artikel I geacht te zijn vervallen.
Artikel II wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stem
ming aangenomen.
De geheele verordening wordt zonder hoofdelijke stem
ming vastgesteld.
XI. Praeadvies op het verzoek van H. Kors e.a., om wijziging
van de verordening op het Rijden, in dien zin dat het rijden
op de Lange Mare Oz. met vrachtauto's in één richting is
geoorloofd.
(Zie lng. St. No. 77.)
De heer Spendel zal, hoewel dit punt 11 der agenda is,
hierover een verstandig woord zeggen.
Spreker heeft zelden zulk een oppervlakkig en onoordeel
kundig advies over zulk een belangrijke zaak als het verkeer
over de Mare gelezen. De politie-autoriteiten, die hierover ge
adviseerd hebben, geven als gemiddelde breedte op 3.25 M.,
maar dat is juist het allersmalste punt! Het praeadvies is
gebaseerd op dingen, die men niet zelf heeft aanschouwd.
Wanneer men den chaos ziet aan de Mare, dan verbaast men
zich er over, dat een toestand getolereerd wordt, waarbij men
in beide richtingen kan rijden met auto's, karren enz. Voor
de voetgangers is geen plaats; die zijn er ook niet en dat is
logisch, want als men kans heeft om doodgedrukt te worden,
gaat men aan de overzijde loopen, waar het minder druk is.
Üp den hoek bij Zandvoort is het zoo druk en zoo beklemd,
dat de auto's, die op de Mare willen komen, over het trottoir
van de brug moeten rijden. Voortdurend worden tengevolge
van het drukke verkeer wagens in het water gereden en het
getuigt van kortzichtigheid om een zoo billijk verzoek van de
bewoners van de Mare niet in te willigen. Waar men de
paardentractie langzamerhand geheel op zijde zet en het
motorvervoer dag aan dag toeneemt, zullen degenen, die er
een vrachtauto op nahouden, als hij aan de Mare woont, zich
ook de weelde nog moeten getroosten om paard en wagen
er op na te houden, teneinde goederen aan de Mare te
kunnen afladen. Talrijke menschen, die op de Mare wonen,
kunnen hun artikelen niet voor de deur afladen, maar moeten
ze laten halen b.v. van de Vrouwenkerksteeg, Haarlemmer
straat of van der Werffstraat, hetgeen extra kosten en moeite
geeft. Al dat andere zijn in dit opzicht voordeelen dat
gevoelen die menschen maar dit is een belemmering.
Spieker heeft er bij de begrooting over gesproken en toen is
hij met een kluitje in het riet gestuurd, want toen kreeg hij
ten antwoord, dat het daar niet kon. Zijns inziens is het
echter wel mogelijk. Moet spreker naar een begrafenis, dan
moet bij naar een zijstraat loopen om daar in de auto te
stappen; komt hij bij slecht weer van den trein en neemt
hij een auto om droog thuis te komen, dan brengt de chauffeur
hem tot de electrische klok en moet hij verder te voet gaan
en zich nat laten regenen. Komt zijn bejaarde moeder een
enkelen keer bij hem op bezoek, dan mag de auto niet voor
de stoep komen en moet die oude stakkerd, ondersteund
door twee personen, vanaf de Vrouwensteeg naar zijn huis
loopen.
Spreker vindt het al te zot, dat men in dezen tijd van
groeiend en zich noodzakelijk wijzigend verkeer dergelijke
belemmerende bepalingen handhaaft, en bovendien begrijpt
hij niet de afwijzende houding, welke wordt aangenomen ten
aanzien van een groot aantal bewoners van de Mare, die
belang hebben bij het verkeer aan de oostzijde van de Mare.
Blijkens het praeadvies is men ineens zoo bezorgd voor de
voetgangers, dat men daar het geheele verkeer met auto's
gaat stop zetten. Op de uren, dat de slagers van het abattoir
komen, loopt men gevaar door tien of twaalf slagersjongens
ondersteboven te worden gereden en motorfietsen mogen er
in beide richtingen zoo hard rijden als zij willen, maar een
auto mag er niet komen. Spreker heeft eens in drie uur tijd
1433 passeerende fietsen geteld.
Spreker acht het noodzakelijk, dat er een eind komt aan
deze belemmering, welke de bewoners van de Mare ernstig
gevoelen. Hij heeft de zaak reeds drie keer besproken en,
krijgt hij geen steun bij het voorstel, dat hij zal indienen,
dan zal hij genoodzaakt zijn het ook voor de vierde maal te
doen. Men zou aan den wensch van adressanten in zooverre
kunnen tegemoetkomen, dat werd bepaald, dat men er alleen
met auto's mocht komen voor het afladen van goederen en
die auto's niet sneller dan 5 of 10 K.M. per uur mochten rijden.
Spreker klemt zich voor het geval, dat het niet mogelijk
zal zijn een regeling voor het verkeer te treffen, zooals hij
die mogelijk acht, vast aan hetgeen in het rapport van den
Commissaris van Politie als de eenige oplossing wordt aan
gegeven, n.l. de demping van de Mare. Hij hoopt, dat Burge
meester en Wethouders eventueel met een voorstel in die
richting zullen komen, ook om die ongelukkige bruggen-
geschieaenis op te ruimen. Dat is een onhoudbare toestand,
zoowel bij Zandvoort als aan den anderen kant. Daar moet
een oplossing gevonden worden. Laat men zich spiegelen aan
de autoriteiten, die de toelichting geven: de eenige oplossing
is de Mare te dempen; men moet dat idee van het natuur
schoon van de Mare laten kuieren en veel meer letten op
het schoone bouwwerk, den mensch, die daar kans heeft te
pletter te worden gereden of voor altijd te worden geschonden.
De heer Groeneveld sluit zich aan bij den heer Spendel
en ondersteunt het verzoek van adressanten om op de Lange
Mare het verkeer met auto's in één richting toe te staan.
Voor karren en paardenwagens is het eenrichtingsverkeer daar
reeds lang ingevoerd; waarom moet hier een uitzondering
gemaakt worden voor motorvoertuigen? Wanneer men het
verkeer wil beveiligen, heeft men wel te maken met snelheid,
gewicht en afmetingen van een voertuig, maar niet met de
beweegkracht. Er moeten wel maatregelen getroffen en be
palingen gemaakt omtrent de snelheid, maar daarbij heeft
men met de soort van tractie niets te maken. In het prae
advies staat, dat reeds in 1908 de Lange Mare voor motor
rijtuigen is verboden. Dit is geen aanbeveling van het voorstel,
want sinds 1908 is vooral in het verkeer wel een en ander
gewijzigd. In 1908 is bij deze bepaling absoluut geen rekening
gehouden met vrachtauto's, want die waren toen onbekend;
toen waren er in Leiden alleen nog maar enkele luxe-auto's;
vrachtauto's zijn eerst veel later gekomen. In 1908 heeft men
alleen rekening gehouden met het vervoer door sleepers
wagens, door paarden getrokken; voor dien tijd is het toen
goed geregeld. De Mare is niet geschikt voor tweerichtings
verkeer en daarom is bepaald, dat eenrichtingsverkeer werd
toegestaan, waardoor de bewoners toch in elk geval bereikt
konden worden. Sinds 1908 is dat totaal veranderd; paarden
ziet men zoo goed als niet meer; het zal zoo lang niet meer
duren of het laatste sleeperspaard moet men in Artis zoeken.
Men moet dus het verkeer voor dezen tijd regelen en het
vervoer gebeurt thans in hoofdzaak met vrachtauto's. Onder
»regelen" verstaat spreker het mogelijk maken, dat het vracht
verkeer komt op de plaats, waar het. moet wezen. Een verbod
is wel heel eenvoudig, maar dat is niet het regelen van
het vei keer. Dat is het verkeer stop zetten. De heer Spendel
heeft met enkele voorbeelden aangetoond met welk een dwaze
vertooning men bier te doen heeft. Verschillende bedrijven
hebben hun paardentractie vervangen door vrachtauto's; moet
nu, vraagt spreker, iemand, die aaneen bewoner van de Mare
brandstoffen moet leveren, zich daarvoor een paard aanschaffen,
dat hij voor het bedienen van zijn andere klanten niet noodig
heeft?
Spreker ziet geen enkele reden om het verzoek van de
bewoners van de Mare niet in te willigen, mits worde be
paald, dat de auto's niet sneller mogen rijden dan met de
vaart van een sleepers wagen. Burgemeester en Wethouders
kunnen ook voorschriften geven betreffende de breedte van
de auto's. Spreker ondersteunt het verzoek daarom krachtig.
De Voorzitter deelt mede, dat van den heer Spendel het
volgende voorstel is ingekomen:
»Ondergeteekende stelt den Raad voor Burgemeester en
Wethouders uit te noodigen, het praeadvies op het verzoek
van H. Kors en anderen (Ingekomen stuk 77) terug te nemen
en alsnog met een door verzoekers bedoelde regeling van het
verkeer langs de Oostzijde van de Mare te komen."
Spreker acht het beter, dat de heer Spendel zijn voorstel
in dezen zin wijzigt, dat het wordt gelezen:
sOndergeteekende stelt voor, de Commissie voor de Straf
verordeningen uit te noodigen een wijziging van de veror
dening op het Rijden te ontwerpen in dien zin, dat het auto
verkeer langs de oostzijde van de Mare, althans in één rich
ting, geoorloofd is."
De Raad kan een dergelijke uitnoodiging direct tot de
Commissie voor de Strafverordeningen richten en behoeft dat
niet via Burgemeester en Wethouders te doen.
De heer Spendel zegt geen bezwaar te hebben om zijn
voorstel in dien geest te wijzigen.
Het gewijzigd voorstel van den heer Spendel wordt vol
doende ondersteund en maakt derhalve een onderwerp van
beraadslaging uit.
De heer Parmentier ziet niet in, waarom aan de oostzijde
van de Mare niet het auto-verkeer in één richting zou kunnen
worden toegelaten. Waar Burgemeester en Wethouders erin
hun praeadvies op wijzen, dat het verbod in kwestie reeds
sedert 1908 bestaat, is dat geen aanbeveling voor de veror
dening, wel voor het voorstel van den heer Spendel, omdat
gr aan de Mare tal van zaken gevestigd zijn, die door het