MAANDAG 30 APRIL 1928.
57
Zitting Tan Maandag 30 April 1928.
Geopend des namiddags te twee uur.
Voorzitter:
de heer Burgemeester Mr. A. VAN DESANDEBAKHUYZEN.
Te behandelen onderwerpen:
1° Praeadvies op het verzoek van G. Boetje, om eervol ontslag
als onderwijzer aan de school Duivenbodestraat A. (78)
2° Praeadvies op het verzoek van A. J. P. Spiesz, om ontslag
als lid van de Schattingscommissie, bedoeld in art. 57
der Wet op de Inkomstenbelasting 1914. (79)
3° Praeadvies op het verzoek van het bestuur van het
genootschap «Mathesis Scientiarum Genitrix", om het
kosteloos gebruik van eenige localiteiten van de Stads
gehoorzaal, voor het houden van de algemeene vergade
ring en van de tentoonstelling van door de leerlingen
vervaardigde werkstukken. (80)
4° Voorstel tot verhuring van de garage met bovenwo
ning van perceel Langebrug No. 99, alsmede een ge
deelte van de achter de garage gelegen open plaats, aan
C. Meershoek. (84)
5° Voorstel tot verkoop
a. van een strook grond, gelegen achter de huizen aan
de Joubertstraat, Sectie L No. 944 ged., groot 30 M2,
aan A. Hak;
b. van een strook grond, gelegen achter de huizen aan
de Joubertstraat, Sectie L No. 944 ged., groot 18
M2, aan G. F. Bartelsman. (85)
6° Voorstel tot verkoop van een perceel bouwgrond aan
den Hoogen Rijndijk hoek Roomburgerlaan, Sectie M,
No. 4203 ged., aan de N. V. Leidsche Exploitatie-Maat
schappij van Onroerende Goederen te Leiden. (86)
7° Voorstel tot verkoop van de perceelen bouwgrond op het
Raamland, ten noorden van de Fruinstraat, Sectie M.
No. 4058 ged., aan J. W. Reyneveld q.q. (87)
8° Voorstel om aan de besturen van verschillende bijzondere
scholen voor lager en uitgebreid lager onderwijs, over
het jaar 1926, een vergoeding krachtens art. 100 der
Lager Onderwijswet 1920, uit de gemeentekas te ver-
leenen. (88)
9° Verordening, houdende intrekking van de verordening
van 14 Januari 1915 (Gem. Blad No. 2), betreffende het
toelaten van kinderen tot lichtbeeldenvertooningen, laatste
lijk gewijzigd bij verordening van 30 Juli 1923 (Gem. Blad
No. 21). (74)
10° Verordening, tot wijziging van de verordening van 23 Mei
1912 (Gem. Blad No. 18) op het Rijden. (75)
11° Praeadvies op het verzoek van H. Kors e.a., om wijziging
van de verordening op het Rijden, in dien zin dat het
rijden op de Lange Mare Oz. met vrachtauto's in één
richting is geoorloofd. (77)
12° Verordening, tot wijziging van de verordening van 10
Juli 1913 (Gem. BI. No. 21) op de Winkelsluiting. (76)
13° Voorstel om de Commissie van Beheer over de gestichten
«Endegeest, Voorgeest en Rhijngeest" te machtigen tot
den bouw van een theehuisje op het terrein van het
gesticht «Endegeest". (81)
14° Voorstel om de Commissie van Beheer over het Open
baar Slachthuis te machtigen tot uitbreiding van het
keuringslokaal en tot den bouw van een garage en van
een vleeschverkooplokaal op het terrein van het Slachthuis.
(82)
15° Voorstel tot het verleenen van eene bijdrage in de res
tauratiekosten van de Pieterskerk, groot f 3000.'sjaars,
gedurende 10 achtereenvolgende jaren, aan de Gemeente-
Commissie van het Ned. Herv. Kerkgenootschap. (89)
16° Voorstel in zake verlaging van de rente en opschorting
van de aflossing van het bij Raadsbesluit van 29 Maart
1920 aan de vereeniging »'s Zomers Buiten" verstrekte
voorschot voor den bouw van een dubbele vacantie-
woning te Katwijk. (90)
17° Praeadvies op het voorstel van den heer Sijtsma, in zake
de bevordering in rang van den wetenschappelijken
ambtenaar aan het Gemeente-Archief Mr. J. W. Verburgt
en van den Adjunct-Directeur van het Stedelijk Museum
«de Lakenhal" A. Coert. (83)
1 18° Verordening, regelende de samenstelling en den werk
kring van de Commissie van Fabricage. (73)
19° Verordening, houdende wijziging van de verordening
van 13 Juni 1918 (Gem. Blad No. 21) op het Grond
bedrijf. (73)
20° Verordening, houdende wijziging van de verordening
van 14 November 1918 (Gem. Blad No. 43), regelende
de samenstelling van de bureaux van Gemeentewerken,
van den Gemeentelijken Reinigings- en Ontsmettings-
dienst en van het Bouw- en Woningtoezicht. (73)
21° Voorstel om te besluiten tot het instellen van beroep
tegen een beslissing van Gedeputeerde Staten, in zake
een aanslag in de Forensenbelasting. (91)
Tegenwoordig zijn 30 leden, n.l.: de heeren van Eek,
Manders, Schüller, Meijnen, Spendel, van Tol, Bosman, Heems
kerk, Kooistra, Sijtsma, van der Reijden, Vallentgoed, mevr.
Braggaarde Does, de heeren Parmentier, van Es, de Reede,
Reimeringer, Tepe, Splinter, Goslinga, Bergers, Wilbrink,
Kuivenhoven, van Rosmalen, Verweij, Wilmer, Groeneveld,
Burgerjon, Huurman en Baart.
Afwezig: de heer Eikerbout wegens ongesteldheid, de heer
Romijn wegens familieomstandigheden en de heer van Stralen.
De Voorzitter houdt, terwijl de Raadsleden zich van hun
zetels verheffen, de volgende toespraak:
J.l. \rijdag heeft het College de laatste eer bewezen aan
het vroegere lid van het College, den oud-Wethouder Mulder.
Na wat over den levensloop en de persoonlijkheid van den
heer Mulder geschreven werd, zou ik slechts in herhalingen
treden door daarover hier te spreken.
Ik ben overtuigd, dat U allen met mij de behoefte gevoelt
hier den man te gedenken, die tot voor zeer kort nog Uw
medelid was en gedurende een kwart eeuw onder U een rol
van beteekenis vervuld heeft.
In dezen kring kunnen wij zooals de nagelaten betrek
kingen dat voor den familiekring, zijn vrienden en geloofs-
genooten dat voor hunne omgeving deden, getuigen van een
trouwen en belangloozen dienst aan het gemeenebest.
De heer Mulder was een voortreffelijk Raadslid, die in het
debat groote slagvaardigheid toonde en die trouw aan zijn
beginselen paarde aan ruimte van blik en opvatting, die zoo
noodig zijn voor hen, die tot regeeren en besturen geroepen
worden.
Zijn raadslidmaatschap is bekroond geworden door een
vierjarig Wethouderschap, waartoe de Raad hem riep, waarvan
echter de al te groote zorgen en beslommeringen tenslotte te
veel van zijn krachten vergden. Den korten tijd, dien ik het
voorrecht had, hem als Wethouder naast mij te hebben, was
voor mij voldoende om voor hem grooten eerbied en sympathie
op te vatten.
Van dat nuttige, van dat mooie leven mogen wij voor ons
als een goed voorbeeld behouden de groote toewijding, de
beginselvastheid, de oprechtheid.
De heer Mulder is in het volle bewustzijn van den komenden
dood gestorven; en vol vertrouwen kan hij voor God ver
schijnen, want zijn leven was lang en tot het einde wel
besteed. Zulk een verscheiden heeft meer moois, dan af
schrikwekkends en in die gedachte schuilt groote troost. Zijn
nagedachtenis zij alle eer.
De notulen van het verhandelde in de vergadering van
2 April 1928 worden goedgekeurd.
De Voorzitter deelt alsnu mede, dat op 19 April j.l. aan Zijne
Koninklijke Hoogheid Prins Hendrik der Nederlanden een
telegram van gelukwenschen is gezonden ter gelegenheid van
Hoogstdeszelfs verjaardag en dat daarop een dankbetuiging
is ingekomen; en dat op heden, den verjaardag van Hare
Koninklijke Hoogheid Prinses Juliana, eveneens een telegra
fische gelukwensch aan Hare Koninklijke Hoogheid is toe
gezonden.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter deelt mede, dat verder zijn ingekomen:
1°. Dispositie van Gedep. Staten ten geleide van de goed
gekeurde raadsbesluiten:
a. tot het aangaan van een overeenkomst met de gemeente
Nieuwkoop, betreffende de levering van electriciteit aan die
gemeente en tot wijziging van de desbetreffende overeen
komsten met de gemeenten Nieuwveen, ter Aar en Zeven
huizen
b. tot overdracht in eigendom van een perceel grond aan
de Javastraat hoek Driftstraat, aan de Vereeniging tot oprichting
en instandhouding van scholen voor lager en meer uitgebreid
lager onderwijs op Gereformeerden grondslag te Leiden;