50 goedkeuring te willen hechten aan deze verbreeding volgens de hierbijgaande teekening. 't Welk doende enz., De Leidsehe Duinwater Maatschappij Leiden, 28 Maart 1928. Ch. van Spall. N°. 97. Leiden, 14 Mei 1928. Aangezien het op de overgelegde teekening in paarse kleur aangeduide, bij de eigenaren der belendende perceelen Nis 7 tot en met 12 in particulieren eigendom zijnde ge deelte van de Eijnkade tusschen de Munnikenbrug en de Oosterstraat in slechten toestand van onderhoud verkeerde, verzochten wij eenigen tijd geleden de betrokken eigenaren, hierin afdoende verbetering te brengen. Dezen richtten zich daarop tot ons College, met het verzoek, te bevorderen, dat dit gedeelte van de Eijnkade waarvan het op de teekening in gele kleur aangeduide gedeelte reeds aan de gemeente behoort door de gemeente in eigendom en onderhoud zou worden overgenomen. Het komt ons voor, dat er, nu het verkeer over de Eijn kade ten gevolge van de toegenomen bebouwing ter plaatse en het in verbinding brengen van de Oosterstraat via de Evertsenstraat met den Zijlsingel gaandeweg van karakter veranderd is, in het algemeen aanleiding bestaat, op dit verzoek in te gaan, waarbij tevens de Munnikenbrug zelve, welke thans aan de gemeente te zamen met den eigenaar van het belendende perceel n°. 7 behoort, geheel in eigen dom en onderhoud bij de gemeente ware over te nemen. Intusschen meenden wij, dat hierbij moest worden vastge houden aan den gebruikelijken eisch, dat de helft van de kosten van herstel en bestrating door de eigenaren zou worden gedragen, zijnde ter zake van het betrokken gedeelte van de Eijnkade, lang 58 Meter, voor de 4 eigenaren der 6 desbetreffende kadastrale perceelen te zamen een be drag van 555.te verdeelen naarmate van de grootte van ieders stuk, en voor den mede-eigenaar van de Munniken brug bovendien een bedrag van f 150..Voor rcLening van de gemeente blijven alsdan de andere helft van deze kosten, de volle kosten van het herstel van de beschoeiing en de kosten van het verdere onderhoud. De dadelijke uitgaven, voor de gemeente aan een en ander verbonden, worden op ƒ4765.geraamd. Blijkens de ter visie liggende verklaringen zijn de eigenaren bereid tot betaling van de gevraagde bijdragen, weshalve wij Uwe Vergadering alsnu in overeenstemming met de Commissie van Fabricage in overweging geven a. te besluiten tot kostelooze overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente van het gedeelte van de Eijnkade, kadastraal bekend gemeente Leiden Sectie K, Nis 1314,1315, 712, 2021, 2022 en 3077 gedeeltelijk, zoomede van het net reeds in eigendom aan de gemeente toebehoorende gedeelte van de Munnikenbrug. nadat door de respectievelijke eige naren dier perceelen een bedrag van 555.en door den mede-eigenaar van de Munnikenbrug een bedrag van 150. in de gemeentekas is gestort; b. door vaststelling van den hierbij overgelegden begroo- tingsstaat model D, ten behoeve van de verbetering van de Eijnkade met bijbehoorende werken een bedrag van 5470. te onzer beschikking te stellen. Op den post voor Onvoor ziene Uitgaven, waarvan een gedeelte van deze som, ten bedrage van 4765.moet worden afgeschreven, is nog 41.500 beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 98. Leiden, 14 Mei 1928. Nabij den ingang van de Stadshulpwerf aan de Oude Heerengracht bevindt zich een klein terrein, dat door een houten schutting van de openbare straat is afgescheiden en waarop een kantoortje staat van de voormalige zweminrich ting in den Heerensingel, een zandhok, een urinoir en soort gelijke opstallen; een en ander verkeert in een vrij onoogelijken toestand. Het komt ons gewenscht voor, deze opstallen en de schutting af te breken, het daardoor vrijkomende terrein aan den openbaren weg te verhelen en opnieuw te bestraten en het af te scheiden van het terrein van de Stadshulpwerf door een ijzeren hek op gemetselde borstwering, waarin een dubbele deur toegang geeft tot het opslagterrein. Ter afslui ting van de aldus ontstane verbreeding naar de zijde van het water zal de bestaande walmuur aan de zijde van de Heerenpoortsbrug over een lengte van 6 Meter tot aan de nieuwe afscheiding moeten worden doorgetrokken, terwijl op den verlengden walmuur een ijzeren walbalie zal worden gesteld. Het plan voorziet verder in het maken van een gemetseld twee persoons-urinoir op het verbreede gedeelte. In overeenstemming met de Commissie van Fabricage hebben wij gemeend de aan te brengen voorzieningen voors hands tot de bovenaangeduide werkzaamheden, waarmee een bedrag van 3000.gemoeid zal zijn, te moeten be perken en ter vermijding van niet strikt noodzakelijke kosten eene aanvankelijk in dit plan opgenomen, vrij kost bare verbetering van het eigenlijke terrein van de Stads hulpwerf voorloopig achterwege te moeten laten. Wij geven U alsnu in overweging, door vaststelling van den overgelegden begrootingsstaat, ten behoeve van het afbreken van verschillende opstallen aan de Oude Heeren gracht, het opnieuw bestraten van het daardoor vrijkomende terrein, het plaatsen daarop van een urinoir, het verlengen van den bestaanden walmuur naast de Heerenpoortsbrug tot aan het terrein van de Stadshulpwerf en het maken van een nieuwe afscheiding tusschen die werf en het vrijkomend terrein, een bedrag van 3000.te onzer beschikking te stellen. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven, waarvan be doeld bedrag zal moeten worden afgeschreven, is nog 36.735.beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 99. Leiden, 14 Mei 1928. De heer Jacobus Plu alhier heeft als eigenaar van het perceel Maresingel 22 de gemeente Leiden, benevens de Naamlooze Vennootschap tot Aanneming van Bouw- en Grondwerken voorheen W. Visser en Zoon te Wassenaar als aanneemster voor de gemeente van de rioleeringswerken in den Maresingel, voor de arrondissementsrechtbank te 's-Gra- venhage doen dagvaarden, teneinde zich te hooren veroor- deeleu tot vergoeding van alle kosten, schaden en interessen, welke volgens de dagvaarding ter zake van de schade aan het genoemde perceel tengevolge van de uitvoering van de bedoelde werken ontstaan, reeds geleden of nog te lijden zijn. Onder verwijzing naar het ter inzage gelegde advies van den rechtsgeleerden raadsman der gemeente, deelen wij U mede, dat, naar het ons voorkomt, tegen den ingestelden eisch verweer behoort te worden gevoerd. Wij geven Uwe vergadering mitsdien in overweging, te besluiten, dat de gemeente zoowel in eersten aanleg, als, zoo noodig, in hooger beroep, verweer zal voeren tegen den eisch, welke door Jacobus Plu voor de arrondissements rechtbank te 's Gravenhage tegen haar is ingesteld ter zake van schade, ontstaan aan het perceel Maresingel 22 in ver band met het doen leggen van een stamriool aan den Maresingel. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 100. Leiden, 14 Mei 1928. Naar aanleiding van het hierachter afgedrukt in onze handen om praeadvies gesteld adres van een drietal orga nisaties van transportarbeiders merken wij allereerst op, dat de verordening op het rijden reeds verbodsbepalingen bevat nopens het besturen van rijtuigen door jeugdige personen in den geest, als volgens adressant in 's-Gravenhage en Amsterdam gelden. Art. 2 dier verordening verbiedt o. m. aan personen bene den den leeftijd van 16 jaar het besturen van rijtuigen op den openbaren weg zonder voldoend toezicht, terwijl art. 3 dierzelfde verordening aan eigenaars, bezitters of gebruikers van rijtuigen o. m. verbiedt zoodanig besturen door personen beneden genoemden leeftijd toe te laten. Uitbreiding van die verbodsbepalingen in het belang van de veiligheid van het verkeer overeenkomstig de volgens het adres in Botterdam bestaande voorschriften, achten wij verder niet noodig; de behoefte aan zulk een uitbreiding is hier nog nimmer gebleken. Het moge waar zijn, dat in Botterdam personen beneden den 18 jarigen leeftijd als koetsier geen dienst mogen doen en personen boven dien leeftijd sléchts, wanneer zij voorzien zijn van een plaatselijk rijbewijs, uit het oog moet niet worden verloren, dat het verkeer in die gemeente van geheel anderen aard is dan in deze gemeente en dat beide gemeenten ten deze geenszins met elkander zijn te vergelijken. Wij geven U mitsdien in overweging op het verzoek niet in te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1928 | | pagina 2