47 fraaie kerkgebouw versnelling van het tempo in de uitvoering van de restauratiewerken ten zeerste aanbeveling verdient, kan ons College zich met deze regeling, en dus ook met de verhooging van de gemeentelijke subsidie, alleszins vereenigen. In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging: A. aan de Gemeente-Commissie van het Nederduitsch Her- vormdKerkgenootschap gedurende 10 achtereenvolgende jaren, aanvangende met het jaar 1928, een bijdrage te verleenen van ƒ3000.'sjaars in de restauratiekosten van de Pieters kerk, alhier, onder voorwaarde: 1°. dat de bijdragen uit de kerkelijke fondsen en van particulieren in de kosten dier restauratie tezamen jaarlijks ten minste ƒ4515.bedragen; 2°. dat na afloop van ieder jaar door de Gemeente- Commissie verslag wordt uitgebracht van de in dat jaar verrichte werkzaamheden en de daaraan verbonden kosten; en 3°. dat de uitbetaling niet zal plaats hebben, wanneer in een bepaald jaar het bedrag der aan de restauratie verwerkte gelden minder dan 30.100.mocht blijken te hebben be dragen B. vast te stellen den hierbij overgelegden begrootings- staat, model E, dienst 1927. Op den post voor „Onvoorziene uitgaven", waarvan het bedrag ad 3000.behoort te worden afgeschreven, is nog 43.700.beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 90. Leiden, 24 April 1928. Bij raadsbesluit van 29 Maart 1920 (Ingek. Stukken No. 99) werd aan de vereeniging 's Zomers Buiten voor den bouw van een dubbele vacantiewoning te Katwijk uit de gemeen tekas onder hypothecair verband een voorschot van ƒ5000. - verstrekt. De rente werd op 4 gesteld, hetgeen, waar de rentestand toen 6 was, beteekende een gemeentelijk subsidie van 2 van het onafgeloste kapitaal. Ook ten aanzien van de aflossing stelde de gemeente gemakkelijke condities, door hiervoor een termijn van 50 jaren toe te staan. Een jaar tevoren had de vereeniging reeds een dubbele vacantiewoning met van particulieren geleende gelden ge sticht, zoodat zij nu de beschikking verkreeg over 4 huisjes. Het doel van den bouw der woningen was: den arbeider met zijn geheele gezin in een rustige, stille, aan natuurschoon rijke omgeving zijn vacantie te laten doorbrengen, terwijl, naar men in ons aangehaald voorstel kan lezen, de exploi tatie toen loonend werd geacht. In den loop van het vorige jaar richtte de vereeniging tot ons College een uitvoerig adres hetwelk in de Lees kamer ter visie is neergelegd waarin zij mededeelde, dat de financieele resultaten der exploitatie van de laatste jaren zeer ongunstig waren. Om den financieelen toestand te kunnen verbeteren, verzocht zij vrijstelling van rentebetaling gedurende 5 jaren, alsmede uitstel van de aflossing gedurende een zekeren tijd. Zij verwachtte op deze wijze weder orde op de financiën te kunuen stellen en geleidelijk weder een sluitende exploitatie rekening te kunnen maken. De oorzaak van den achteruitgang is wel in de eerste plaats de weinige vraag, die naar deze woningen bestaat. Zooals in het adres wordt uiteengezet, is deze geringe vraag een alleszins verklaarbare omstandigheid, omdat zij, die voor heen van uit Amsterdam, Utrecht en Botterdam bij de ver eeniging kwamen, nu Noordwijk prefereeren. Voorts is het aantal gegadigden verminderd door de exploi tatie van 's Zomers Buiten te Soest, gesticht door de Amster- damsche Gemeentewerklieden, welke vermindering verwacht wordt nog grooter te worden tengevolge van de oprichting van het „Troelstra-oord". Deze door het bestuur der vereeniging zelf aangegeven oorzaken van de financieele moeilijkheden rechtvaardigen de opvatting, dat de inrichting te Katwijk niet meer in een behoefte voorziet en daarom een mislukking is geworden. Inwilliging van het verzoek zou de vereeniging slechts een tijdelijke vermindering van lasten geven van 275. per jaar. Kon nu worden aangenomen, dat door het verleenen van die faciliteiten zich een voldoend grooter aantal gega digden zou aanbieden, dan zou, mede met het oog op het financieele belang van de gemeente, aanvaarding van het voorstel der vereeniging, indien daartegen overigens geen bezwaren bestonden, wellicht gewenscht zijn. Doch naar onze meening zal een dergelijke verwachting blijken ijdel te zijn. Bovendien is de gemeente bij de inrichting, in verband met het geringe aantal Leidsche arbeiders, dat er gebruik van maakt, thans weinig geïnteresseerd, zoodat bij inwilliging van het verzoek aan de ten laste van de gemeente komende subsidies een extra-subsidie wordt toe gevoegd voor een doel waarbij de gemeente slechts een ver wijderd belang heeft. Voorts zou het te voorbarig zijn, thans reeds algeheele vrijstelling van rente voor 5 jaren en uitstel van aflossing te verleenen. Al deze omstandigheden in aanmerking genomen, kan men o. i. met grond van oordeel zijn, dat het belang der gemeente juist meebrengt baar vorderingen te handhaven en mitsdien het verzoek zonder meer af te wijzen. Intusschen gelooft het bestuur wel aan de levensvatbaar heid van de vereeniging, mits door het verleenen van eenige tijdelijke faciliteiten haar slechts de kans wordt geboden, er boven op te komen. Naar uit het vorenstaande bleek betwijfelen wij echter, of de vereeniging zelfs met de ge vraagde faciliteiten nieuw leven kan worden ingeblazen, doch waar het bestuur nog steeds vertrouwen in de toe komst koestert, willen wij de vereeniging niet de gelegenheid onthouden te toonen, dat zij inderdaad levensvatbaarheid bezit. Kunnen wij daarbij niet zoo ver gaan als de vereeni ging wenscht, een tegemoetkoming echter in zooverre, dat de rente, ongeveer in evenredigheid tot de sedert 1920 inge treden daling van den rentestand, over de jaren 1927 en 1928 wordt verlaagd van 4 tot 2| en dat de aflossing voor die beide jaren wordt opgeschort, achten wij wel toelaatbaar. In den loop van 1929 kan de zaak zoo noodig nader onder oogen worden gezien. Zou echter dit hernieuwde onderzoek bevestigen, dat de vereeniging er niet bovenop kan komen, dan bestaat er voor de gemeente o. i. geen aan leiding tot het verleenen van verdere tegemoetkomingen, omdat dan immers voldoende is komen vast te staan, dat het doel, waarvoor de gemeente het voorschot verstrekte, is vervallen. Het verleenen van een doorloopende machtiging aan ons College inzake verlaging van rente en opschorting van aflossing, achten wij met het oog op de wettelijke bepalingen niet geoorloofd en ook niet noodig en gewenscht Mochten wij b.v. te zijner tijd verlenging van den maatregel wenschelijk achten, dan stellen wij er, afgezien reeds van de bedoelde wettelijke bezwaren, prijs op, dat Uwe Vergadering daarover zelf nader beslist. Uiteraard kan een daartoe strekkend voorstel zóó tijdig aanhangig gemaakt en behandeld worden, dat de vereeniging niet behoeft te vreezen door deze admi nistratieve wijze vau handelen in de exploitatie te worden bemoeilijkt. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging te bepalen a. dat de rente over het aan de vereeniging ,,'s Zomers Buiten" bij raadsbesluit van 29 Maart 1920 voor den bouw van een dubbele vacantie-woning te Katwijk verstrekte voorschot, oorspronkelijk groot 5000.voor de jaren 1927 en 1928 wordt verlaagd van 4% tot 2|% per jaar; b. dat de aflossing van dit voorschot gedurende de jaren 192 en 1928 wordt opgeschort, zoodat de eerstvolgende aflossing weder zal zijn verschuldigd op 1 Juli 1929. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 91. Leiden, 24 April 1928. Onder verwijzing naar hetgeen wij in onze voorstellen van 10 Mei 1926 en 4 April 1927 (Ingek. Stukken Nis 99 en 75) mededeelden nopens het indienen van bezwaren en het instellen van beroep ingevolge het bepaalde bij art 265 i der Gemeentewet, met betrekking tot de toepassing van de artikelen der Gemeentewet regelende de belastingplichtigheid voor de plaatselijke belasting naar het inkomen wegens hoofdverblijf en als forens, stellen wij U voor te besluiten tot het instellen van beroep tegen de in de Leeskamer ter visie liggende beslissing van Gedeputeerde Staten van Zuid- Holland, waarbij de aanslag in de forensenbelasting dezer gemeente, over het belastingjaar 1924/25 opgelegd aan den op bij de stukken gevoegd en staat vermelden persoon, werd vernietigd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. GROEN ZOON,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1928 | | pagina 7