GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
41
I\U£KII)I>:\ STITKKEJf.
N°. 74. Leiden, 20 April 1928.
Krachtens het Kon. Besluit van 22 December 1927, S.
400, is op 1 Maart 1928 de Bioscoopwet in werking getreden.
Deze wet bevat o. m. bepalingen omtrent het toelaten van
kinderen beneden 18 jaar tot openbare bioscoopvoorstellin
gen, in verband met de aldaar vertoonde films,, en de keu
ring van die films. De wet voorziet mitsdien in het onder
werp, voorheen door de verordening van 14 Januari 1915
betreffende het toelaten van kinderen tot lichtbeeldenver-
tooningen (zie Gem. Blad 1923, N°. 21) geregeld, zoodat deze
verordening ingevolge art. 151 der Gemeentewet met ingang
van 1 Maart 1928 van rechtswege vervallen is.
Aangezien het voor de goede orde gewenscht is, de ver
ordening uitdrukkelijk in te trekken, geven wij Uwe ver
gadering in overweging, vast te stellen de volgende:
VERORDENING,
houdende intrekking van de verordening van 14 Januari 1915
(Gem. Blad No. 2), betreffende het toelaten van kinderen
tot lichtbeéldenvertooningen, laatstelijk gewijzigd bij de
verordening van 30 Juli 1923 (Gem. Blad No. 21).
Eenig artikel.
Bovengenoemde verordening wordt, gerekend te zijn inge
gaan met 1 Maart 1928, ingetrokken.
De Commissie voor de Strafverordeningen,
V oorzitter.
van Deventer, Secretaris.
Aan den Gemeenteraad.
N°. 75. Leiden, 20 April 1928.
Het is gebleken, dat de politie over onvoldoende middelen
beschikt, om op te treden tegen hen, die hun automobiel
of ander vervoermiddel dikwijls urenlang voor café's e. d.
laten staan en dientengevolge in verband met de plaats,
waar, en den tijd van den dag, waarop zulks gebeurt, een
ernstige belemmering van de passage veroorzaken. Ilet is
mitsdien gewenscht de desbetreffende bepaling van de ver
ordening op het Bijden uit te breiden in dier voege, dat
zoodanige belemmering niet alleen verboden is op stoepen,
trottoirs, voet- of klinkerpaden, doch op den geheelen
openbaren weg, en voorts een overeenkomstige bepaling, als
deze, welke alleen voor motorrijtuigen en rijwielen geldt, in
het leven te roepen voor voertuigen.
Wij geven U derhalve in overweging, vast te stellen de
volgende:
VERORDENING,
tot wijziging van de verordening van 23 Mei 1912 (Gem. Blad
No. 18) op het Rijden, laatstelijk gewijzigd bij de ver
ordening van 31 October 1927 (Gem.NBlad No. 19).
Artikel I.
Achter artikel 20 van bovengenoemde verordening wordt
ingevoegd
„Art. 20 bis.
Het is den bestuurders van voertuigen verboden, deze op
den openbaren weg te plaatsen of te laten staan, aldus, dat
daardoor de passage belemmerd wordt."
Art. II.
Artikel 32 wordt gelezen als volgt:
„Het is den bestuurders van motorrijtuigen en rijwielen
verboden, deze op den openbaren weg te plaatsen of te laten
staan, aldus, dat daardoor de passage belemmerd wordt."
De Commissie voor de Strafverordeningen,
Voorzitter.
van Deventer, Secretaris.
Aan den Gemeenteraad.
N°. 76. Leiden, 20 April 1928.
In haar hierachter afgedrukt adres verzoekt de Vereeniging
van Bier- en Limonadehandelaren en Mineraalwaterfabrikanten
alhier Uwe Vergadering, bepalingen in het leven te roepen
met betrekking tot de Zondagsrust in deze bedrijven. Hierbij
sluit zich aan het eveneens hierachter afgedrukte adres van
de Secretarissen der te Leiden gevestigde afdeelingen van
de Nederlandsche Vereeniging van Fabrieksarbeiders, den
Nederlandschen Bond van Christelijke Fabrieks-, Haven- en
Transportarbeiders, den Nederlandschen Bond van Roomsch-
Katholieke Fabrieksarbeiders „St. Willibrordus" en den
Nederlandschen Boomsch-Katholieken Transportarbeiders-
bond „St. Bonifacius", in welk adres een verbod tot bezor
ging op Zondag ten bate van het personeel in deze bedrijven
wordt verzocht.
Het komt ons voor, dat tegen inwilliging van het verzoek
der werkgevers, dat tevens het verzoek der werknemers
omvat, geen bezwaar bestaat, te meer, nu blijkens het adres
der werkgevers ook de niet bij de adresseereride vereeniging
aangesloten handelaren en fabrikanten in de betrokken
branche alle hun instemming hebben betuigd en ook de
Leidsche Middenstandscentrale, aan welke Burgemeester en
Wethouders ten deze advies vroegen, en die een onderzoek
naar het gevoelen van de afnemers der betrokken bedrijven
instelde, gunstig adviseert.
De te maken bepalingen kunnen zich aansluiten bij de
soortgelijke bepalingen, welke in 1925 met betrekking tot
melkwinkels en de bezorging van melk in de Verordening
op de Winkelsluiting werden opgenomen. De titel der ver
ordening zal echter alsdan, aangezien de betrokken bedrijven
wel winkels kunnen, doch niet behoeven te zijn en het
bezorgverbod voorts verder dan het sluitingsgebod reikt en
dus zelfstandige beteekenis heeft, eenige uitbreiding moeten
ondergaan
Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging, vast
te stellen de volgende
VERORDENING
tot wijziging van de verordening van 10 Juli 1913 (Gem.Blad
No. 21) op de Winkelsluiting, laatstelijk gewijzigd bij
verordening van 26 September 1927 (Gem. Blad No. 16).
Artikel I.
De titel van bovengenoemde verordening wordt gelezen
als volgt:
„Verordening op de Winkel- en bedrijfssluiting en het
bezorgen van waren".
Artikel II.
In artikel 1 wordt in plaats van „en le" gelezen: „le
en 1 f".
Artikel III.
Achter artikel 1 e wordt ingevoegd
„Art. 1 f.
Het is verboden aan een bier- en limonadehandelaar en
mineraalwaterfabrikant, des Zondags, op Hemelvaartsdag,
zoomede op den eersten Kerstdag en Nieuwjaarsdag, voor
zoover deze dagen niet op Zondag vallen, zijne bedrijfs-
lokaliteiten voor het publiek geopend te hebben op andere
uren, dan van des voormiddags 7 tot 10 uur.
De bepaling van het eerste lid is niet van toepassing
voor zoover den verkoop van ijs en koolzuur betreft.
Burgemeester en Wethouders kunnen in bijzondere ge
vallen van het in het eerste lid vermelde verbod algemeene
of bijzondere ontheffing verleenen".
Artikel IV.
In artikel 4 wordt inplaats van „en 1 e" gelezen „1 e
en 1 f", en wordt achter „winkels" ingevoegd „of bedrijfs-
lokaliteiten".
Artikel V.
Achter artikel la wordt ingevoegd
„Art. 1b.
Het is verboden aan een bier- en limonadehandelaar en
mineraalwaterfabrikant, des Zondags, op Hemelvaartsdag,
zoomede op den eersten Kerstdag en Nieuwjaarsdag, voor
zoover deze dagen niet op Zondag vallen, zijn handelswaar
A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN,
A. YAN DE SANDE BAKHUYZEN,