24 N°. 46. Leidon, 27 Februari 1928. Bij besluit van 30 Mei 1927 (Ingek. Stukken No. 113) heeft Uwe Vergadering goedgekeurd, dat de Leidsche Duin water Maatschappij haren watervang onder de gemeenten Katwijk en Wasenaar vergroot door uitbreiding van het kanaal met een lengte van 1210 M., het plaatsen van 12 putten met mammouth-pompen en verlenging der lucht- persleiding met bijkomende werken. De ligging van het nieuwe kanaalgedeelte was, gelijk op de teekening in wit is aangeduid, in een terrein, dat door het Kijk aan de gemeente ten behoeve van de waterleiding in erfpacht is gegeven. Blijkens haar, hierachter afgedrukt, adres is met het Kijk nog geen overeenstemming verkregen inzake het afvoeren van zand van dat terrein. De Maatschappij wenscht mitsdien, teneinde te voorkomen dat de vermeerdering van water productie, die met de uitbreiding wordt beoogd, niet ver kregen wordt vóór de periode van het grootste waterverbruik in den aanstaanden zomer, aan het nieuwe kanaalgedeelte bij behoud van dezelfde lengte een ander beloop te geven, zoodanig, dat het geheel komt te liggen in terrein, dat aan de Maatschappij in eigendom toebehoort; de nieuwe ligging is op de overgelegde teekening in zwart aangegeven. Tegen inwilliging van het verzoek der Maatschappij om goedkeuring op dit gewijzigde plan, waardoor het oorspron kelijke plan in wezen geen verandering ondergaat, hebben noch de Commissaris der gemeente bij de Leidsche Duin water Maatschappij, noch de Commissie van Fabricage be zwaar, terwijl ook de Gezondheidscommissie alhier bericht heeft, zich met de voorgenomen uitbreiding te kunnen vereenigen. Wij geven U mitsdien in overweging, met wijziging van Uw besluit dd. 30 Mei 1927 ter zake, goed te keuren, dat de Leidsche Duinwater Maatschappij haren watervang onder de gemeenten Katwijk en Wassenaar vergroot door uit breiding van het kanaal met een lengte van 1210 M., het verplaatsen van 12 mammouthpompen en verlenging der luchtpersleiding met bijkomende werken, een en ander gelijk op de overgelegde teekening in zwart is aangegeven, zulks onder de gebruikelijke voorwaarde, dat de Commissaris der gemeente bij de Leidsche Duinwater Maatschappij bevoegd zij, zich in de uitoefening van zijn toezicht op de uitvoering der werken te doen vertegenwoordigen door den Directeur der Gemeentewerken, met dien verstande, dat op- of aan merkingen slechts door tusschenkomst van den Commissaris bij de Directie der Maatschappij zullen worden aangebracht. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Onder verwijzing naar ons verzoekschrift d.d. 14 April 1927 tot het maken van eenige werken van uitbreiding aan onzen watervang onder Wassenaar en waaraan Uw Raad in zijne vergadering van 30 Mei 1927 zijn goedkeuring hechtte hebben wij de eer te berichten, dat door het Rijk, Departe ment van Financiën bezwaren zijn gemaakt tegen den afvoer van zand van gronden, in erfpacht bij Uwe Gemeente; dat die bezwaren wellicht uit den weg kunnen worden geruimd, doch dat de onderhandelingen daarover te veel tijd doen verloren gaan, om onze werken tijdig gereed te hebben vóór de periode van het grootste waterverbruik in den komenden zomer. Redenen waarom wij Uwen Raad verzoeken zijne goed keuring te willen hechten aan het hierbijgaande gewijzigde ontwerp, waarbij uitsluitend wordt gebruik gemaakt van aan onze Maatschappij in eigendom toebehoorende gronden, en waardoor wij dadelijk na ontvangst van 's Raads goedkeu ring met het werk kunnen beginnen. 't Welk doende enz. De Leidsche Duinwater Maatschappij J. v. Spall, Adj.-Dir. Leiden, 15 Februari 1928. N°. 47. Leiden, 27 Februari 1928. Op 30 Augustus 1926 besloot Uwe Vergadering overeen komstig ons voorstel (Ingek. Stukken No. 179) gelden be schikbaar te stellen voor de demping en rioleering van het Zuidelijk gedeelte van de sloot langs de Os- en Paardenlaan van den Heerensingel af tot aan de Verlengde Nassaustraat en voor de verbreeding en bestrating van dat gedeelte van de Os- en Paardenlaan. Een voorstel tot overneming van den grond zou te zijner tijd bij U aanhangig worden gemaakt. Inmiddels bereikte ons evenwel een verzoek van de Gebr. de Leeuw, om ook het tweede, Noordelijk gedeelte van de sloot langs de Os- en Paardenlaan, aansluitende aan het reeds gedempte Zuidelijk gedeelte over een lengte van 75 M. in orde te doen maken. Nadere onderhandelingen, dienaangaande gevoerd, hebben ten slotte onder voorbehoud van Uwe goedkeuring tot volledige overeenstemming geleid op de basis als in de ter visie liggende stukken is aan gegeven. Vereenigt Uwe Vergadering zich met een en ander, dan zal aanstonds ook tot demping, rioleering en bestrating van het tweede gedeelte van de sloot langs de Os- en Paardenlaan worden overgegaan. Voorts kunnen thans beide gedeelten van de betrokken eigenaren bij de gemeente worden overgenomen. Wij geven U alsnu, in overeenstemming met de Commissie van Fabricage, in overweging: a. te besluiten kosteloos in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen de perceelen kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie K nis 1895, 2955, 3784 en 3786, alle op de overgelegde situatieteekening, gemerkt II, in ioode kleur aangegeven; b. te besluiten kosteloos in eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen een gedeelte van de perceelen, kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie K Nis 2157, 2662, 457, 3430 en 3614, op de overgelegde situatieteekening, gemerkt II, in gele kleur aangegeven, zulks onder de ter visie liggende voorwaarden c. door vaststelling van den overgelegden begrootingsstaat ten behoeve van de demping en rioleering van het noordelijk gedeelte van de sloot langs de Os- en Paardenlaan en de verbreeding en bestrating van het overeenkomstige gedeelte van die laan, gelijk nader op de situatieteekening, gemerkt I, in rose kleur is aangegeven, een bedrag te onzer be schikking te stellen, groot 6225. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 48. Leiden, 27 Februari 1928. Eenigen tijd geleden verzocht het bestuur der Roomsch- Katholieke Parochiale Jongensscholen onder Roomsch-Katho- liek Parochiaal Kerkbestuur te Leiden een gedeelte, groot 338 M2., van het perceel kad. bekend gemeente Leiden, Sectie O. No. 1213, gelegen aan de Oltmansstraat en de Potgieterlaan, van de gemeente te mogen koopen ten be hoeve van toekomstigen scholenbouw. Aangezien tegen verkoop van bedoelden grond bij ons geen bezwaren bestonden, deelden wij genoemd bestuur, overeenkomstig het advies van de Commissie van Fabricage, mede, dat wij bereid waren Uwe Vergadering voor te stellen den grond te verkoopen tegen den prijs van 7.50 per M2. Het schoolbestuur ging met dien prijs accoord, doch ver zocht tevens het aan de gemeente overblijvend en voor straat bestemd gedeelte van perceel, Sectie O. 1213, in gebruik te mogen ontvangen, teneinde niet genoodzaakt te zijn afscheidingen te maken; de bestaande slooten zouden dan voorloopig als afscheiding kunnen blijven dienen. Ook tegen inwilliging van dit verzoek bestaat noch bij bij de Commissie van Fabricage, noch bij ons College bezwaar, mits als erkenning van het eigendomsrecht der gemeente een jaarlijksche vergoeding van 1.wordt betaald. Van deze gelegenheid maken wij gebruik Uwe Vergadering voor te stellen de Potgieterlaan te doen doortrekken, waar door de bewoners van de Oltmansstraat, Nicolaas Beetsstraat en andere meer Zuidelijk gelegen straten een rechtstreekschen uitgang naar den Haagweg verkrijgen. De beide aangelegde gedeelten van de Potgieterlaan zullen daartoe met elkander moeten worden verbonden, doch de uit te voeren verharding zal slechts een voorloopige voorzie ning zijn en voorshands zich bepalen tot de breedte als op bijgaande kaart is aangegeven. Terwijl later, wanneer de aangrenzende grond wordt be bouwd, tot definitieven straataanleg zal worden overgegaan, wordt thans slechts een weg gemaakt, waarvan het noordelijk gedeelte, in aansluiting aan het bestaande pad, een breedte heeft van 2.30 M., doch die zich verderop allengs verwijdt, om ten slotte bij den te verkoopen grond de volle straat breedte te bereiken. De kosten van deze voorloopige voorziening worden geraamd op ƒ2.200.welke kunnen worden gevonden door afschrij ving van den post voor onvoorziene uitgaven, waarop thans nog ƒ42.300.beschikbaar is. De eigenaressen van den grond de Inrichting van Liefdadigheid voor Roomsch Katholieken (Meisjesscholen der

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1928 | | pagina 6