MAANDAG 23 JANUARI 1928.
13
zaak te Amsterdam een geheel andere is. De arbeiders van
verschillende richtingen hebben daar gevoeld niet zonder
ontwikkeling te kunnen. Dat wordt hier ook gevoeld, maar
in die gemeente voelde men direct, dat het niet kon zonder
gemeentehulp. In Leiden heeft het Instituut voor Arbeiders
ontwikkeling geprobeerd met andere kringen een z.g. algemeen
Comité te vormen, hetgeen op verschillende bezwaren is
afgestuit, waarvan een was, dat zij geen behoefte hadden aan
gemeentelijk subsidie; zij geven inderdaad arbeidersont
wikkeling op verschillend gebied, maar zij kunnen dat zelf
bedruipen. Alleen de arbeiders, die de heer van Stralen
vertegenwoordigt, kunnen het niet zonder bijdrage der
gemeente stellen. Wanneer dat Instituut zooveel kan doen,
komt het op die 24.toch niet aan. Indien het evenwel
een bijdrage wil krijgen, zal de zaak eerst op een andere
leest geschoeid moeten worden; dan zal het toch eerst een
algemeen, strikt neutraal comité moeten trachten te vormen,
zooals in Amsterdam en Haarlem b.v. Zooals het nu evenwel
is, kan het niet twijfelachtig zijn, of zij, die een andere
meening zijn toegedaan, kunnen niet anders doen dan met
het voorstel van Burgemeester en Wethouders meegaan.
De heer Elkerbout zegt, dat het in geen geval in zijn be
doeling ligt, dat wij den Voorzitter willen gebruiken om voor
verschillende gevallen het woord te doen voeren, zooals de
heer van Stralen zegt. Als het moet, zijn wij gaarne bereid,
zelf de zaken te behandelen.
De heer van Stralen zegt verder, dat de heeren er altijd
spoedig bij zijn om in krantjes te schrijven. Spreker weet
niet wie van de Raadsleden hij hiermede bedoelt. Vervol
gens zegt spreker, dat hij het voorstel van Burgemeester en
Wethouders volkomen goedkeurt. De Christelijke Besturen
bond vraagt ook niet om een gratis lokaal, rnaar wanneer
hij iets doet, wordt de zaalhuur ook door hem gedragen,
zooals dit morgen ook zal plaatsvinden ter gelegenheid van
een ontspanningsavond voor de werkloozen. Hij hoopt, dat
het voorstel van Burgemeester en Wethouders zal worden
aangenomen, waardoor ook andere besturenbonden voor der
gelijke aangelegenheden tegen dezelfde conditities van de
Gehoorzaal gebruik kunnen maken.
Om net voorstel van Burgemeester en Wethouders af te
stemmen, is er voor hem geen enkele reden, daar het z. i.
zeer acceptabel is.
De heer van Stralen geeft den heer Heemskerk toe, dat
deze zaak te Amsterdam door een comité wordt behandeld,
dat uit de verschillende richtingen is gevormd, maar wijst
er op, dat dat comité bij de gemeente gelden aanvraagt en
na ontvangst die distribueert onder de verschillende rich
tingen van de vakbeweging. Nu zegt de heer Heemskerk, dat
te Leiden de Roomsch-Katholieke organisatie geen steun
noodig heeft, maar spreker begrijpt niet waarom te Amster
dam de R. K. Volksbond over minder middelen te beschikken
zou hebben dan de Leidsche. De zaak staat echter zóó, dat
men het te Leiden niet wil. Volgens den heer Heemskerk
zou er, indien men wilde komen tot een subsidieering van
gemeentewege van ontwikkelingsdoeleinden in navolging van
Amsterdam, een comité moeten worden gevormd om die zaak
voor te bereiden, maar spreker wijst er op, dat, toen enkele
jaren geleden een voorstel is gedaan om een dergelijk comité
voor arbeidersontwikkeling op te richten op denzelfden grond
slag als dat te Amsterdam, daarvan juist door de bezwaren
van Roomsch-Katholieke zijde niets is gekomen. Spreker zou
wel eens willen probeeren een dergelijk comité tot stand te
brengen. Hetgeen te Amsterdam mogelijk is, is te Leiden ook
mogelijk, zij het op meer bescheiden voet. De Christelijke
Bestuurdersbond kan wel in »Pniël'' of «Prediker' een ontspan
ningsavond voor de werkloozen onder zijn leden geven, maar
het Instituut yoor Arbeidersontwikkeling wilde aan deze zaak
een meer algemeen karakter geven.
Met een stuk van Heijermans, vraagt de heer Goslingaaari
spreker. Toen spreker van het praeadvies kennis nam, heeft
hij een oogenblik gedacht, dat de reden van de afwijzing kon
zijn, dat de avond misschien niet neutraal genoeg zou wezen.
Hij wijst er echter op, dat «Schakels", het stuk, dat opge
voerd zal worden, niet alleen een neutraal karakter draagt,
maar volgens de burgerlijke pers een van de beste stukken
van Heijermans is, omdat er geen tendenz in ligt. Maar
bovendien, als het Gemeentebestuur bezwaar had tegen dit
programma, dan zou het Instituut bereid zijn in overleg
met Burgemeester en Wethouders een ander samen te stellen.
Het gaat er alleen om voor de duizend werkloozen en hun
gezinsleden de gelegenheid te scheppen van een ontwikke
lingsavond te genieten. Wil de meerderheid van den Raad
het niet doen, dan zal sprekers fractie daar niets aan kunnen
doen, maar dan zal het zeker niet de mooiste bladzijde van de
Leidsche geschiedenis zijn, die hedenmiddag geschreven wordt.
Met 21 tegen 12 stemmen wordt besloten afwijzend op het
verzoek te beschikken.
Vóór stemmen: de heeren Heemskerk, Manders, Bosman,
de Reede, Meijnen, van Tol, Kuivenhoven, Bergers, van der
Reijden, Eikerbout, Romijn, Wilmer, Tepe, Splinter, Goslinga,
van Es, Huurman, Wilbrink, van Rosmalen, Parmentier en
Spendel.
Tegen stemmen: de heeren Sijtsma,Burgerjon, Reimeringer,
van Stralen, Baart, Groeneveld, van Eek, Vallentgoed, mevrouw
Braggaarde Does, de heeren Schüller, Verwey en Kooistra.
XX. Verordening, houdende wijziging van de verordening
van 15 April 1909 (Gemeenteblad No. 3), tot voorkoming
van brand.
(Zie Ing. St. No. 21).
Algemeene beschouwingen worden niet gehouden.
De artikelen I tot en met VI worden achtereenvolgens
zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aangenomen,
waarna de geheele verordening eveneens zonder beraadslaging
of hoofdelijke stemming wordt vastgesteld.
De Voorzitter vraagt, of thans een der leden nog iets in
het belang van de gemeente in het midden heeft te brengen.
De heer Vallentgoed herinnert Burgemeester en Wet
houders aan hun belofte om praeadvies over zijn motie uit
te brengen.
üe Voorzitter zegt, dat de heer Vallentgoed een motie
heeft ingediend, luidende:
«De Raad, van oordeel,
dat het gewenscht is aan het personeel in dienst der gemeente
een vacantietoelage te verstrekken, noodigt B. en W. uit, een
daartoe strekkend voorstel in de Commissie voor georganiseerd
overleg aanhangig te maken, teneinde de organisaties in de
gelegenheid te stellen een voorstel tot verleening van een
vacantietoelage den raad te doen toekomen."
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de motie van
den heer Vallentgoed, die voldoende wordt ondersteund, in
handen te stellen van Burgemeester en Wethouders om
praeadvies.
De heer Vallentgoed wijst op den onhouabaren toestand
bij de Rijnkade; het eerste gedeelte wordt verbazend slecht
onderhoudenhet tweede gedeelte is in particulieren eigendom.
Daar heeft men tegenover de Oosterstraat een gat van zeker
M., dat ontstaan is bij den bouw van de Christelijke
school; het is daar zeer gevaarlijk, doordat er geen hek staat,
zooals bij alle andere straten, die op een vaart uitloopen en
menigeen is er al in den Rijn geloopen.
De Voorzitter zegt, dat die zaak reeds bij Burgemeester
en Wethouders in behandeling is, doch eenigermate aanzijn
aandacht is ontsnapt; spreker zal trachten haar zoo snel
mogelijk tot een beslissing te laten komen.
De heer Baart vraagt, of er voor de blinden, die door het
Burgerlijk Armbestuur worden ondersteund, niet eenig
productief werk kan worden gevonden, zooals in den Haag
het geval is, waar door die menschen bezems en borstels
worden vervaardigd. Kunnen die menschen het werk doen,
dan is het beter, dat zij daarmede wat verdienen dan dat
zij op het Burgerlijk Armbestuur zijn aangewezen.
De Voorzitter antwoordt, dat Burgemeester en Wethouders
oen voorstel hebben ontvangen van een Commissie, die zich
met deze zaak bemoeit en die inlichtingen in andere plaatsen
heeft ingewonnen. Burgemeester en Wethouders hopen spoedig
een decisie te nemen. De kosten vallen wel een weinig tegen,
maar spreker meent, dat er toch iets in de richting, door
den heer Baart aangegeven, moet worden gedaan.
De heer van Eck vraagt, wanneer de Raad het praeadvies
tegemoet kan zien op de motie betreffende de uitbreiding
van het aantal leden der Commissie van Fabricage en van
het Grondbedrijf. Er is indertijd spoed toegezegd.
De Voorzitter antwoordt, dat het praeadvies klaar is, maar
nog door Burgemeester en Wethouders behandeld moet worden.
De heer Splinter zegt, dat het praeadvies waarschijnlijk
niet in de volgende raadsvergadering aan de orde kan komen,
maar dat hij wel kan garandeeren, dat het in de daarop
volgende vergadering zal kunnen worden behandeld.
De heer van Eck vraagt waaraan Burgemeester en Wet
houders de bevoegdheid ontleenen tot het invoeren van een