15 N°. 38. Leiden, 7 Februari 1928. Wij hebben de eer U voor te stellen te besluiten tot verhooging van verschillende posten der gemeentebegrooting voor 1927, waarvan thans reeds bekend is, dat de uitge trokken bedragen onvoldoende zullen zijn, alsmede tot toe voeging van eenige nieuwe posten. De te verhoogen of toe te voegen posten zijn de na volgende: Volgn. 162. Achterstallige uitgaven van vorige dienstjaren 1.285. In verband met het raadsbesluit van 8 Augus tus jl. (Ingek. Stukken No. 171) tot toekenning van een bedrag van 1.285.aan de afdee- ling „Ziekenhuisverpleging" van de Coöperatie „Vooruit", wegens het derven over 1926 van eene bijdrage in de kosten van ziekenhuisver pleging van de leden dier afdeeling, moet dit volgn. met 1.285.worden verhoogd. Aangezien het juiste bedrag van de uitgaaf over 1927 nog niet bekend is, zal voor dat jaar nader een begrootingsregeling worden aange boden. Volgn. 173. Onderhouden en schoonhouden van het gebouw of vertrekbestemd voor de vergadering van den Baad en van Burgemeester en Wethou ders en voor de secretarie der gemeente 423. De uitgaven zullen 3.370.bedragen; zij waren geraamd op 7.947.—. De overschrijding wordt veroorzaakt door de kosten van de noodig gebleken uitvoering van belangrijke herstellingen aan de gevels van het Baadhuis en door de uitgaven voor ontsmet ting en reiniging van het voormalige politie bureau. Volgn. 203. Pensionneering van Wethouders 543.06 Tengevolge van de toekenning, met ingang van 6 September 1927, aan de oud-wethouders, de heeren A. Mulder, J. B. Meijnen enJ. F. X. Sanders van een pensioen van resp. 678. 511.en 511.is verhooging van dit volgnummer met 543.06 noodig. Volgn. 221. Benten van geldleeningen3.562.50 In Uwe Vergadering van 14 Maart 1927 (Ingek. Stukken No. 61) werd besloten tot het aan gaan van eene geldleening groot 1.500.000. bij het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds tegen eene rente van 4f per jaar, welke leening werd opgenomen 1 April 1927. De over het tijdvak van 1 Aprilultimo December 1927 te betalen rente zal dus op het dienstjaar 1927 eene uitgaaf vereischen van 53.437.50, van welk bedrag in verband met de bestemming, die aan de opbrengst van deze geldleening is gegeven, behoort te worden gebracht ten laste van Hoofdstuk II 3.562.50, van Hoofdstuk VI 29.568.75 en van Hoofdstuk VIII 7 20.306.25. Op Hoofdstuk VIII 7 wasjechter reeds voor de indertijd bij de Leidsche Spaarbank geslo ten doch inmiddels afgeloste 5f leening 27.075.uitgetrokken, terwijl thans, naar bleek, op deze paragraaf slechts een som van f 20.306.25 noodig is. Er komt derhalve een bedrag van 6.768.75 op deze vrij. Tegenover de verhooging van de Hoofdstuk ken II (volgn. 221) en VI (volgn. 310) met respectievelijk 3.562.50 29.568.75 33.131.25, staat dus eene verlaging van Hoofd stuk VIII 7 (volgn. 407) met 6.768.75, zoo dat ten slotte de feitelijke verhooging der uit gaven 33.131.25 6.768.75 26.362.50 bedraagt; zie verder de verhooging van volgn. 63 der Ontvangsten wegens rente van tijdelijk belegd kasgeld met 10.000.en de verlaging van volgn. 603 der Uitgaven wegens minder betaalde rente van tijdelijk opgenomen kasgeld met 12.000. Volgn. 229a. Subsidie aan de Leidsche Politie Sportvereeniging (nieuw volgnummer) 120. In Uwe Vergadering van 9 December j!. werd aan de Leidsche Politie Sportvereeniging een sub sidie van /1200.per jaar toegekend in de kosten van den opgerichten cursus tot beoefening van de sport door hare leden (zie ook Memorie van Antwoord begrooting 1928, pag. 40). Over 1927 moet deswege aan de vereeniging nog worden betaald 120. Volgn. 271. Kosten ter zake van de Huurcom- missiewet2.376.13 Deze kosten hebben over het tijdvak van .1 Januari tot en met 18 Juli 1927 ƒ2.376.13 bedragen. Aangezien in afwachting van de te nemen beslissing omtrent de opheffing van de huurcommissie de betrekkelijke posten op de begrooting voor 1927 voor „memorie" waren geraamd, dient dit volgn. op ƒ2.376.13 te wor den uitgetrokken. Het aandeel van het Bijk in de hierbedoelde kosten bedroeg 50% of ƒ1.188.06, terwijl door de buitengemeenten te zamen 100.18 werd bijgedragen. Zie de verhooging van de volgnrs 28 en 29 der ontvangsten met die bedragen. Volgn. 284. Jaarwedden van het personeel ten dienste van het beheer der openbare werkenvoor zoover niet onder de volgende volgnummers be grepen 2.065. De uitgaven op dit volgnummer zullen be dragen 85.130.zij waren geraamd op ƒ83.065.—. De overschrijding is een gevolg van de toe kenning van eene gratificatie ad ƒ1000.aan den Adjunct-Directeur der Gemeentewerken voor het gedurende ongeveer 5 maanden waarnemen van de betrekking van Directeur, tijdens de ziekte van den heer Driessen, alsmede van de aanstelling, met ingang van 1 September j.l., van een hoofdopzichter voor de bestratingen (Baads- besluit 25 Juli 1927). Volgn. 286. Onderhoud aan straten en pleinen 20.810. De uitgaven op dit volgnummer zullen ver moedelijk bedragen ƒ179.484.aanvulling van de beschikbaar gestelde som van 158.674.met ƒ20.810.is derhalve noodig. De kosten van het opbreken en herstraten van straten ten behoeve van de Stedelijke Lichtfabrieken, de duinwaterleiding, de tram wegmaatschappijen e.a., welke waren geraamd op ƒ25.000. zullen over 1927 ƒ39.000. dus 14.000.méér bedragen. Zij worden van de betrokken diensten en maatschappijen terug ontvangen. Voorts hebben nog eenige buitengewone uit gaven op dit volgnummer plaats gehad: 1° voor de herstrating (de kosten van verbetering van de rioleering zijn gebracht ten laste van volgn. 291) van de Eijndijkstraat ƒ1000.,2° voor den aanleg van een trottoir op de Turfmarkt 1.500.terwijl de verbetering van de Waardstraat eene uitgaaf van ƒ1.500.zal vereischen. Ten slotte hebben de kosten van den aanleg van een tegeltrottoir op den Nieuwen Bijn tusschen Burgsteeg en Heerengracht, waarvoor op de begrooting een bedrag van 7.000.— was uitgetrokken, de raming met f 1.800.over troffen. Tegenover deze meerdere uitgaven staat een ontvangst ad 2.000.van de vroegere eigenaren van de Bijndijkstraat als vergoeding van de door de gemeente gemaakte kosten van riolee- ringswerken en van herstrating (Ingek. Stukken No. 274 van 1927). Zie in verband met een en ander de ver hooging van volgn. 53 der Ontvangsten met 14.000.1- 2.000.— 16.000.—. Volgn. 310. Renten van geldleeningen ten laste van Hoofdstuk VI komende29.568.75 Zie de toelichting bij volgn. 221. Volgn. 312. Bijdrage aan Hoofdstuk VI van den Kapitaaldienst7.540. Ten laste van dit volgnummer moet nog worden gebracht: 1°. de 2e aflossing van gedeelte van de kosten der uitdieping van den Nieuwen Bijn tusschen Bijn-Schiekanaal en Singelbrug en van de daarmede gepaard gaande vernieuwing van de walbeschoeiïng. Aangezien de juiste kosten van bovenbedoelde werkzaamheden nog niet bekend zijn, wordt de aflossing over 1927 berekend over de bij Baadsbesluit van 17 Mei 1926 beschikbaar ge-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1928 | | pagina 7