houdende verbod tot bouw of herbouw op grond, gelegen aan den Zijlsingel tegenover de begraafplaats van het Nederduitsch Hervormd Kerkgenootschap; 14°. de Verordening van 14 April 1910 (Gem.Blad No. 30), houdende verbod tot bouw of herbouw op gronden, gelegen tusschen het Utrechtsche Jaagpad en den Hoogen Rijndijk, nabij de Roomburgerbrug; 15°. de Verordening van 14 April 1910 (Gem.Blad No. 31), houdende verbod tot bouw of herbouw op grond, gelegen op den hoek van de Heerenstraat en de Bloemistenlaan 16°. de Verordening van 14 April 1910 (Gem.Blad No. 32), houdende verbod tot bouw of herbouw op grond, gelegen aan de Heerenstraat op den hoek van de Wittelaan; 17°. de Verordening van 14 April 1910 (Gem.Blad No. 33), houdende verbod tot bouw of herbouw op grond, gelegen aan de Heerenstraat nabij den Witten Singel; 18°. de Ver rdening van 14 April 1910 (Gem.Blad No. 34), houdende verbod tot bouw of herbouw op grond, gelegen ten Noord Oosten van de Duivenbodestraat 19°. de Verordening van 14 April 1910 (Gem.blad No. 35), houdende verbod tot bouw of herbouw op grond, gelegen aan den Zoeterwoudscben weg in het verlengde van de Stadhouderslaan 20°. de Verordening van 21 December 1911 (Gem.Blad No. 34), houdende voorschriften ingevolge art. 37, litt. c, d ene, der Pandhuiswet 1910 (Stb. 321), welker overtreding strafbaar is gesteld bij de artt. 50 en 51 dier wet; 21°. de Verordening van 21 December 1911 (Gem.Blad No. 44), houdende voorschriften ingevolge art. 37, litt. der Pandhuiswet 1910 (Staatsblad 321); 22°. de Verordening van 2 Mei 1912 (Gem.Blad No. 14), regelende de verplichting der ingezetenen in geval van ver huizing binnen de gemeente, gewijzigd bij de verordening van 30 April 1914 (Gem.Blad No. 17); 23°. de Verordening van 2 Mei 1912 (Gem.Blad No. 15) op het houden van varkens en het maken van mestputten; 24°. de Verordening van 2 Mei 1912 (Gem.Blad No. 17), op de Straatpolitie, gewijzigd bij de verordeningen van 19 December 1912 (Gem.Blad No. 34), 6 Februari 1913 (Gem. Blad No. 3), 6 November 1913 (Gem.Blad No. 36), 22 Maart 1920 (Gem.Blad No. 12), 18 October 1920 (Gem.Blad No. 45), 12 December 1921 (Gem.Blad No. 51), 25 September 1922 (Gem.Blad No. 52), 21 Januari 1924 (Gem.Blad No. 3), 20 October 1924 (Gem.Blad No.28), 25 Juli 1927 (Gem.BladNo. 10) en 31 October 1927 (Gem.Blad No. 18); 25°. de Verordening van 23 Mei 1912 (Gem.Blad No. 18) op het Rijden, gewijzigd bij de verordeningen van 7 November 1912 (Gem.Blad No. 32), 5 Februari 1914 (Gem.Blad No. 1,) 18 Mei 1916 (Gem.Blad No. 10), 20 December 1917 (Gem. Blad No. 36), 18 October 1920 (Gem.Blad No. 30), 20 Juni 1921 (Gem.Blad No. 31), 24 April 1922 (Gem.Blad No. 20), 16 Juli 1923 (Gem.Blad No. 18), 26 November 1923 (Gem. Blad No. 37), 17 Maart 1924 (Gem.Blad No. 10), 16 Juni 3924 (Gem.Blad No. 16), 20 October 1924 (Gem.Blad No. 29), 26 Januari 1925 (Gem.Blad No. 1), 1 September 1925 (Gem. Blad No. 17), 26 October 1925 (Gem.Blad No. 23), 14 Juni 1926 (Gem.Blad No. 5), 22 November 1926 (Gem.Blad No. 20), 20 Juni 1927 (Gem.Blad No. 6) en 31 October 1927 (Gem. Blad No. 19); 26°. de Verordening van 10 Juli 1913 (Gem.Blad No. 21) op de Winkelsluiting, gewijzigd bij de verordeningen van 16 Januari 1919 (Gem.Blad No. 1), 29 Maart 1920 (Gem.Blad No. 13), 6 April 1925 (Gem.Blad No. 10) en 26 September 1927 (Gem.Blad No. 16); 27°. de Verordening van 18 September 1913 (Gem.Blad No. 43) op den aanleg van straten en wegen, gewijzigd bij de verordening van 1 Januari 1917 (Gem.Blad No. 13); 28°. de Verordening van 14 Januari 1915 (Gem.Blad No. 2) betreffende het toelaten van kinderen tot lichtbeeldenver- tooningen, gewijzigd bij de verordeningen van 23 November 1916 (Gem.Blad No. 21), 7 Juni 1920 (Gem.Blad No. 29) en 30 Juli 1923 (Gem.Blad No. 21); 29°. de Verordening van 18 Maart 1915 (Gem.Blad No. 5) tot wering en beteugeling der mazelen, gewijzigd bij de ver ordening van 29 Augustus 1921 (Gem.Blad No. 25); 30°. de Verordening van 18 Januari 1917 (Gem.Blad No. 5) op vergunnings- en verlofslokaliteiten en logementen, gewijzigd bij de verordeningen van 21 Juni 1917 (Gem.Blad No. 26), 24 October 1918 (Gem.Blad No. 39), 3 April 1919 (Gem.Blad No. 9), 25 September 1922 (Gem.Blad No. 54), 25 September 1922 (Gem.Blad No. 55), 30 Juli 1923 (Gem.Blad No. 22), 26 November 1923 (Gem.Blad No. 38) en 21 Januari 1924 (Gem.Blad No. 6); 31°. de Verordening van 30 Januari 1919 (Gem.Blad No. 2), regelende het toezicht op in Leiden vertoevende vreemdelingen 32°. de Verordening van 20 November 1919 (Gem.Blad No. 48), houdende voorschriften betreffende het register, bedoeld in artikel 437 van het Wetboek van Strafrecht; 33°. de Verordening van 20 November 1919 (Gem.Blad No. 49), ter voorkoming van gevaar voor begunstiging van misdrijven; 34°. de verordening van 26 Januari 1920 (Gem.Blad No, 5), tot aanwijzing van een plaats voor het oprichten, hebben of gebruiken van tapijtklopperijen binnen de gemeente Leiden 35°. de Verordening van 1 Februari 1921 (Gem.Blad No. 2), op de keuring van waren; 36°. de Verordening van 27 Maart 1922 (Gem.Blad No. 13), op den keuringsdienst van vee en vleesch, gewijzigd bij de verordening van 4 December 1922 (Gem.Blad No. 65); 37°. de Verordening van 3 April 1922 (Gem.Blad No. 18) tot beteugeling van het gebruik van tabak door kinderen, gewijzigd bij de verordening van 13 Juli 1925 (Gem.Blad No. 16); 38°. de Verordening van 17 Augustus 1922 (Gem.Blad No. 45) ter uitvoering van het bepaalde in de artikelen 5, 7, 8, 9, 13, 20, 28, 29 en 41 van de verordening van den 27en Maart 1922 (Gem.Blad No. 13) op den keuringsdienst van vee en vleesch der gemeente Leiden, gewijzigd bij de verordening van 12 Juli 1926 (Gem.Blad No. 12); 39°. de Verordening van 25 September 1922 (Gem.Blad No. 53) op het gebruik van het openbaar Slachthuis te Leiden 40°. de Verordening van 25 September 1922 (Gem.Blad No. 56) op de Veemarkt, gewijzigd bij de verordeningen van 16 Februari 1925 (Gem.Blad No. 5) en 17 Mei 1926 (Gem.Blad No. 4); 41°. de Verordening van 16 April 1923 (Gem.Blad No. 13) krachtens artikel 4, sub. 3°, der Hinderwet, betreffende het oprichten, hebben of gebruiken van slachterijen of vilderijen van vee, penserijen of darmwasscherijen; 42°. de Verordening van 4 December 1924 (Gem.Blad No. 35) op den verkoop van vuurwerk. De Commissie voor de Strafverordeningen, A. van de Sande Bakhuyzen, Voorzitter. VAN Deventer, Secretaris. Aan den Gemeenteraad. N°. 35. Leiden, 6 Februari 1928. Uit een ingesteld onderzoek is ons gebleken, dat de hier onder vermelde onbewoonbaar verklaarde woningen, die moeten zijn ontruimd op 3 Maart a.s., door de bewoners nog niet zijn verlaten. Aangezien het den bewoners van deze woningen tot nog toe niet is mogen gelukken een andere woning te vinden, bestaat er naar het oordeel van ons College aanleiding den termijn van ontruiming te verlengen tot 3 September a.s. In overeenstemming met het advies van de Gezondheids commissie en dat van de Commissie van Fabricage, geven wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging te bepalen, dat uiterlijk op 3 September 1928 moeten zijn ontruimd: de bij Raadsbesluit van 20 Februari 1922 onbewoonbaar verklaarde woningen Wernershof Nis 3 en 7, Willem Frederikspoort No. 5 en Paradijssteeg No. 58; de bij Raadsbesluit van 12 Februari 1923 onbewoonbaar verklaarde woningen: Schapenpoort Nis 6, 8, 10 en 12, Alida Mariahof No. 8, Rabarberpoort Nis 4 en 5, Hagemanspoort Nis 1, 2 en 3, Brandewijnspoort Nis 2 en 8, Pottebakkersgang Nis 4, 5 en 6, Leeuwenpoort (ongenummerd), Molenwerfsteeg No. 3, Kloos- of Vischpoort Nis 1 en 2, Barbarahof No. 5 en Elisabeths- poort Nis. 2 en 3; de bij Raadsbesluit van 30 Juli 1923 onbewoonbaar verklaarde woningen: Bouwenlouwensteeg No. 50, Paradijssteeg No. 15, Olie- slagerspoórt Nis 2 en 3, Rozenpoort No. 2 en Karelshof Nis 1 en 4. de bij Raadsbesluit van 27 Augustus 1923 onbewoonbaar verklaarde woningen: Bouwenlouwensteeg Nis 4, 25, 29, 31, 32, 34, 36, 40 en 44, Paradijssteeg Nis 31, 31a en 37, Noordrundersteeg No. 3, Van der Werffstraat Nis. 59, 61 en 63, Korte Agnietenstraat

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1928 | | pagina 5