12
N°. 33. Leiden, 6 Februari 1928.
Bij raadsbesluit van 12 Februari 1923 (Ingek. Stukken
No. 46) werd aan nu wijlen J. Riethoven, tot wederopzeggens
het peTceel grond, Sectie K. No. 6, verhuurd tegen een jaar-
lijkschen huurprijs van 41.0.10 per M2.). Op een ge
deelte van dezen grond staat de woning Haarlemmerweg
No. 75, waarvan hij destijds eigenaar was.
Eenigen tijd geleden is deze woning in andere handen
overgegaan. De nieuwe eigenaar, de heer A., J. Kat, alhier,
heeft nu ons Ooilege verzocht den grond te mogen huren.
Vermits adressant bereid is den geldenden huurprijs te betalen
en ook met de bestaande voorwaarden accoord gaat, ontmoet
inwilliging van dit verzoek bij ons geen bezwaar.
Onder mededeeling, dat de loopende huur aan de erven
J. Riethoven is opgezegd, geven wij Uwe Vergadering, in
overeenstemming met het advies van de Commissie van
Fabricage, mitsdien in overweging het perceel grond aan
den Haarlemmerweg te Leiden, kadastraal bekend Sectie K,
No. 6, groot 410 M2., tot wederopzeggens, ingaande op
15 Februari 1928, doch uiterlijk tot 1 Januari 1938, te
verhuren aan A. J. Kat te Leiden, tegen een jaarlijkschen
huurprijs van 41.0.10 per M2.), zulks onder de in
de Leeskamer ter inzage liggende voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en VVeth. van Leiden
N°. 34. Leiden, 6 Februari 1928.
Ingevolge artikel 178 der Gemeentewet behoort de Raad
ten minste eenmaal in de vijf jaren te verklaren, welke
plaatselijke verordeningen, tegen wier overtreding straf is
bedreigd, nog gelden; dit geschiedt bij een verordening,
welke de titels der geldende verordeningen vermeldt. De
laatste zoodanige verklaring geschiedde bij Uw besluit van
24 April 1922, Gem.Blad No. 19 (Ingek. Stuk No. 120);
derhalve moet thans wederom een dergelijke verklaring
plaats vinden.
Uw besluit van 24 April 1922 vermeldt 42 verordeningen.
Van deze zijn thans nog geldende de volgende 37 nis: 1, 2.
3, 4, 5, 6, 7, 10, 11, 13, 15, 16, 17, 18, 19, 20, 21, 22, 23,
24, 25, 26, 27, 28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36, 37, 38, 40,
41 en 42. Zij zijn, c.q. met de daarin sedert dien gebrachte
wijzigingen, in de hieronder volgende ontwerpverordening
resp. vermeld onder de nis 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, .11,
12, 13, 14, 15 16, 17, 18, 19, 20, 21, 24, 22, 23, 25, 26, 27,
28, 29, 30, 31, 32, 33, 34, 35, 36 en 37.
Niet meer gelden de nis 8, 9, 12, 14 en 39. No. 8, de
verordening van 18 September 1902 (Gem. Blad No. 12)
krachtens art. 4, sub 3° der Hinderwet, betreffende het
oprichten, hebben en gebruiken van slachterijen of vilderijen
van vee, penserijen of darmwasscherijen, is vervallen op
1 Mei 1923 door het verstrijken op dien datum van den
termijn van 20 jaar na den datum van opening van het
Slachthuis (1 Mei 1903), gedurende welken zij ingevolge art. 4
geldende was. No. 9, de verordening van 23 April 1903
(Gem. Blad No. 23), op het gebruik van het Openbaar
Slachthuis, gelijk deze verordening sedert dien gewijzigd
werd, is vervallen op 21 October 1922 door het in werking
treden op dien datum (d. i. 3 dagen na dien der afkondiging
op 18 October 1922, zie art. 174 der Gemeentewet) van art.
55 der verordening van 25 September 1922 (Gem. Blad No. 53)
op het gebruik van het Openbaar Slachthuis te Leiden;
laatstgenoemde verordening is in de hieronder volgende
ontwerp-verordening onder n° 39 vermeld. No. 12, de ver
ordening van 18 Juli 1907 (Gem. Blad No. 24) op den handel
in en den verkoop van melk, gelijk deze verordening sedert
dien gewijzigd werd, is vervallen op 23 September 1925 door
het in werking treden op dien datum van het Kon. Besluit
van 23 Juni 1925, S. 256, het z.g. melkbesluit, ter uitvoe
ring van art. 15 der Warenwet, S 1919 No. 581, in verband
met het Kon. Besluit van 17 Mei 1921, S. 673 en Uw besluit
van 6 Febr. 1922 (Ingek. Stuk NÓ. 40). No. 14, de verordening
van 3 Juni 1909 (Gem. Blad No. 10) op den invoer, het
vervoer, den doorvoer, de keuring van vee en vleesch in de
gemeente Leiden, gelijk deze verordening sedert dien gewij
zigd werd, is vervallen op 1 Juni 1922 door het inwerking
treden op dien datum, ingevolge het besluit van Burge
meester en Wethouders van 29 Mei 1922 j°. art. 47 der na
te noemen verordening, van art. 47 van de verordening van
27 Maart 1922 (Gem Blad No. 13) op den keuringsdienst
van vee en vleesch, welke verordening reeds in uw besluit
van 24 April 1922, heewel op dien datum nog niet in wer
king getreden, sub. 41 werd genoemd en thans voorkomt
onder n° 36 van de hieronder volgende ontwerpverordening.
No. 39 ten slotte, de verordening van 29 November 1920
(Gem. Blad No. 53) op het gewicht van brood, is vervallen
op 23 Mei 1922 krachtens het eeriig artikel van de verordening
van 19 Juni 1922, (Gem. Blad No. 39), waarbij de eerstge
noemde verordening met ingang van dien datum werd
ingetrokken.
De nis 38, 39, 40, 41 en 42 nieuw werden sinds 24 April
1922 vastgesteld. Mede werd na dien datum nog vastgesteld
de verordening van 27 Augustus 1923 (Gem.Blad No. 28)
op Woonwagens. Deze verordening is echter reeds weder
vervallen en wel op 1 Januari 1927 door het in werking
treden op dien datum krachtens het Kon. Besluit van
28 December 1926, S. 450. van art. 31 der wet op woon
wagens en woonschepen, Staatsblad 1918, No. 492.
De hieronder volgende ontwerp-verordening vermeldt
mitsdien, evenals Uw besluit van 24 April 1.922, in totaal
42 verordeningen.
Wij geven Uwe vergadering alsnu in overweging, vast te
stellen de volgende
V E R 0 R 1) E N I N G,
houdende verklaring, ter voldoening aan artikel 178 der
Gemeentewet, welke plaatselijke verordeningen,
tegen wier overtreding straf is bedreigd,
op 13 Februari 1928 nog gelden.
Ef.nig Aktikel.
De Raad der gemeente Leiden verklaart, dat op 13 Fe
bruari 1928 nog gelden:
1°. de Verordening van 11 November 1897 (Gem.Blad
No. 12) op de wateren in de gemeente Leiden, gewijzigd bij
de verordeningen van 23 October 1902 (Gem.Blad No. 23),
2 Mei 1912 (Gem.Blad No. 13), 30 April 1914 (Gem.Blad
No. 16), 30 Januari 1919 (Gem.Blad No. 3), 31 Juli 1919
(Gem.Blad No. 21), 25 September 1922 (Gem.Blad No. 51),
14 Mei 1923 (Gem.Blad No. 15) en 25 Juli 1927 (Gem.Blad
No. 11);
2°. de Verordening van 28 April 1898 (Gem.Blad No. 9)
op openbare vermakelijkheden en bijeenkomsten, gewijzigd
bij de verordeningen van 2 Mei 1912 (Gem.Blad No. 16),
24 October 1918 (Gem.Blad No. 40) en 30 Juli 1923 (Gem.
Blad No. 2-3);
3°. de Verordening van 26 Mei 1898 (Gem.Blad No. 10)
op de markten, gewijzigd bij de verordeningen van 23 Octo
ber 1902 (Gem.Blad No. 24), 9 Januari 1903 (Gern.blad No. 3),
3 Maart 1904 (Gem.Blad No. 3), 3 September 1907 (Gem.Blad
No. 18), 6 Februari 1908 (Gem.Blad No. 3), 20 October 1910
(Gem.Blad No. 22), 6 November 1913 (Gem.Blad No. 37),
11 April 1918 (Gem.Blad No. 12), 19 Juni 1919 (Gem.Blad
No. 18) en 25 September 1922 (Gem.Blad No. 57);
4°. de Verordening van 6 April 1899 (Gem.Blad No. 4)
op het begraven van lijken;
5°. de Verordening van 6 Juli 1899 (Gem.Blad No. 14)
op het blusschen van brand;
6°. de Verordening van 6 Juli 1899 (Gem.Blad No. 15)
op wegen, lanen, straten, enz. en wateringen en slooten,
gewijzigd bij de verordeningen van 18 Juni 1903 (Gem.Blad
No. 33); 30 November 1905 (Gem.Blad No. 33), 6 December
1906 (Gem.Blad No. 34), 3 Juni 1909 (Gem.Blad No. 9) en
6 Februari 1913 (Gem.Blad No. 4);
7°. de Verordening van 4 October 1900 (Gem.Blad No. 2)
op het vervoeren van lijders aan eene besmettelijke ziekte;
8°. de Verordening van 22 October 1903 (Gem.Blad No. 36),
houdende voorschriften nopens behoorlijke bewoning van
woningen
9°. de Verordening van 12 October 1905 (Gem.Blad No. 25)
op het bouwen en sloopen, gewijzigd bij de verordeningen
van 12 April 1906 (Gem Blad No. 16), 10 December 1908
(Gem.Blad No. 31), 7 November 1912 (Gem.Blad No. 31),
18 December 1913 (Gem.Blad No. 44), 30 April 1914 (Gem.
Blad No. 18), 18 Mei 1916 (Gem.Blad No. 9), 1 Februari
1917 (Gem.Blad No. 11), 1 Februari 1917 (Gem.Blad No. 12),
23 Februari 1920 (Gem.Blad No. 9), 7 Februari 1921 (Gem.
Blad No. 8), 16 Juni 1924 (Gem.Blad No. 15) en 10 Novem
ber 1924 Gem.blad No. 31);
10°. de Verordening van 15 April 1909 (Gem.Blad No. 3)
tot voorkoming van brand, gewijzigd bij de verordeningen van
17 Januari 1918 (Gem.Blad No. 2), 19 September 1921
(Gem.Blad No 41) en 23 Januari 1928 (Gem.Blad No. 1);
11°. de Verordening van 14 April 1910 (Gem.Blad No. 27),
houdende verbod tot bouw of herbouw op grond, gelegen
aan den Heerensingel, oostelijk van de Christelijke school;
12°. de Verordening van 14 April 1910 (Gem.Biad No. 28),
houdende verbod tot bouw of herbouw op grond, gelegen
aan den Zijlsmgel nabij de Schrijversbrug;
13°. de Verordening van 14 April 1910 (Gem.Blad No. 29),