10
„b één bezoldigd ambtenaar, belast met alle aan den
„ambtenaar van den Burgerlijken Stand opgedragen werk
zaamheden;".
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 22 Dec. 1927.
Aan den Baad der Gemeente Leiden.
Ondergeteekende neemt bij dezen de vrijheid, met eerbied
aan den Baad te verzoeken, hem wel ontslag te willen ver-
leenen als Onbezoldigd Ambtenaar van den Burgerlij
ken Stand.
J. B. Meijnen.
N°. 26. Leiden, 4 Februari 1928.
Het strookje water, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie
M n°. 97, op bijgaande situatieteekening in blauwe kleur
aangegeven, vormt de verbinding tusschen de Trekvliet
(Bijn- en Schiekade) en de aan de gemeente in eigendom
toebehoorende sloot Sectie M n°. 3976.
Vermits bedoeld strookje water particulier eigendom is
en het voor de gemeente van belang is, met het oog op het
schoonhouden van de sloot M n°. 3976 en het bergen van
schuiten, vrijelijk langs eigen water die sloot te ku nen
bereiken, heefi ons College pogingen aangewend om het
strookje water M n°. 97 om niet in eigendom te bekomen.
Deze pogingen zijn geslaagd, zoodat wij Uwe Vergadering
in overweging geven zonder betaling van koopsom bij de
gemeente in eigendom en onderhoud over te nemen het
gedeelte sloot, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie M n°. 97,
groot 232 M2.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 27. Leiden, 4 Februari 1928.
In verband met het bebouwen van het perceel kad. bekend
gemeente Leiden Sectie M n°. 4393, is het noodig, dat het
strookje grond Sectie M n°. 4443 (ged.), op bijgaande situatie
teekening in groen aangegeven, in eigendom aan de gemeente
overgaat. Het aansluitende gearceerde stukje is reeds eigen
dom van de gemeente.
De eigenaar heeft zich bereid verklaard het strookje kos
teloos over te dragen en heeft inmiddels ook reeds de ge
raamde kosten van den straataanleg ad ƒ375.— ter nadere
verrekening in de gemeentekas gestort.
Wij stellen U mitsdien voor het stukje grond, op de
overgelegde situatie in groene kleur aangegeven, deel uit
makende van het perceel, kad. bekend gemeente Leiden
Sectie M n°. 4443, groot 55 M2., gelegen aan de Verlengde
Cobetstraat, zonder eenige kosten voor de gemeente in
eigendom en onderhoud bij de gemeente over te nemen
onder de gewone, voor dergelijke overnemingen bij de ge
meente gebruikelijke voorwaarden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
H°. 28. Leiden, 4 Februari 1928.
Bij Uw besluit van 19 December 1927 (Ingek. Stukken
ïfo. 264) werden wij gemachtigd tot het sluiten van kas-
geldleeningen gedurende het le kwartaal 1928 tot een
maximaal bedrag van 500.000.
Tot nu toe werd hiervan gebruik gemaakt door opneming
van een bedrag van 400.000.
Aangezien dit bedrag niet uit de gewone middelen kan
worden terugbetaald en binnenkort ook andere betalingen
van buitenge won en aard zijn te verwachten, is tegen
13 Februari a. s., op welken datum het opgenomen bedrag
van 400.000.moet worden afgelost, eene nieuwe kasgeld-
leening aangegaan van 500.000.zoodat daarmede het
maximum juist is bereikt.
Teneinde mede aan verder opkomende eischen gedurende
het 2e kwartaal 1928 te kunnen voldoen (betaling van aan
nemingstermijnen van buitengewone werken enz.) en ook
overigens voldoende bewegingsvrijheid bij het sluiten van
kasgeldleeningen te hebben, komt het ons gewenseht voor,
voor genoemd kwartaal het maximum bedrag op 1.000.000.
te stellen.
Wij denken hierbij aan de mogelijkheid, dat de gemeente
eene alleszins aannemelijke kasgeldleening wordt aangeboden,
waarvan het tijdstip van opneming niet samenvalt met den
dag der aflossing van de loopende kasgeldleening, doch eenige
dagen daarvoor is gelegen. Wordt nu bij de vaststelling van
het maxium alleen rekening gehouden met de verwachte
werkelijke behoefte aan kasmiddelen, dan zou het kunnen
gebeuren, dat eene dergelijke aanbieding uitsluitend op grond
van administratieve bezwaren doordat het maxium, zij
het ook slechts enkele dagen, zou worden overschreden
moest worden afgeslagen.
Voorts is, zooals gewoonlijk, ook thans weder buiten be
schouwing te laten de som van 70.000.tot welk bedrag,
ingevolge de krachtens Baadsbesluit van 29 Juni 1925 met.
de Bank voor Nederlandsche Gemeenten aangegane rekening
courant-overeenkomst het debet-saldo der gemeente bij die
Bank kan stijgen, zonder dat vooraf de goedkeuring van
Gedeputeerde Staten noodig is.
Wij geven U mitsdien in overweging ons College te
machtigen gedurende het 2e kwartaal 1928 over te gaan tot
het sluiten van kasgeldleeningen tot zoodanig bedrag, dat
op geen enkel tijdstip in dat kwartaal de kasschuld de som
van 1.000.000.te boven gaat en onder de voorwaarden,
als door ons College zullen worden bepaald.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 29. Leiden, 4 Februari 1928.
Het wasschen van glazen, hout- en andere werken in
gemeente-gebouwen werd tot nog toe in het openbaar aan
besteed en sedert tal van jaren waren aannemers de heeren
J. Kukler en L. van Es. Laatstelijk werden aan hen deze
werkzaamheden krachtens openbare aanbesteding opgedragen
gedurende de jaren 1926 en 1927 voor een som van 12200.
in totaal, d. i. dus gemiddeld 6100.per jaar.
Genoemde aannemers hebben thans het verzoek gedaan,
hen onderhands met bedoelde verrichtingen te belasten voor
een eenigszins langdurig tijdvak, in welk geval zij bereid
zijn, op de voor 1926 en 1927 gegolden hebbende prijzen
een beteekenende reductie te verleenen. Bij de naar aan
leiding van dat verzoek met hen gevoerde onderhandelingen
stelden zij deze korting op 20%, mits de opdracht voor een
tijdvak van 4 jaren werd verleend.
Tot maatstaf nemende den omvang der werkzaamheden
volgens het bestek 1926/1927, komt deze aanbieding neer
op een jaarlijksche aanneemsom van 4880.Vermits
eehter eenerzijds het aantal gebouwen is uitgebreid (nieuwe
politiebureau), anderzijds dit aantal is verminderd, zou de
aannemingssom 4948.worden.
Adressanten voeren tot staving van hun verzoek verschil
lende redenen aan, die men in de stukken kan lezen. Wij
achten het niet noodig deze argumenten hier te herhalen
en volstaan daarom met er naar te verwijzen. Zij geven
immers slechts den, overigens volkomen begrijpelijken, ge-
dachtengang van de aannemers weer, terwijl het er dezer
zijds om te doen moet zijn de zaak in de eerste plaats van
het standpunt der gemeente te bezien. En nu komt het ons
voor, dat er voor de gemeente inderdaad een belangrijk
financieel voordeel aan is verbonden op de aanbieding in
te gaan.
De inschrijvingssommen van de laatste aanbestedingen be
wegen zich in stijgende lijn, hoewel de omvang der werkzaam
heden weinig is toegenomen. Voorts zijn in Leiden, buiten
adressanten, geen of zeer weinig glazenwasschers gevestigd, die
voor een aanneming als de onderhavige in aanmerking
zouden kunnen komen, zoodat concurrentie van eenige
beteekenis van Leidsche vakgenooten bij een te houden
openbare aanbesteding niet te verwachten is. De veronder
stelling is dan ook niet gewaagd, dat, werd wederom een
publieke inschrijving gehouden, de inschrijvingssommen zeker
niet lager zouden zijn, dan die van de afgeloopen periode.
Daartegenover verkrijgt de gemeente bij onderhandsche
opdracht van dezelfde werkzaamheden onder geheel dezelfde
voorwaarden de zekerheid, dat zij gedurende 4 jaren een
som van ruim 1000.per jaar minder behoeft uit te
geven, dan in de beide voorafgaande jaren, hetgeen, met
het oog op de omstandigheden, waaronder een openbare
aanbesteding zou moeten worden gehouden, wil zeggen, dat
zij jaarlijks een som van meer dan 1000.in de aanstaande
4-jarige periode kan besparen.