300
DONDERDAG 8 DECEMBER 1927.
haald, is niets bijzonders. In andere gemeenten doet men
hetzelfde en in veel erger mate. Te Dordrecht, een veel
kleinere gemeente dan Leiden, haalt men alleen uit de
electriciteitsfabriek ƒ673.000. Te Amsterdam haalt men, evenals
hier ter stede, uit de bedrijven niet minder dan 29% van de
inkomstenbelasting. In den Haag bedraagt dat percentage 34.
Spreker meent, dat er geen bezwaar is om behoorlijk uit de
bedrijfswinsten te putten, mits de tarieven maar niet te hoog
zijn en dat is to Leiden het geval, want de grondprijs voor
gas is 9 cent, voor muntgas 10 cent en voor electriciteit per
K.W.U. 20 cent.
De doorsneeprijs van het gas bedraagt in de groote ge
meenten, zooals Amsterdam, den Haag, Groningen, Haarlem,
Rotterdam en Utrecht 10.75 cent voor gewoon gas, 10.75 cent
voor muntgas en 24.4 cent voor electriciteit. In de middel-
groote gemeenten met 50.000 tot 100.000 inwoners, zooals
Apeldoorn, Arnhem, Dordrecht, Eindhoven, Maastricht, Nij
megen en Tilburg zijn deze bedragen resp. 10.3, 10.6 en
24.3 cent. In Leiden zijn zij 9, 10 en 20 cent. Leiden is dus
in elk opzicht beneden het gemiddelde, niettegenstaande
onder de middelgroote gemeenten plaatsen voorkomen als
Eindhoven en Tilburg, waar de prijzen lager zijn dan hier.
De doorsneeprijs van de Zuidhollandsche gemeenten boven
de 20.000 inwoners, te weten Delft, Dordrecht, Gouda,
's-Gravenhage, Rotterdam, Schiedam en Vlaardingen zijn
11, 12 en 27.4 cent tegen Leiden 9, 10 en 20 cent.
Gezien deze tarieven is er geen enkele reden om de winsten
uit de bedrijven te verlagen, want het komt toch maar aan
op de tarieven. In den Rotterdamschen Raad heeft de heer
de Zeeuw gezegd, dat de tarieven economisch en cultureel
goed moeten zijn, maar in Leiden zijn zij dat al, want zij
blijven verre onder die van Rotterdam. Men zou daar zeer
gelukkig zijn, indien men er de tarieven voor gewoon en
muntgas van resp. 11£ en 12 cent kon verlagen tot 9 en
10 cent en die voor electriciteit van 30 tot 20 cent, maar
dat gaat niet, want men heeft er die winsten noodig. In
den Haag, waar behoorlijke winsten worden gemaakt, is pas
die kwestie aan de orde geweest en toen heeft de heer
Vliegen nog al een groot man in deS. D. A.P. en ook
een zeer verstandig man betoogd, dat men wel bosschen
van theoretische boomen hierover kan opzetten, maar dat
men die winsten niet kan missen. „Niettemin," staat er in
het verslag, »komt het spreker gewenscht voor, aan den boven
kant dezer winsten eens een streep te zetten, er mag niet
overdreven worden." De heer van Langen, ook een Raadslid
in den Haag heeft het volgende gezegd: »Teh aanzien van
de bedrijfspolitiek staat spreker niet op het standpunt, dat
de bedrijven geen winst mogen maken, maar de tarieven
moeten den toets der critiek kunnen doorstaan. Voor gas en
electriciteit is dat ongetwijfeld wel het geval, want de Haagsche
prijzen zijn de laagste van het land." Daarbij heeft bij
natuurlijk een beetje opgesneden, zooals men dat van den
Haag wel meer gewend is. Naar aanleiding van het stand
punt der sociaal-democraten in Leiden zou spreker willen
vragen, of zij hier niet een paar van die verstandige partij-
genooten zouden kunnen importeeren. Waar er zooveel ver
schil van meening is onder de sociaal-democraten ten aan
zien van de winsten uit de bedrijven, heeft spreker er hun
gemeenteprogram eens over opgeslagen.
Over de bedrijfswinsten, een punt, waarover de hearen
het blijkbaar niet eens zijn, wordt daarin niets gezegd. Er
schijnt een soort socialisme voor Leiden en omstreken te
zijn, dat de heeren hier een houding doet aannemen, welke
afwijkt van die van hun partijgenooten in andere deelen van
het land, vooral daar, waar de sociaal-democraten met ver
antwoordelijkheid zijn belast. Daar wijzen zij de bedrijfs
winsten niet af. De heer Wibaut heeft zelfs de vraag gesteld:
Waar kunnen de bedrijfswinsten eigenlijk beter terecht
komen, dan in de gemeentekas? 20 jaar geleden, toen spreker
zijn intrede deed in de politiek, begon iedere sociaal-demo
craat in den Raad te sputteren tegen de bedrijfswinsten en
de stelling te verkondigen, dat het gas en de electriciteit
tegen den kostenden prijs moest worden geleverd. Dat stand
punt is tegenwoordig ouderwets en de rollen zijn om
gekeerd. Men begint nu van andere zijde tegen die bedrijfs
winsten te ageeren. Een zekere mijnheer Mollerus heeft
onlangs voor de Maatschappij van Nijverheid een speech
gehouden tegen die bedrijfswinsten en precies hetzelfde geluid
doen hooren, dat men 20 jaar geleden van sociaal-demo
cratische zijde vernam. Dat geluid is verflauwd en thans
verdedigen de sociaal-democraten in de Vereeniging voor
Staathuishoudkunde enStatistiek de bedrijfswinsten. DeLeidsche
sociaal-democraten daarentegen zijn nog op het oude conser
vatieve standpunt van 20 jaar geleden blijven staan. Men
dient klaren wijn te schenken. De sociaal-democraten stellen
het voor, alsof de rechterzijde het geld haalt uit de zakken
van de menschen, die het amper kunnen betalen en zij het
willen halen daar waar het zit, maar wanneer zij zelf aan
het bewind zijn, doen zij echter het tegendeel en gooien zij
er nog een schepje op. Het is trouwens onmogelijk, om in
een stad als Leiden, bij de huidige financiëele verhouding
tusschen Rijk en gemeente, de gemeente-huishouding te be
sturen zonder die bedrijfswinsten. En nu is hetgeen de
heeren van Eek en Eikerbout wenschen daarvan een aan
tasting. De aanneming van de voorstellen van die heeren
zou medebrengen een verlies respectievelijk van 220 000.—
en f 73.000.niet voor 1928, maar voor alle volgende jaren.
Gekapitaliseerd beteekent het voorstel van den heer vari
Eek een verlies van ruim 4 millioen en het voorstel van den
heer Eikerbout een van millioen.
Door een stijging van het debiet kan men er gedeeltelijk
aan tegemoet komen, natuurlijk, maar dan is er toch een
verlies, want anders had men meer binnen gekregen. Het
voorstel van den heer Eikerbout bevat juist een prijsver-
hooging voor het hoogere verbruik, want op het oogenblik
betaalt iemand voor de meters boven de 100 slechts 7|cent,
in het voorstel-Elkerbout boven de 15 M3. daarentegen 8 cent.
Voor de groote verbruikers, van wie juist de winst moet
komen, is er een verhooging van prijs. Den heer Bergers, die
juist voor den middenstand opkomt, wil spreker er op wijzen,
dat het een middenstandsbelang is, dat de prijs niet verhoogd
wordt. De heer Eikerbout heeft zijn voorstel verdedigd met
een beroep op Deventer. Maar in Deventer betaalt men voor
600 M8. evenals in Leiden 54.terwijl dit volgens het
voorstel Eikerbout 49.80 zou worden. De gasprijs in Leiden
is de laagste van Zuid-Holland en feitelijk van het heele land,
dank zij de prijsverlagingen, die reeds hebben plaats ge
vonden, maar men moet ook weten van uitscheiden. De heer
Eikerbout zegt, dat het in een gezin 35 cent per maand
scheelt en dat men dan iets heeft om een verhoogde huur
te betalen.
De heer Elkerbout: Neen, zoo heb ik het niet gezegd, u
moet mijn woorden niet verdraaien; ik heb gezegd, dat zij
alles kunnen gebruiken.
De heer Goslinga zegt, dat dat volkomen juist is, maar
wanneer het gas geleverd wordt tegen den bestaanden prijs,
doet men toch geen onrecht, ook niet aan de allerarmsten.
Wanneer de prijs hier lager is dan in den Haag, waar de
prijs wordt goedgekeurd door menschen als Vliegen en van
Langen, dan kan men toch niet zeggen, dat den ingezetenen
van Leiden het vel over de ooren wordt gehaald.
Aanneming van het voorstel-Elkerbout zou zooals gezegd
de gemeente"/'TS'.OOO.^- kosten, dat is ongeveer de opbrengst
van de zakelijke belasting op het bedrijf. Er moet 1£ millioen
aan inkomsten meer komen om dat weer te compenseeren.
Burgemeester en Wethouders zouden het zeer betreuren,
wanneer de Raad deze mogelijke bate thans prijs geeft, de
bate n.l. van een eventueele hoogere uitkeering uit de ber
drijven. Wel voelen Burgemeester en Wethouders iets voor
het denkbeeld van den heer de Reede tot stabilisatie van de
bedragen, die uit de bedrijven aan de gewone huishouding
der gemeente ten goede komen, want er is natuurlijk wel
een element van waarheid in hetgeen de heeren zeggen, dat
er een gevaar in schuilt, dat de geheele gemeentehuishouding
teert, drijft en rust, op de bedrijfswinsten. Het zou echter
precies verkeerd zijn om de tarieven te gaan verlagen, zooals
de heer van Eek wenscht. Bij Burgemeester en Wethouders
is wel het denkbeeld in overweging, om hetgeen de bedrijven
aan winst opleveren boven een bedrag van b. v. 6 ton, te
storten in een fonds, waaruit werken voor stadsverbetering,
werkverruiming en werkverschaffing kunnen worden betaald
en gefinancierd. Als dergelijke dingen dan aan de orde
komen, zullen Burgemeester en Wethouders niet altijd een
afwijzende houding behoeven aan te nemen. De bruggen, die
de heer Schüller noemde, kunnen toch niet van speculaas
worden gemaakt, maar moeten worden gebouwd van beton en
ijzer en dat kost geld. Hetzelfde zegt spreker tot den heer
van Stralen, die over de werkverschaffing sprak en op het
uitvoeren van verschillende werken aandrong. Als men op
uitvoering van dergelijke werken aandringt, maar aan het
College de noodige middelen onthoudt, dan is dat geen
serieuze politiek en geen serieuze oppositie meer. Er zijn
vele dingen, vooral in hetgeen de heer van Stralen heeft
gezegd over de werkverruiming en werkverschaffing, die
spreker met genoegen heeft gehoord, al heeft de heer Huurman
een en ander recht moeten zetten, maar er moet geld zijn,
om die zaken uit te voeren en dan moeten de heeren aan
Burgemeester en Wethouders niet tevoren eenige mogelijkheid
van baten uit de handen nemen. Droegen de heeren zelf de
verantwoordelijkheid, dan zouden zij dat niet doen, de
ervaring in andere plaatsen heeft dat geleerd, dan zouden
zij niet millioen prijs geven. Al de voorstellen, die de heeren
hebben gedaan, zouden namelijk bij aanneming een millioen
kosten. Zij zouden op die manier niet hun wethouderlijke
loopbaan aanvangen, want dan zouden zij 4 jaar lang met
leege handen staan. Zij mogen dat ook van anderen niet