280
WOENSDAG 7 DECEMBER 1927.
de verschillende scholen, die daar zijn, te verbreedenbij het
groote verkeer, dat daar plaats vindt, is spoedige verandering
zeer gewenscht.
Er zijn wel werkzaamheden, die tusschen neus en lippen
door kunnen gedaan worden en die geen stagnatie geven in
het bedrijf. Zij zouden door de geschoolde arbeiders, die bij
de Arbeidsbeurs staan ingeschreven, onder leiding van een
hoofdopzichter wel kunnen worden klaargemaakt. De heer
van Stralen heeft wel een heel dossier met veel grootere
werken naar voren gebracht, maar verschillende daarvan
zullen niet direct kunnen worden uitgevoerd. Maar wanneer
verschillende kleinere werken door de menschen, die de
capaciteiten daarvoor hebben, kunnen wórden verricht, dan
mag dat niet worden nagelaten.
Wanneer men aan de Lusthoflaau niet beschikt over de
slooten, dan zal ter wille van het verkeer de brug verbreed
moeten worden, want het geldt hier een plaats, waar veel
zorg aan moet worden besteed.
Vervolgens wil spreker een woord van lof spreken voor de
verkeersregeling, zooals die thans geregeld is. De door het
hoofd der politie gegeven orders waarborgen, dat in de toe
komst de regel van links en rechts houden tot zijn recht zal
komen. Een bezwaar is evenwel, dat het verbod om een stil
staande tram voorbij te fietsen, wanneer daarvoor niet vol
doende ruimte aanwezig is, maar al te vaak wordt overtreden,
bijv. aan de Steenschuur en bij de Utrechtsche brug, waar
de ruimte bepaald onvoldoende is. Een beroep op het publiek
zou hier misschien voldoende zijn om het nemen van strengere
maatregelen te voorkomen.
Wat de volkshuisvesting betreft heeft spreker er het vorige
jaar reeds op gewezen, dat de huren tamelijk hoog zijn, ten
gevolge waarvan zelfs woningen leeg staan. Daarom wil
spreker de vraag van het vorige jaar nog eens herhalen, of
er geen mogelijkheid bestaat, de annuïteiten over 75 in plaats
van over 50 jaar te berekenen en de afbetaling althans over
meer dan 50 jaar te verdeelen.
Sommige van die woningen zullen zeker 100 jaar ot meer
oud worden en als men de bouwvereenigingen in de gelegen
heid stelt om de annuïteit over langere termijnen af te
betalen, dan kunnen de huren verlaagd worden.
Spreker drukt er zijn spijt over uit, dat de huurverordening
door de Kroon vernietigd is. Door de huiseigenaren is wel
gezegd, dat zij de huurprijzen, althans niet noemenswaard,
zouden verhoogen, dat daar zelfs geen sprake van zou zijn,
maar in deze 4 a 5 maanden hebben er reeds vele verhoo
gingen plaats gehad en moeten b.v. de bewoners van de Voor
straat al een verhooging van 70 cent per week betalende
huiseigenaar, de heer van Ommeren, meende in deze aldus te
moeten voorgaan. Spreker betreurt dat ten sterkste, omdat
daardoor een eventueele verlaging van den gasprijs niet veel
resultaat zou hebben. Hij hoopt, dat het gemeentebestuur alles
in het werk zal stellen om, indien mogelijk, daarin verande
ring te brengen. In de arbeidersgezinnen moet men toch al
zoo zuinig mogelijk leven, zoodat elke vermeerdering van het
inkomen hun ten goede kan komen.
Ten aanzien van de plantsoenen en van de kleine plant
soenen gaat men in de goede richting. Toch zou spreker
eenige opmerkingen willen maken. Men legt b.v. op den
Heerensingel een grastalud aan en kijkt er dan niet meer naar
om en na eenigen tijd is alles verdord; men heeft er den tijd
niet voor of men beschikt niet over voldoende krachten.
Daar het aantal krachten onvoldoende is, heeft spreker er
in zijn afdeeling op aangedrongen de boomsnoeiers, van wie
een deel tot de tuinlieden gerekend kan worden, langer of
desnoods het geheele jaar in dienst te houden. De zaak zou
dan zelfstandig kunnen komen te staan onder den Directeur
van Gemeentewerken in plaats vari onder een hoofdambtenaar,
die van deze zaken weinig of geen verstand heeft. Bij den
aanleg van het plantsoentje aan de Korevaarstraat werd er
b.v. een opdracht gegeven, dat er maar een paar heesters
opgescharreld moesten worden, terwijl men toch mag ver
langen, dat de grootere en de kleinere plantsoenen in een
toestand worden gehouden, dien men mooi kan noemen. Aan
den Zijlsingel spoelt het grastalud zoowat weg en het zal niet
lang meer duren, of de treurwilgen, die nu in het gazon
staan, zullen in het water komen te staan.
Bij de regeling van het verkeer wordt onvoldoende aan
dacht geschonken aan het varen, waarbij men een grooter
tempo aanneemt, in strijd met de verordening, dan behoorlijk
is. Burgemeester en Wethouders hebben gezegd, daaraan hun
aandacht te zullen schenken en in het belang van de plant
soenen is dit ook noodzakelijk. Spreker heeft zich ook afge
vraagd, wat men moet maken van het achterste gedeelte
van Musis, 'tis lang nog geen sieraad voor Leiden. Verleden
jaar zijn er een paar paaltjes geslagen en er is prikkeldraad
langs gespannen, wat dan het hek moet zijn, dat om den
tuin is gelegd. Spreker hoopt, dat daarin ten spoedigste
verandering zal worden gebracht en dat er op zijn voorstel
spoedig praeadvies zal komen, opdat het gedeelte van Musis,
dat voor tuin is gereserveerd, bij het plantsoen komt en men
daar geen speelplaats houdt.
De verzorging van de plantsoenen zou voorts beter tot haar
recht komen, wanneer iedere tuinman bepaalde wijken kreeg
om geregeld na te gaan. Dan zal niet het eene worden ver
geten en het andere worden overgeslagen. Spreker wijst op
het Kooipark, dat geregeld door enkele menschen in orde
wordt gehouden. Hetzelfde kan gebeuren, wanneer men eenige
menschen belast met de singels en de daaraan liggende
plantsoenen.
Spreker dringt er op aan, dat door de politie nauwlettend
toezicht gehouden worde tegen vernieling van het gewas,
daar, als dat in orde gebracht is, de straatjeugd het weer
vernielt.
Spreker hoopt, dat de nieuwe Commissaris speciaal zijn
aandacht zal schenken aan het dienstrooster, waarover spreker
enkele klachten gehoord heeft, o. a. dat de menschen des
Zondags niet de noodige Zondagsrust genieten, zoodat zij, als
zij naar de kerk geweest zijn, hals over kop, zonder bijna
gelegenheid te hebben om te eten, naar het bureau moeten
misschien kan hun door een kleine wijziging in den dienst
gelegenheid gegeven worden om te eten.
De heer van Stralen wenscht een naamsverandering en een
reorganisatie van het Burgerlijk Armbestuur, zoodat daarin
ook Raadsleden zitting krijgen. Tegen de naamsverandering
bestaat niet veel bezwaar; het klinkt altijd mooier om te
spreken van Maatschappelijk Hulpbetoon. Maar spreker heeft
er bezwaar tegen het te leiden in die richting, dat er uit
sluitend Raadsleden in gekozen zouden worden; daarmee
schiet men niet veel op. De heer van Eek zegtwij als groote
partij hebben recht op meer invloed in het Burgerlijk Arm
bestuur. De heer van Eek heeft niet te klagen, want zijn
partij heeft nog 1 vertegenwoordiger in het Armbestuur en
de Christelijke vakbeweging zelfs niet een!
De heer van Eck: Is dat een pat tij?
De heer Elkerbout zegt, dat de massa arbeiders uit de
christelijke vakbeweging daarin geen vertegenwoordiger heb
ben; wanneer men tot uitbreiding overging, zou men daar
mede ook rekening moeten houden.
Spreker is ook van meening, dat de eerste 5.van de
gezinsinkomsten niet van de ondersteuning afgetrokken wor
den; dat is gewenscht en zelfs noodzakelijk. Wanneer het
bedrag op 5.wordt gesteld, zal inderdaad, zooals ook de
heer van Stralen heeft gezegd, de vrouw eerder geneigd
zijn om werk te verrichten. Ook met de verhooging der
uitkeering tot 13.50, waarop de heer van Stralen heeft aan
gedrongen, kan spreker zich wel vereenigen. Het bedrag op
zichzell is zeer gering en er zou nog heel wat moeten plaats
vinden voor men den ouden toestand terug zou hebben.
De heer van Stralen heeft verder gezegd, dat de heer
Grotenhuis zich beklaagd zou hebben over de weinige samen
werking tusschen de arbeidersvereenigingen en de kiesver-
eeniging, en hoewel dit punt niet direct met de begrooting te
maken heeft, wil spreker er toch even op ingaan, nu de heer
van Stralen het ter sprake heeft gebracht. Dat de heer
Grotenhuis zich van de lijst heeft laten afvoeren, omdat hij
zich gepasseerd gevoelde, is niet juist, want zijn naam prijkt
nog op de lijst, een bewijs, dat hij zich niet heeft terugge
trokken of in ieder geval daarop dan later is teruggekomen.
Ook wordt de anti-revolutionnaire partij aangewreven, dat zij
met de arbeiders solt en niet genoeg aandacht schenkt aan
hetgeen er onder de arbeiders leeft. Dat moet de oorzaak
geweest zijn van het schrijven. Maar eigenlijk ligt de oorzaak
in het feit, dat de Bestuurdersbond een adres aan den Raad
heelt gezonden, na anderhalf jaar de beroepskeuze in studie
te hebben gehad, om daaromtrent een voorstel te doen. Spreker
kan zich begrijpen, dat de Burgemeester, wien van de zaak
niets bekend was, toen hij bemerkte, dat het adres op het
zelfde oogenblik gezonden werd, dat er plannen bestonden
om met een voorstel naar voren te komen, gezegd heeft, dat
het eigenlijk een beetje was het intrappen van een open
deur. Maar dat was het criterium niet. De heer van Stralen
is zoo vriendelijk geweest om dat uit te buiten. Hij zeide,
dat er van den Christelijken Bestuurdersbor d een adres was
ingekomen om een gemeentelijk bureau voor beroepskeuze
in te stellen, toen het hem bekend was, dat het Gemeente
bestuur een dergelijk voorstel voorbereidde en dat de Be
stuurdersbond daarmede een open deur intrapte; naargeestige
concurrentie, anders niet.
De heer van Stralen heeft niet naar voren gebracht, dat
de heer Grotenhuis verder gezegd heeft, dat zoo de waard
is, vertrouwt hij zijn gasten; en verder, dat de christelijke
arbeidersbeweging steeds zulke politiek heeft afgekeurd;
wanneer de socialisten weten, dat aan de werkloozen vrij
cokes wordt verstrekt, doen zij al in den zomer een voor
stel daartoe of zenden zij een adres; zij mochten anders eens
te laat komen; als er een voorstel komt om I mud te geven,