WOENSDAG 7 DECEMBER 1927. 279 Voortzetting van de geschorste openbare vergadering van 5 December 1927, op Woensdag 7 December 1927, des namiddags te 2 uur. Voorzitter de heer Burgemeester Mr. A. VAN DE SANDE BAKHUYZEN. Thans zijn afwezig de heeren Splinter, van Es en Romijn. Voortgezet worden de algemeene beschouwingen over de begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente voor den dienst 1928. De heer Elkërbout krijgt bij lezing van het verslag onwille keurig de gedachte: het kan verkeeren; de heer van Eek erkent de groote moeilijkheid om in het College van Burge meester en Wethouders zitting te nemen, te meer, omdat er verschillende hoogere colleges zijn, die vaak hun invloed kunnen bemoeilijken. Wanneer men nu een massapartij is geworden, dan kan het zijn, dat men van tactiek gaat veranderen, maar dat men zijn principes over boord gooit, is wel een beetje eigenaardig. Thans wil men een burgerlijk-socialistische regeering vormen, maar vroeger heeft de heer van Eek verklaard, dat een socialistisch Wethouder in een in meerderheid burgerlijk gemeentebestuur moet ophouden ten volle sociaal-democratisch vertrouwensman te zijn, omdat hij in dienst is getreden van een burgerlijken staat en hij dan moet opvolgen hetgeen hem krachtens wet en verordening of krachtens besluiten van den Raad of van het College van Burgemeester en Wethouders wordt opgedragen. »De meest hatelijke wetten of besluiten moet een sociaal-democratisch Wethouder uitvoeren of helpen uitvoeren," en een weinig verder heet het: »Een sociaal democratisch Raadslid blijft volkomen vrij om het kapitalisme te bestrijden; een sociaal-democratisch Wethouder in een burgerlijk gemeentebestuur moet het kapitalisme dienen. Het optreden van een sociaal-democratisch Wethouder in een burgerlijken staat maakt, dat de arbeiders dienstbaar worden gemaakt aan den burgerlijken staat. Een wethouderszetel dus beschouwt men in de sociaal-democratische kringen als een noodzakelijk kwaad. Aanvaardt men, dan zit men vast door eert accoord aan de burger lijke partijen en wordt de klasse- strijd belemmerd; aanvaardt men niet, dan schrikt men voor het oordeel van de socialistische kiezers, die men steeds in den waan heeft gelaten of gebracht, dat een sociaal-democratisch Wethouder een aanwinst beteekende voor de macht en den invloed der sociaal-democratie. Er is voor ons sociaal-demo craten geen keus: of wij moeten het kapitalisme dienen of wij moeten het bestrijden." Nu schijnen thans de sociaal-democraten hier het kapita lisme te willen dienen, want anders zouden zij niet den eisch hebben gesteld van twee Wethouderszetels, tenzij nrerr de bezetting van Wethouderszetels ook als een paradepaard wil gebruiken. Waar de zaak zoo staat, rijst voor spreker de vraag, of hij voor of tegen het voorstel zal moeten stemmen tot uitbreiding van de Fabricage-commissie, welk voorstel dooi de S.D.A.P. is ingediend. Want de bezwaren tegen het be zetten van een Wethouderszetel gelden evengoed voor het aanvaarden van een plaats in een belangrijke commissie, waarin men in de minderheid is. Uit dat oogpunt zal spreker nog niet kunnen stemmen voor een dergelijk voorstel der sociaal-democraten, maar er eerst nog eens rijpelijk over moeten denken door Burgemeester en Wethouders gelegen heid te geven over deze zaak praeadvies uit te brengen. Wat de begrooting zelf betreft wil spreker iets zeggen naar aanleiding van het voorstel betreffende de zakelijke bedrijfs belasting. Dit voorstel is spreker ook niet zoo erg sympa thiek, daar de mogelijkheid niet uitgesloten is, dat deze belas ting, zooals het ook in andere gemeenten plaats vindt, op de arbeiders wordt verhaaldspreker wil dat voorkomen en is dus tegen de invoering van de zakelijke bedrijfsbelasting. De S.D.A.P. wil verhooging van het inkomen der ge meente en is er daarom tegen, dat een ambtenaar meer dan 6.000.— salaris verdient, maar wat was er dan tegen om bij de benoeming van den nieuwen Directeur van Gemeente werken de koe bij de horens te vatten; dan schaadde men er niemand mee; waarom heeft men niet gezegd: de omstan digheden geven ons aanleiding om voor te stellen het salaris van den nieuwen Directeur van Gemeentewerken te verlagen, in afwachting van wellicht een latere herziening. Aangezien dat niet gebeurd is, heeft spreker heel weinig vertrouwen, dat het hun werkelijk ernst is om tot een dergelijke salarisver laging over te gaan; trouwens een zoodanige verlaging zou niet mogelijk zijn, daar deze aangelegenheid in haar geheel herzien zou moeten worden en spreker gelooft niet, dat nu daarvoor de tijd gekomen is. Spreker is er vooralsnog niet voor, vertegenwoordigers van het personeel der verschillende bedrijven tot de vergaderingen der diverse commissies toe te laten; daarvoor dienen reeds de dienstcommissies en het is op het oogenblik niet gewenscht daaraan verdere uitbreiding te geven. In het particuliere bedrijf heeft men nog niet eens dien invloedslechts in enkele bedrijven bestaan kernen, dus is het zeker niet gewenscht om op het oogenblik in het overheidsbedrijf reeds zoover te gaan. Er is gezegd, dat, wanneer men medezeggenschap zou verleenen, de klassenstrijd een ordelijker verloop zou hebben. Dat lijkt spreker vreemd, een strijd met een ordelijk verloop klassenstrijd blijft klassenstrijd en daartegen zal spreker steeds stelling nemen. De Haagsche Tramweg-Maatschappij als voorbeeld van de zegenrijke werking van het overleg te kiezen, is geen ge lukkige keuze; wanneer men de loonen en arbeidsvoorwaarden bij die instelling ziet, krijgt men een heel anderen kijk op de zaak; voor den buitendienst worden nog loonen betaald van ongeveer f 25.— per week, hetgeen niet schitterend is te noemen. Wanneer er meerdere zaken naar voren gebracht kunnen worden, die een helderen kijk op den gang van zaken geven, dan is spreker gaarne bereid te overwegen, op welke wijze een zekere meerdere medezeggenschap zou kunnen worden verleend. Dan zal sprekers fractie zich ook niet binden aan hetgeen de heer Amelink als secretaris van het C. N. V. of als oud- Kamerlid gezegd heeft, want de sociaal-democraten spelen dat maar uit, om de christelijke arbeiders voor hun karretje te kunnen spannen. Zijn fractie zal echter zelfstandig het stand punt beoordeelen, dat zij zal innemen. Het is spreker verder een waar genoegen, dat de bedrijven er zoo schitterend voor staan en een woord van hulde aan de bedrijfsleiding is hier zeker niet misplaatst. De zuivere winst der Lichtfabrieken bedraagt ongeveer 600.000. Verleden jaar heeft de Wethouder in de commissie mede gedeeld, dat met de geraamde winst niet kon worden volstaan, maar dat er f 250.000.— aan. toegevoegd moest worden. De commissie heeft zich daarmede accoord verklaard, maar spreker meent toch, dat de opvoering van de winst niet steeds zoo maar door kan gaan zonder dat overwogen wordt, of de prijzen van het product niet verlaagd kunnen worden. Het is wel mooi om de winsten op de bedrijven te gebruiken tot het laag houden van de belastingen, maar voor de arbeiders heeft bet dit nadeel, dat de progressie, die voor de belastingen geldt, niet tot uitdrukking komt in de prijzen voor gas en electriciteit. De anti-revolutionnairen spreken in hun program van een »matige winst", al kan men natuurlijk over de grootte van een matige winst van meening verschillen. Spreker zal t. a. v. de gasprijzen een voorstel indienen. Toen verleden jaar in de Commissie voor de Lichtfabrieken het voorstel aan de orde kwam, om voor de eerste 100 M3. den vollen prijs te laten betalen en daarna een vermindering toe te staan, is er reeds dadelijk op gewezen, dat dit niet veel resultaat zou hebben voor degenen, voor wie het eigenlijk bedoeld was, omdat het gemiddeld gebruik 50 M8. is. Nu is het heel mooi om boven de 100 M3. reductie te geven, maar per slot van rekening beteekent het niets voor degenen, die het op het oogenblik noodig hebben. Spreker zag in Deventer op de lantaarnpalen aaagekondigd, dat de eerste 100 M8. 11 cent kostten en het verdere verbruik 8 cent per M8. Spreker heeft uitgerekend, dat de prijs daar bij een verbruik van 50 M8. gelijk is aan dien te Leiden. Waar men in een plaats als Deventer niet zoo'n groote winst maakt en dien prijs kan berekenen, is er alleszins aanleiding om hier den gasprijs te verlagen; wanneer men dat niet doet, legt men een zekeren last op de ingezetenen en spreker weet liever wat hij aan belasting betaalt, dan dat hij op allerlei artikelen indirecte lasten moet betalen. Zijn voorstel, zijnde de eerste 15 M3 tegen den gewonen prijs en nadien 1 cent per M3 reductie, zal de gemeente niet veel schade doen; de gemeente zal daardoor f 73.000.inkomsten missen, waarvan 58.500.aan de Leidsche ingezetenen ten goede komt en ongelukkigerwijze 14.500.aan de ingezetenen van buitengemeenten; Leiden behoeft geen Sint-Nicolaas te spelen en daarom worden allerlei plannen overwogen om Leiden van de buitengemeenten los te maken en een anderen vorm van prijsbepaling voor de buitengemeenten te kiezen. Wat het verkeer betreft, sprekers standpunt ten aanzien van de demping van het Levendaal is bekend; spreker heeft er zich reeds een- en andermaal voor uitgesproken en was bij het vorige voorstel van den heer Sijtsma bevreesd, dat het tot moeilijkheden zou leiden en dat men bij de begrooting er niet meer over kon spreken, omdat besloten was een af wachtende houding aan te nemeri, totdat het plan van den heer Granpré Molière was ingediend; uit dat oogpunt kon spreker zijn stem niet aan het voorstel van den heer Sijtsma geven en. wacht hij de dingen af, die zullen komen. In de stad is werkelijk wel een en ander aan werkver schaffing te doen. liet is gewenscht de bruggen aan de Middelste-en Uiterstegracht en bij de Lusthoflaan met het oog op

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1927 | | pagina 1