DINSDAG 6 DECEMBER 1927.
267
Voortzetting van de geschorste openbare
vergadering van 5 December 1927 op
Dinsdag 6 December 1927, des namiddags
te 2 uur.
Voorzitter:
de heer Burgemeester Mr. A. VAN DESANDE BAKHUYZEN.
Afwezig: de heeren Splinter, Kuivenhoven en van Es.
Voortgezet worden de algemeene beschouwingen over de
begrooting van inkomsten en uitgaven der gemeente voor
den dienst 1928.
De heer Wilbrink zegt, dat wel eens is opgemerkt, dat de
Raad te veel aan politiek doet; spreker heeft zich daaraan
misschien ook wel eens schuldig gemaakt, maar bij het eerste
begrootingsdebat na de verkiezingen is het wel moeilijk om
buiten alle politiek te blijven. De Raadsleden zitten hier als
vertegenwoordigers van de verschillende politieke organisaties
der ingezetenen; de verschillende zaken, die hier aan de orde
komen, zijn vaak aan een bepaalde politieke kleur te onder
kennen en de afgevaardigden moeten hun houding bepalen
naar den aard van de politieke organisatie, die hen candidaat
heelt gesteld en welker inzicht men deelt. Als niet tot de
oppositie behoorende zou spreker dus weinig aan politiek
behoeven te doen, ware hij niet door opmerkingen van de
andere zijde daartoe somtijds genoodzaakt.
Spreker constateert met genoegen, dat het College van
Burgemeester en Wethouders uit jonge krachten bestaat,
waarvan in het belang der gemeente veel is te verwachten.
In een vorige periode is eens gezegd, dat het College bestond
uit oude mensehen, die niet in staat waren om krachtdadig op
te treden en om de gemeenschap te besturen en te leiden
door hun krachtig persoonlijk initiatief en om alle nieuwe
vragen, die door het Gemeentebestuur onder de oogen moesten
worden gezien, in het oog te vatten, en tot verwezenlijking
trachten te brengen wat de welvaart der gemeente bevor
deren kan.
Burgemeester en Wethouders deelen in hun Memorie van
Antwoord mede, dat zij hun eigen weg wenschen te gaan.
Dat kan en mag men dan ook verwachten van menschen, die
persoonlijkheden zijn. Het is te hopen, dat spoedig een
urgentieprogram zal verschijnen, opdat men weet welke
plannen bij het College aanhangig zijn. Vroeger is wel eens
geklaagd, dat de Raad zoo weinig wist van de plannen van
Burgemeester en Wethouders. Nu zijn enkele onderwerpen in
de stukken genoemd: verbetering van de bestrating, de nieuwe
Havenbrug (een plan, dat reeds is aangenomen) en een nieuwe
veemarkt. De Raad kan het College niet euvel duiden, dat het
nog geen programma van werkzaamheden heeft opgesteld,
maar omgekeerd kan het College den Raad niet euvel duiden,
dat het deze mededeelingen vaag vindt. Spreker wacht met
vertrouwen af op welke wijze dit College zal trachten, het
gemeentebelang te dienen. Zijnerzijds wil hij, zonder critiek
te oefenen, aangeven wat hij van het College verwacht.
Op den voorgrond zij gesteld, dat, waar gemeentebelangen
en particuliere belangen in botsing komen, het gemeente
belang niet zoodanig op den voorgrond mag worden gesteld,
dat voor particuliere belangen geen ruimte overblijft. Een
adres, dat gisteren in handen is gesteld van Burgemeester en
Wethouders om praeadvies, bespreekt iets dergelijks. Verleden
jaar is het bij het verleenen van een bouwvergunning voor
gekomen, dat iemand, die bezig was zijn eigen woning te ver
beteren, daarbij door Burgemeester en Wethouders zoodanig
belemmerende bepalingen in den weg werden gelegd, dat hij
van zijn plannen moest afzien. Door dergelijk optreden worden
de belangen der gemeentenaren te zeer achtergesteld. Ook
bij het afstaan van grond doet zich hetzelfde verschijnsel voor.
Spreker hoopt, dat Leiden met dezen Wethouder aan het
hoofd van de afdeeling Fabricage, die toch met de practijk
'zoo goed op de hoogte is, een goede toekomst tegemoet zal
gaan onder zijn deskundige leiding.
In de Memorie van Antwoord stond, dat er een deskundig
onderzoek naar eenige meerdere centralisatie van den gemeente
dienst zal worden ingesteld door het bureau van den heer
Kreukniet; aan de hand van het verslag daarvan zal het
College zien of in die administratie nog vereenvoudiging
gebracht kan worden. Spreker verwacht meer van het persoon
lijk initiatief van den desbetreffenden Wethouder om de
organisatie van zijn afdeeling te verbeteren, dan wanneer het
alleen komt van een deskundigen onderzoekingsdienst, omdat
in het eerste geval gemakkelijker met overreding en overtuiging
gewerkt kan worden en gehandeld naar omstandighedenmaar
anders heeft men de door dien deskundige aangegeven lijnen
te volgen en kan men daarvan moeilijk afwijken, wanneer
eventueel moeilijkheden dreigen.
Wat betreft de toonkamer aan de Hooigracht, spreker hoopt,
dat de toegezegde besprekingen en onderhandelingen tot een
gunstig resultaat zullen leiden, waarmede spreker bedoelt, dat
de Directie van de Lichtfabrieken en de handelaren overeen
komen, dat de toonkamer natuurlijk kan blij ven bestaan, maar
dat de particuliere handel, die in het bijzonder door die toon
kamer benadeeld wordt
De heer van Eck: En de verbruikers?
De heer Wilbrink ziet de nuttigheid daarvan niel in. Het
College is voornemens te onderhandelen met belanghebbenden
de verbruikers zijn ook belanghebbenden en spreker vertrouwt,
dat het College ook de belangen van hen in het oog zal
vatten. Het College behoeft die evenwel niet te behartigen,
want er bestaat voor het publiek in het algemeen genoeg
gelegenheid om zich tegen concurreerenden prijs allerlei
electrische artikelen aan te schaffen. Spreker is er niet voor,
particulieren te bedienen op de wijze, als in de toonkamer
gebeurt. Spreker zal er nu niet verder op ingaan, doch voor-
loopig het resultaat van de in uitzicht gestelde besprekingen
afwachten.
In de afdeelingen is ook het Waschbureau besproken, maar
na het besluit van de vorige vergadering behoeft deze zaak
niet verder te worden behandeld.
Op de begrooting wordt sedert eenige jaren een post
uitgetrokken van 2000 voor baggerwerk, ten einde de
vaarten op diepte te houden. Dit bedrag is in 1926 echter
alleen besteed om den toegang tot de Lichtfabrieken te ver
beteren.
De quaestie van het havengeld zal, naar te hopen is, door
een bespreking met het hoofd van den dienst in de Com
missie tot oplossing kunnen worden gebracht.
Vier jaar geleden heeft spreker een motie ingediend, die
door Burgemeester en Wethouders is overgenomen, om de
particuliere bouwnijverheid tegemoet te komen door het
beschikbaar stellen van bouwterrein. Toegezegd is, dat het
terrein achter den Maresingel daarvoor ter beschikking zou
worden gesteld, maar toen dat terrein in orde was, is het in
zijn geheel afgestaan aan een bouwvereeniging. Particulieren
behoefden om dien grond niet te komen. Nu is weer de
toezegging gedaan, dat, wanneer de gemeente gronden bouw
rijp zal maken achter den Zoeterwoudschen Singel, in de
richting van de Koninginnelaan, particulieren in de gelegenheid
zullen worden gesteld, daar te bouwen. Het is te hopen, dat
het met deze toezegging niet zal gaan als met de beide
vorige, maar dat zij zal worden ingelost.
Burgemeester en Wethouders hebben medegedeeld, dat de
regeling van het bewaarschoolonderwijs hun volle aandacht
heeft. Met vertrouwen moet worden afgewacht, wat daaruit
voor goeds zal voortvloeien voor het bijzonder bewaar
schoolonderwijs. De heer van Eck vraagt: en het openbare?
Voor het moment zijn aan de orde de belangen van het
bijzonder bewaarschoolonderwijs, waarbij een groote achter
stand bestaat. Wanneer te eeniger tijd het openbaar onderwijs
ten achter mocht raken, zal spreker daarover een opmerking
maken. Hij vertrouwt, dat ook de belangen van het openbaar
onderwijs bij dit College even veilig zullen zijn als bij het
vroegere College.
Spreker zou het College veel heil en zegen willen wenschen
op zijn tocht. Burgemeester en Wethouders, in hun nieuwe
samenstelling, hebben een tijdperk voor zich, waarin zij hun
krachten kunnen inspannen om te trachten, de zaken der
gemeente in het rechte spoor te houden en de gemeente
vooruit te brengen. Er is tegenwoordig veel moed en beleid
noodig, omdat bij alle wenschen rekening gehouden moet
worden met de financiëele mogelijkheden, die ook de heer
van Eck niet zoo buitengewoon gunstig acht en men mag
zich wel tweemaal bedenken alvorens baten voor de ge
meente te doen ophouden of verminderen.
De heer Sijtsma is wel zoo goed geweest te zeggen, dat
de candidatuur van den heer Schokking misleidend was
geweest en dat daardoor de verhoudingen aan deze zijde
niet zoo waren als anders het geval zou geweest zijn. Het
doet spreker genoegen, dat de heer Sijtsma den heer Meijnen
op zijn woord gelooft, dat de Christelijk-Historische ÏJnie
nog niets wist van de benoeming van den heer Schokking
te Katwijk, toen hij candidaat werd gesteld, hoewel dat
genoegen getemperd wordt door de opmerking, dat de heer
Sijtsma het dan buitengewoon naief vindt; met die toevoeging
kan de heer Sijtsma, wat spreker betreft, zijn verklaring
beter voor zich houdendan zal spreker wel alles van den
heer Sijtsma slikken. In de vergadering, waarin de heer
Schokking candidaat werd gesteld, wisten degenen, die daaraan
medewerkten, niet, dat deze voor het ambt van Burgemeester
van Katwijk in aanmerking kwam.
De heer Sijtsma: Wist hij het zelf ook niet?
De heer Wilbrink zegt, dat hij deze vraag niet kan