180
N°. 247. Leideü, 16 November 1927.
Tegen inwilliging van het hier nevensgaand verzoek van
Mej. C. Korsse bestaan noch bij het Burgerlijk Armbestuur,
noch bij ons College bedenkingen.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan
Mej. C. Korsse, op haar verzoek, eervol ontslag te verleenen
als lid van het Burgerlijk Armbestuur, onder dankzegging
voor de goede diensten door haar in die betrekking bewezen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 8 October 1927.
Aan de leden van den Leidschen Gemeenteraad.
Edelachtbare Heeren,
hiermede verzoekt ondergeteekende beleefd ontslag, als
Lid van de Commissie van het Burgerlijk Armbestuur. Door
huiselijke aangelegenheden niet meer in staat eenigszins
geregeld de vergaderingen bij te wonen, en door gering
contact met de buitenwereld, op geenerlei wijze dat bestuur
van nut kunnende zijn, voelt ondergeteekende tot haar
leedwezen zich niet meer gerechtigd deel van die Commissie
uit te maken.
U dankend voor het in mij gestelde vertrouwen.
Met de meeste Hoogachting
C. Korsse.
N°. 248. Leiden, 16 November 1927.
Bij zijn hiernevensgaand schrijven verzoekt Prof. Mr.
A. J. Blok hem wel eervol ontslag te willen verleenen als
Regent van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen-
en Vrouwenhuis alhier.
Aangezien noch bij het College van Regenten over die
stichting, noch bij ons College bezwaar bestaat tegen inwil
liging van het verzoek, geven wij Uwe Vergadering in over
weging aan den heer Prof. Mr. A. J. Blok, op diens verzoek,
eervol ontslag te verleenen als Regent van het Gereformeerd
Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis, onder
dankbetuiging voor de goede diensten aan die instelling
bewezen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
9 November 1927.
Ondergeteekende, Mr. A. J. Blok, wonende Plantsoen 41
te Leiden heeft de eer Uwen Raad beleefd te verzoeken
hem eervol ontslag te willen verleenen als regent van het
Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis.
Hetwelk doende enz.
A. J. Blok.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
N°. 249. Leiden, 16 November 1927.
De op den hierbij gevoegden staat vermelde persoon is
in de gemeente, achter zijn naam in kolom 3 vermeld, op
grond van artikel 244a, le lid, sub 3°. der Gemeentewet als
forens aangeslagen. Vermits de betrokkene naar onze meening
in de bedoelde gemeente niet als zoodanig belastingplichtig
is, kan o. i. in dien aanslag niet worden berust.
Onder verwijzing naar de ter visie liggende stukken, geven
wij Uwe Vergadering mitsdien in overweging te besluiten
tot het indienen van bezwaren tegen dien aanslag bij Ge
deputeerde Staten dezer provincie.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 250. Leiden, 17 November 1927.
Ter vervulling van de vacature van Directeur der Gemeente
werken, die op 1 Januari a.s. zal ontstaan tengevolge van
het aan den heer Ir. G. L. Driessen als zoodanig verleend
eervol ontslag, hebben wij de eer U, ingevolge het bepaalde
bij art. 4 der verordening van 14 November 1918 (Gem. blad
n°. 43), regelende de samenstelling van de Bureaux van
Gemeentewerken, van den Gemeentelijken Reinigings- en
Ontsmettingsdienst en van het Bouw- en Woningtoezicht,
zooals die laatstelijk is gewijzigd bij verordening van 21
Februari 1927 (Gem. blad n°. 1), overeenkomstig het gevoelen
van de Commissie van Fabricage, de volgende voordracht
aan te bieden:
1°. A. M. DE BLAUW, Adjunct-Directeur der Gemeente
werken, te Leiden;
2°. H. B. J. AIKEMA, Adjunct-Directeur der Gemeente
werken, te Schiedam.
Wij geven Uwe Vergadering alsnu in overweging tot eene
benoeming over te gaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N(l. 251. Leiden, 18 November 1927.
Wij kwamen in het bezit van Uwe missive, No. 2/126
d°. 2 November j.l., houdende mededeeling van het aan het
lid van ons College, Mevrouw G. J. W. WisseVerburgt
op haar verzoek verleend eervol ontslag.
Ter voorziening in de vacature hierdoor ontstaan, hebben
wij de eer het onderstaand tweetal voor te dragen
1. Mevrouw M. A. KOKvan Bladeren;
2. Mevrouw A. W. BLANKENvan de Laar.
Het College van Vrouwen-Kraammoeders te Leiden.
J. W. Eigemanv. Rhijn, Voorzitster.
C. WassenaarJesse, loco Secretaresse.
Aan den Gemeenteraid van Leiden.
N°. 252. Leiden, 18 November 1927.
Iri haar hierachter afgedrukt adres verzoekt de Leidsche
Duinwater Maatschappij Uwe Vergadering haar vergunning
te verleenen tot het vergrooten van haar perceel Haverzak
laan 13 a alhier. Bedoelde vergrooting, welke door de gestadige
uitbreiding van het bedrijf noodzakelijk is geworden, voor
ziet, gelijk de ter inzage gelegde plannen nader aantoon en,
in een uitbreiding van de werkplaatsruimte op den beganen
grond en van de magazijnruimte op de verdieping, terwijl
voorts het achterste gedeelte van den aanbouw nog drie
verdiepingen hooger zal worden opgetrokken ten behoeve
van de plaatsing van een hoogreservoir voor het verkrijgen
van een constanten druk bij het controleeren van water
meters.
Onder mededeeling, dat noch de Commissaris der Gemeente
bij de Leidsche Duinwater Maatschappij, noch de Commissie
van Fabricage tegen inwilliging van het verzoek bezwaar
hebben, stellen wij U voor, goed te keuren, dat de Leidsche
Duinwater Maatschappij hare werkplaatsen en haar magazijn
aan de Haverzaklaan 13a alhier overeenkomstig de over
gelegde teekeningen uitbreidt, zulks onder de gebruikelijke
voorwaarde, dat de Commissaris der gemeente bij de Leidsche
Duinwater Maatschappij bevoegd zij, zich in de uitoefening
van zijn toezicht op de uitvoering der werken te doen
vertegenwoordigen door den Directeur der Gemeentewerken,
met dien verstande, dat op- of aanmerkingen slechts door
tusschenkomst van den Commissaris bij de Directie der
Maatschappij zullen worden aangebracht.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
De Directie van de Leidsche Duinwater Maatschappij
heeft ingevolge Art. 5 van het compromis van 2 Augustus
1894 de eer, hierbij aan de goedkeuring van Uwen Raad
te onderwerpen een plan voor het uitbreiden van hare werk
plaatsen en magazijn, gelegen op het terrein aan de Haverzak
laan No. 13 alhier, Kadastraal bekend Gemeente Leiden,
Sectie A. No. 1115.
'tWelk doende enz.
De Leidsche Duinwater Maatschappij
Ch. van Spall, Dir.
Leiden, 11 October 1927.