MAANDAG 17
OCTOBER 1927.
22.1
welke de doorvaartverwijding medebrengt. Er wordt mede
gedeeld, dat de Lichtfabrieken een bijdrage van f 25.090.
geven, maar uit de stukken is niet op te maken, of daardoor
de geheele kosten gedekt zullen worden. Dat acht spreker
wel jammer.
Spreker wil ook nog vragenwat kost de omlegging van
de Kleine Havenbrug? Wil men de zaak goed bekijken, dan
moet het bedrag gespecificeerd worden, wel niet in alle
onderdeelen, maar dan toch zoo, dat de kosten voordegroote
werken afzonderlijk worden opgegeven; dan zou men ook
meteen kunnen zien, wanneer men die brug te breed vond,
wat men zou besparen door haar smaller te makenscheelde het
weinig, dan zou het jammer zijn haar smaller te maken.
Spreker heeft uit de cijfers, die hij nog heeft kunnen vinden,
meenen te kunnen opmaken, dat, ruw gerekend, iedere M.
mindere breedte de brug 7000.goedkooper zou maken.
Dit bedrag is op het totaal bedrag nog te gering, dan dat
spreker daarom zou willen adviseeren om de brug enkele
meters smaller te maken.
Zijn de motoren voor de brug ook in het bedrag der be
grooting inbegrepen? Waarom kon de post »kabels" enz.
niet begroot worden; er zijn bij publieke werken toch knappe
menschen genoeg, die best in staat zijn dat te berekenen.
Spreker vreest, dat later aanvullingscredieten gevraagd zullen
moeten worden, die een kapstok zijn, waaraan alles opge
hangen kan worden.
De heer Scuüller zegt, dat de breedte van de brug wel
degelijk zoo groot moet zijn, dat men behoorlijk van de
Oude Vest, Heerengracht en Kalvermarkt op de brug moet
kunnen komen. Spreker is het met den heer Bosman eens,
dat er bij dit voorstel geen behoorlijke berekening is, maar
alleen een globale; men kan geen behoorlijk inzicht krijgen
in deze zaak.
De heer Splinter zegt, dat de breedte van de brug nauw
keurig is nagegaan en dat het nageslacht spijt zou hebben
van eiken M., die er af ging. Het is een heel druk verkeer
en in verband met de verschillende richtingen is een breedte
van 14.50 M. aangehouden. Waar het 7.000.per M.
breedte scheelt, zou dit op het totaal bedrag maar een klein
verschil maken, zoo de brug een paar M. smaller werd ge
maakt.
inderdaad heeft de H. T. M. zich op 12 Augustus '1922
bereid verklaard 50.000.— bij te dragen na doortrekking
der tramlijn; de H. T. M. is echter daarna omgezet in een
gemengd bedrijf en dit heeft in den Haag nog zooveel te doen,
dat zij er voorshands niet aan denken kan de tram door te
trekken eventueel tot de Spanjaardsbrug.
Spreker vermoedt, dat, als toch die tramlijn mocht worden
doorgetrokken, de gemeente met de tramwegmaatschappij wel
eenige moeite zou hebben. De maatschappij zou dan kunnen
zeggenwij gaan over die brug heenhetgeen wellicht aan de
hand van de concessiebepalingen niet verhinderd zou kunnen
worden; maar verder zou de tram ook nog heen moeten over
de Zijlpoortsbrug, en met het oog daarop mag verwacht
worden, dat alsdan de maatschappij wel voor een regeling
te vinden zal zijn.
Wat betreft de opmerkingen van den heer de Reede,
spreker is wel geen financiëele specialiteit, maar hij meent
toch, dat het geen bezwaar zal opleveren om voortaan, als
door de Commissie van Financiën geadviseerd wordt om
dergelijk groot bedrag toe te staan, erbij te voegen, hoe zij
zich voorstelt om die uitgaaf over de verschillende jaren te
verdeelen.
Van de opmerking van den heer Groeneveld zal spreker
gaarne nota nemen. Ook hij gelooft, dat het van belang zou
zijn, indien aan het te stichten politiewachthuis een urinoir
verbonden zou kunnen worden.
Wat betreft hetgeen de heer Bosman heeft gezegd, spreker
heeft reeds aangetoond, dat de brug niet te breed is ge
projecteerd.
Verder kan spreker er op wijzen, dat bij een dergelijk
voorstel nooit een gedétailleerde begrooting wordt overgelegd.
Steeds wordt volstaan met het overleggen van een globale
begrooting. Wanneer dit bedrag door den Raad is toegestaan,
dan wordt de zaak verder uitgewerkt.
Wat betreft het brengen van de doorvaartwijdte van 10
op l'l M., de Raad mag de Lichtfabrieken dankbaar zijn, dat
deze daarvoor f 25.000.beschikbaar stellen. Spreker had
wat meer willen hebben, maar Commissarissen der Licht
fabrieken vonden deze bijdrage voldoende.
Verder kan spreker aan den heer Bosman mededeelen, dat
onder dit bedrag van 235.000.ook begrepen zijn de
kosten van de verandering der kleine Havenbrug en ook de
kosten van motoren p. d. Het bedrag van 235.000.heeft
betrekking op de finale oplevering van het werk, uitgezonderd
de kabels. De kosten daarvan zijn er niet onder begrepen. De
heer Bosman zegt: het is eenvoudig genoeg om die kosten
te ramen; maar spreker is overtuigd, dat het een moeilijk
werk is om dat vooraf te doen.
De heer Bosman is den Wethouder dankbaar voor diens
antwoord, doch heeft niet vernomen, welke kosten de ver
wijding der doorvaart medebrengt. De verwijding zal misschien
ten gevolge hebben een groote verzwaring van kosten, maar
dienaangaande wordt niets medegedeeld, terwijl de Raad toch
in staat moest zijn om zoo iets afzonderlijk te beoordeelen.
Het zou toch best kunnen wezen, dat de Raad zei: als de
kosten van de brug, alleen ten gevolge van de doorvaartver
wijding, zooveel hooger worden, laat men dan liever de tegen
woordige doorvaartwijdte houden. Dat mag de Wethouder
toch wel eens in oogenschouw nemen.
De heer Huurman zegt, dat de vraag van den heer Bosman
hem niet duidelijk is. De heer Bosman wil weten, wat de
meerdere doorvaartbreedte kost en wat de gevolgen daarvan
zijn. De Wethouder heeft toch gezegd, dat men de Gasfabriek
wel dankbaar mag zijn voor haar bijdrage ad f 25.000.
voor de meerdere doorvaartbreedte. Spreker meent, dat dit
alles zegt. Wanneer de doorvaartbreedte smaller wordt, maakt
dit zeker geen prijsverschil van 25.000.Men zou dus
met een geringere breedte de Gasfabriek een ondienst be
wijzen en de gemeente benadeelen.
De heer Splinter sluit zich bij den heer Huurman aan.
De grootere doorvaartwijdte is noodig, omdat de brug moei
lijk ligt ten aanzien van de Oude Heerengracht, wat juist de
richting is voor de schepen der Lichtfabrieken; de schepen
moeten tijdig kunnen zwenken.
Men kan de meerdere kosten van die doorvaartwijdte niet
zoo precies begrooten; naar sprekers oordeel zijn echter de
meerdere kosten met f 25000.ruimschoots betaald.
De heer Spendel zegt, dat men bij de vraag, of een
grootere doorvaartbreedte gewenscht is, ook rekening moet
houden met het groote bedrag, dat de gasfabriek daardoor
aan vrachtkosten bespaart. Met den vrachtdienst op de Oude
Heerengracht kost dit per jaar 8.000.de uitgave, die
met deze brug nog aanzienlijk zou stijgen, komt dus op
andere wijze weer in de gemeentekas terug.
De heer Baart wil er de aandacht op vestigen, dat in
andere plaatsen de bepaling bestaat, dat bij dergelijke werken
voornamelijk ingezetenen tewerkgesteld moeten worden. Kan
dat hier ook niet bepaald worden?
De Voorzitter zegt, dat dit altijd in de bestekken staat.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voor
stel van Burgemeester en Wethouders besloten.
IX. Voorstel
a. om medewerking te verleenen aan het bestuur der
vereeniging voor Christelijk Onderwijs, tot de ves
tiging van een bijzondere school voor lager onder
wijs in het Morschkwartier
b. om een desbetreffend adres van de afdeeling Leiden
van Volksonderwijs, als afgedaan te beschouwen.
(Zie Ing. St. No. 235).
Hierbij komt tevens in behandeling het desbetreffend ver
zoek van de Openbare Vergadering van «Volksonderwijs".
De heer Verweij verklaart zijn stem Ie zullen uitbrengen
tegen inwilliging van het verzoek van dit schoolbestuur.
Spreker is zich ervan bewust, dat hij voor een buitenge
woon moeilijke taak staat, omdat hij de uitlegging der wet
op dit stuk in de laatste jaren tegenover zich heeft, maar
toch wil hij een poging wagen om het goed recht van de
tegenstanders van dit verzoek aan te toonen.
Spreker wil zich, althans in eerste instantie, bepalen tot
het verzoek van het schoolbestuur zonder meer, welk ver
zoek, inhoudende om die school daar te mogen stichten,
vergezeld gaat van de verklaringen van ouders, vertegen
woordigende 121 kinderen.
Op het eerste gezicht zou men onwillekeurig denken: de
zaak is in orde; zelfs al zouden er 41 handteekeningen afgaan,
dan zou de aanvraag nog voldoen aan de bij de wet gestelde
eischen.
Wij moeten dus treden in een beoordeeling hiervan, welke
waarde de Raad kan hechten aan deze 121 handteekeningen.
Nu moeten in de eerste plaats worden afgetrokken
hetgeen ook door Burgemeester en Wethouders in hun prae-
advies eenigermate wordt gezegd de 5 handteekeningen,
welke niet gesteld zijn door het grondwettelijk hoofd van het
gezin, en verder de 20 handteekeningen van ouders, wier
kinderen reeds op een gelijksoortige school gaan. Blijven dus